27 424
Interpellatie inzake de proef met het rekeningrijden

nr. 1
MOTIE VAN DE LEDEN HOFSTRA EN REITSMA

Voorgesteld 26 september 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

– in de regio's draagvlak nodig is voor de mogelijke proef en dat daarom de regio's zelf vrij over het meedoen moeten kunnen besluiten;

– de minister van Verkeer en Waterstaat op 28 juni 2000 in de Kamer verklaard heeft, niet aan de proef rekeningrijden meewerkende regio's niet te zullen straffen;

– de minister rond Prinsjesdag verklaarde bij niet-meewerken van een regio alle infra-projecten in die regio te heroverwegen;

– de minister hierbij haar bevoegdheden inzake infrastructuurplanning oneigenlijk gebruikt zo niet misbruikt;

verzoekt de regering om:

– als regio's niet met de proef rekeningrijden willen meedoen uitsluitend te korten op de meewerkpremie van 250 mln. per regio alsmede op de gedurende twee jaar te ontvangen heffingsopbrengsten;

– geen relatie te leggen tussen het al of niet meedoen met de proef en de inzet van het grote geld voor reeds overeengekomen investeringen in wegen en openbaar vervoer;

– regio's niet te dwingen dan wel met andere negatieve consequenties te dreigen, van welke aard dan ook,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hofstra

Reitsma

Naar boven