27 417
Beleidsbrief groen onderwijs 2010

nr. 6
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 9 mei 2003

In antwoord op uw verzoek bij brief van 17 april 2003, kenmerk OCW-03-226/LNV-03-210 bericht ik u het volgende.

De discussie over de VOA-middelen gaat terug tot de datum waarop de middelen voor het vormingswerk zijn opgenomen in het beroepsonderwijs op 1 augustus 1997. Vormingswerk was een aangelegenheid van OCenW. Daarom is het budget destijds bestemd voor de ROC. De VOA-middelen worden bekostigd vanuit een afzonderlijk budget van OCenW en op basis daarvan toegevoegd aan de lumpsum van de ROC. Daar tegenover staat dat LNV eigen niet-normatieve middelen heeft die LNV inzet voor onderwijsdoelen die aansluiten bij de LNV-beleidsthema's.

Bij de behandeling van de LNV-begroting van 2003 is mijn standpunt dat LNV geen VOA-middelen beschikbaar stelt aan de AOC's, door mij laatstelijk in de Kamer verwoord in antwoord op een vraag van de heer Oplaat (VVD) (Handelingen der kamer II, vergaderjaar 2002–2003, nr. 24, blz. 1655).

Zoals overigens in de LNV-beleidsbrief «Groen Onderwijs 2010: vernieuwing van de inhoud» van 20 maart (Kamerstuk 27 417, nr. 5) is aangegeven, is het – vanwege de maatschappelijke ontwikkelingen – wenselijk om verschillen in wet- en regelgeving tussen onder meer het AOC- en ROC-onderwijs aan te pakken en daarmee de ruimte voor samenwerking te vergroten. OCenW en LNV werken daartoe samen in een harmonisatietraject. De bovenstaande VOA-problematiek komt in dit verband mede aan de orde.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

B. J. Odink

Naar boven