Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 27416 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 27416 nr. 12 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2004
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 april jl. (zie bijlage) stuur ik u, vooruitlopend op het algemeen overleg van 9 juni aanstaande, de volgende informatie toe:
• Stand van zaken huidige beleid;
• Resultaten over 2003;
• Evaluatie en mogelijk vervolg;
• Europees Actieplan in ontwerp.
Stand van zaken huidige beleid
Dit jaar is het laatste jaar van de huidige beleidsnota «Een biologische markt te winnen». Het belangrijkste speerpunt van het beleid in de nota is de zogenaamde vraaggerichte benadering. Via de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw en de consumentencampagne «Biologisch, eigenlijk heel logisch» is deze benadering verder uitgewerkt. In mijn brief van 16 februari jl. (27 416, nr. 11) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken van de werkzaamheden van de Task Force. In dit laatste jaar richt de Task Force zich voornamelijk op het begeleiden van de projecten die in uitvoering zijn.
Dit zijn onder andere de projecten van in ketenverband gemaakte afspraken gericht op opschaling over meerdere jaren van de biologische keten in onder meer de sectoren AGF, vlees, zuivel, sierteelt en brood.
Naar aanleiding van het verzoek van de fruitsector is er inmiddels door de Task Force een ketenmanager fruit aangesteld. In overleg met de sector is afgesproken dat deze ketenmanager in 2004 samen met de ketenpartijen zal werken aan de opschaling van de markt voor biologisch fruit, onder andere door promotie en verbetering van de samenwerkingstructuur.
In de biologische varkenshouderij zijn de ketenpartijen gezamenlijk tot een aanpak gekomen om de minder dan de geprognosticeerde afzet op te vangen. Ik begrijp dat dit speciaal voor de betrokken varkenshouders geen gemakkelijke beslissing is geweest. Ik vind dit, zoals gezegd, een voorbeeld van ketenkracht: marktpartijen zoeken samen naar oplossingen. Vanuit de Task Force is gewerkt aan initiatieven om ook andere retailers en verwerkers bij de afzet van biologisch varkensvlees te betrekken. Inmiddels hebben andere ketenpartners afspraken gemaakt om meer biologisch varkensvlees in het assortiment op te nemen.
Het initiatief van een groot aantal maatschappelijke organisaties om hun leden via de actie «Nederland gaat biologisch» op te roepen om meer biologische producten te kopen, juich ik toe. Deze actie is een uitstekende aanvulling op het werk van de Task Force.
Door de invulling die gegeven is aan de vraaggerichte benadering vervult de biologische keten een belangrijke voortrekkersrol die als voorbeeld kan dienen voor andere keteninitiatieven. Met name het door marktpartijen gezamenlijk organiseren van product-marktcombinaties, het nemen van wederzijdse verantwoordelijkheden (zowel in goede als in mindere tijden) en het dichter bij elkaar brengen van de burger en de consument zijn belangrijke ervaringen die in de afgelopen vier jaren zijn opgedaan.
Naast de activiteiten gericht op de vraaggerichte benadering zullen in 2004 de volgende regelingen nog worden opengesteld: de Regeling Stimulering Biologische Productie (RSBP/omschakelingsregeling), de Kaderregeling Kennis en Advies en de Demoregeling. De RSBP is opengesteld van 24 mei tot en met 24 augustus 2004. Er is een budget beschikbaar van € 3 miljoen.
De Kaderregeling kennis en advies zal voor het onderdeel Biologische landbouw opengesteld worden van 15 juni tot en met 28 juli 2004. Naast ondernemers die van plan zijn te gaan omschakelen naar biologische productie, kunnen biologische producenten die het voornemen hebben om uit te breiden of de productie te verbreden, subsidie aanvragen. Het budget bedraagt € 350 000,–.
De Subsidieregeling demonstratie- en kennisoverdrachtprojecten zal voor het onderdeel Biologische landbouw worden opengesteld van 1 juni tot en met 28 juli 2004. Subsidie kan worden aangevraagd voor de thema's verbetering en invoering van op biologische productie toegesneden marktgerichte ketengarantiesystemen en de versnelling van de sluiting van kringlopen. Daarnaast kan via het onderdeel geïntegreerde gewasbescherming ook subsidie worden aangevraagd voor projecten op het terrein van de mechanische onkruidbestrijding. Het budget voor het onderdeel biologische landbouw bedraagt € 400 000,–. Het budget voor het onderdeel mechanische onkruidbestrijding bedraagt € 500 000,–.
In mijn brief van 16 februari jl. had ik u de gegevens afkomstig uit de EKO monitor over de consumentenbestedingen in 2003 toegezegd. Inmiddels is de EKO monitor gepubliceerd en is duidelijk geworden dat het marktaandeel biologisch vlees is gestegen tot 2%. Binnen dit marktsegment realiseerde het biologisch varkensvlees een omzetstijging van 53% in de supermarkten en van 14% in de natuurvoedingswinkels.
Voor AGF was het marktaandeel in 2003 3,7% (daling ten opzichte van 2002), voor zuivel 2,6% (stijging), voor brood 1,8% (gelijk) en overige 0,9% (gelijk). Gemiddeld gezien lag het marktaandeel biologisch in de totale bestedingen in Nederland aan voeding in 2003 op 1,6% (gelijk ten opzichte van 2002). De consumentenbestedingen aan biologische producten zijn ten opzichte van 2002 met 5% gestegen.
Het aantal gecertificeerde biologische land- en tuinbouwbedrijven steeg in 2003 ten opzichte van 2002. Het aantal in omschakeling zijnde bedrijven daalde. Dit resulteerde in een afname van het aantal bedrijven van 1560 bedrijven in 2002 tot 1522 bedrijven in 2003. Het aandeel biologisch areaal in het totale areaal bleef op 2,2% (bron: EKO monitor).
Momenteel wordt de huidige nota door een extern bureau en het Expertisecentrum LNV geëvalueerd. In september zal de eindrapportage beschikbaar zijn en gebruikt worden als input in het traject over een mogelijk vervolg van het beleid. Op dit moment is een projectgroep binnen het ministerie bezig met de voorbereidingen van het besluit over het beleid na 2004. Deze projectgroep verkent samen met een groot aantal actoren (onder andere marktpartijen, banken, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en andere overheden) de mogelijke richtingen die het beleid kan inslaan. Ook heb ik inmiddels van een aantal organisaties suggesties gekregen voor invulling van het vervolgbeleid. Deze suggesties worden op dit moment door de projectgroep nader bekeken. Het ligt in mijn bedoeling om u in september te informeren over het vervolg op de huidige beleidsnota.
In 2001 vond in Kopenhagen een congres plaats over de biologische landbouw in Europa. Een groot aantal vertegenwoordigers van EU-lidstaten heeft daar een verklaring ondertekend waarin werd opgeroepen om een Europees Actieplan voor de biologische landbouw te maken. Deze suggestie is door de Landbouwraad overgenomen en de Raad heeft de Europese Commissie gevraagd een Europees Actieplan te schrijven. Op dit moment is de Europese Commissie druk doende met de afronding van dit Actieplan. Het Ierse voorzitterschap heeft de presentatie van het plan en een oriënterend debat hierover tijdens de Landbouwraad van 21 juni gepland. Het is de inzet van de Commissie om voor die tijd het Actieplan af te ronden en aan te bieden aan Raad en Parlement. Het ligt in de bedoeling dat tijdens het Nederlandse voorzitterschap de Raad conclusies zal formuleren.
Tijdens een hoorzitting van de Europese Commissie in januari 2004 lichtte commissaris Fischler de Commissieplannen verder toe. In zijn inleiding gaf hij aan dat het Actieplan zich vooral zal richten op de markt voor biologische landbouw, de rol van de overheid in de stimulering van de biologische landbouw en de normen voor de biologische productiewijze. Het Europese Actieplan en het vervolg op de huidige beleidsnota «Een biologische markt te winnen» liggen qua onderwerpen en timing dicht bij elkaar en zullen daarom in samenhang worden bezien.
Wat betreft de verschillen die er zijn tussen de Europese subsidies voor de biologische landbouw en de gangbare landbouw, kan ik u melden dat de biologische landbouw in aanmerking komt voor dezelfde Europese subsidies als de gangbare landbouw. In dit opzicht is er geen sprake van verschil. Daarnaast maken veel lidstaten gebruik van de mogelijkheid om de biologische landbouw extra te ondersteunen, veelal met cofinanciering vanuit Europa bijvoorbeeld via de Kaderverordening Plattelandsontwikkeling, omdat deze vorm van landbouw te maken heeft met hogere productiekosten, terwijl ze bijdraagt aan een duurzamere landbouw.
Aan:
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Den Haag, 8 april 2004
Namens de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bericht ik u het volgende.
Op 3 juni 2004 heeft de commissie een algemeen overleg met u gepland over de biologische landbouw. Hierbij komen diverse onderwerpen aan bod met betrekking tot deze sector, zoals onder andere in uw brief van 16 februari jl. (27 416, nr. 11) beschreven. U wordt verzocht de Kamer over de voortgang op de verschillende dossiers te informeren. Daarnaast wordt u verzocht de Kamer te informeren over het actieplan biologische landbouw van de Europese Commissie, waarover deze periode de besprekingen plaatsvinden in Brussel.
Tenslotte wordt u gevraagd in uw brief in te gaan op de verschillen tussen de Europese subsidies voor de biologische landbouw ten opzichte van de gangbare landbouw. Dit in het licht van de concurrentieverschillen die hierdoor kunnen ontstaan.
U wordt verzocht uw informatie uiterlijk 31 mei 2004 aan de Kamer te zenden, zodat deze betrokken kan worden bij het algemeen overleg.
Waarnemend griffier,
Van Leiden
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27416-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.