Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 27411 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 27411 nr. 12 |
Vastgesteld 2 februari 2001
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 13 december 2000 overleg gevoerd met staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over:
– de begrotingsbrief emancipatiebeleid 2001 (27 411 nrs. 1 en 7);
– de brief van 15 november 2000 inzake de voortgang ten aanzien van het op te richten Informatiepunt gelijke behandeling (27 411, nr. 14).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Mevrouw Visser-van Doorn (CDA) is teleurgesteld over de begrotingsbrief emancipatiebeleid 2001, omdat daarin weinig concrete maatregelen zijn verwoord. Na een ambtstermijn van ruim twee jaar mag van een aparte staatssecretaris voor het emancipatiebeleid meer worden verwacht dan de aankondiging van studie en onderzoek. Zonder concrete doelstellingen en maatregelen is moeilijk te beoordelen of het beleid doeltreffend kan zijn. Het is verder jammer dat de begrotingsbrief zo laat is verschenen. Een lastige bijkomstigheid is nog dat het meerjarenbeleidsplan nog niet is besproken.
In de brief ligt de nadruk op de economische zelfstandigheid van vrouwen, maar het is belangrijker dat mannen en vrouwen bij de verdeling van arbeid en zorg een keuze kunnen maken. Voorkomen moet worden dat het recht op arbeid van vrouwen omslaat in een arbeidsplicht. Om de economische zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen stimuleert de overheid dagverblijven en buitenschoolse opvang, maar zij ondervangt daarmee indirect de onwil en onmacht van mannen om tot rolverandering over te gaan.
Mevrouw Visser pleit voor een flexibel emancipatiebeleid dat mannen en vrouwen de kans biedt om arbeidspatronen in hun leven te variëren. De VROM-raad is het eens met de kritiek op het dwangmatig streven naar economische zelfstandigheid van de vrouw. Zij citeert een passage uit het advies waarin de raad schrijft dat beleidsmatig naar een standaard wordt gezocht die feitelijk niet bestaat en normatief te eenzijdig is. Is dit voor de staatssecretaris aanleiding nog eens goed te kijken naar het dogma van de economische zelfstandigheid als de cruciale factor van het emancipatiebeleid?
Het emancipatiebeleid is onvoldoende gericht op mannen en jongens. Zolang zij niet meer zorgtaken op zich nemen, blijft de dubbele taak voor vrouwen en meisjes bestaan waardoor zij worden belemmerd in hun ontplooiing. Bovendien kunnen vrouwen en meisjes alleen in de toekomst niet voldoen aan de toenemende vraag naar zorg voor ouders en andere dierbaren. Uit de Emancipatiemonitor blijkt echter dat 60% van de jongens ook in de toekomst het huishoudelijke werk en de zorg volledig aan de meisjes wil overlaten. Mevrouw Visser herinnert eraan dat zij al jaren vraagt om actie op dit punt, maar ook nu wordt daarvoor geen voorstel gedaan. Het advies van de Onderwijsraad biedt op zich goede handvatten, maar is weer uitsluitend gericht op meisjes. Waar blijft een onderzoek naar de zo geringe deelname aan zorgvakken door jongens? Wat doet de staatssecretaris met de goede aanknopingspunten die dit advies biedt? Een pittig gesprek met de minister van OCW lijkt geboden om afspraken te maken om direct aan de slag te gaan.
Het aantal vrouwelijke hoogleraren in Nederland is beschamend laag, lager dan in Botswana. Heeft de staatssecretaris op dit terrein al actie ondernomen? Ook de top van het bedrijfsleven blijft achter. Uit onderzoek blijkt dat het topmanagement vrouwelijke waarden belangrijker vindt dan mannelijke waarden, maar tegelijkertijd blijft het glazen plafond in stand. Welke concrete maatregelen worden in dit kader genomen?
Wat vindt de staatssecretaris van het voornemen van minister Jorritsma om een handelsdelegatie met louter vrouwelijke ondernemers te formeren? Is in een dergelijke delegatie diversiteit niet vanzelfsprekend?
Mevrouw Visser herinnert eraan dat zij eerder aandacht heeft gevraagd voor de emancipatieondersteuningsstructuur (EOS). De vraag om een herverdeling van middelen is helaas niet gehonoreerd, al bleek in de Kamer een breed draagvlak te bestaan voor versterking van die ondersteuning. Zij herinnert verder aan de toezeggingen met betrekking tot de werkconferentie, de evaluatie die nog dit jaar zou verschijnen en een informatieronde bij andere ministeries naar extra fondsen. Van al die voornemens is nog weinig terechtgekomen. Bovendien lijkt de staatssecretaris ICT als een wondermiddel voor vele kwalen te zien. ICT is natuurlijk belangrijk, maar dan als onderdeel van de versterking van de vrouwenorganisaties, naast adequate ondersteuning. De begeleiding door DCE van de werkconferentie die pas in het voorjaar van 2001 zal worden gehouden, is minimaal en de financiering is gebaseerd op mondelinge afspraken. De VrouwenAlliantie heeft inmiddels de extra bijdrage van f 500 000 besteed waardoor de organisatie voor hetzelfde dilemma staat als vorig jaar. De subsidieaanvraag van de NVR is geweigerd zonder dat alternatieven zijn aangereikt. Mevrouw Visser wijst op het goede werk dat vrouwenorganisaties en NGO's hebben verricht bij de voorbereiding van «Beijing + 5». In de begrotingsbrief wordt het belang van de vrouwenorganisaties voor het emancipatieproces nogmaals onderstreept en de staatssecretaris heeft in New York gepleit voor de versterking van vrouwenorganisaties. Dit lijkt in strijd met haar starre opvatting over de ondersteuning van vrouwenorganisaties. Wil zij nu al vastleggen dat in de Voorjaarsnota geld wordt gereserveerd voor een betere ondersteuning van de grote vrouwenorganisaties met een georganiseerde achterban en de koepels bovenop het bedrag van 14,3 mln. dat nu beschikbaar is voor de gehele EOS? Na ommekomst van de werkconferentie kan dit bedrag worden verdeeld, maar de vrouwenorganisaties kunnen niet langer wachten op een beter toekomstperspectief. Mevrouw Visser zegt dat zij daarom overweegt een motie in te dienen.
Het is goed dat aandacht wordt besteed aan allochtone vrouwen en allochtone vrouwenorganisaties. Zij moeten worden betrokken bij het onderzoek en de samenwerking met organisaties van autochtone vrouwen moet worden bevorderd.
Verschillende ministeries stellen een Commissie dagarrangementen voor ouders en kinderen in. Daarin zouden vertegenwoordigers van de vrouwenorganisaties en deskundigen op het gebied van opvoeding en vrijetijdsbesteding moeten worden opgenomen. De groeiende aandacht voor geweld tegen vrouwen en meisjes verdient steun, want het beleid is nu te veel versnipperd. Een betere regie en afstemming tussen de betrokken ministeries zijn geboden.
Het kabinet wil in samenwerking met de arbeidsvoorziening en sociale partners een overzicht opstellen van lopende initiatieven voor de werving van herintredende vrouwen. Mevrouw Visser is ingenomen met de concrete stappen die zijn toegezegd. Ook voor herintredende vrouwen zonder uitkering worden scholing en stages betaald. Overigens zou dit wel op basis van een contract moeten plaatsvinden, om fraude te voorkomen. Vrouwen die afzien van herintreding, moeten het geld voor scholing terugbetalen.
Het functioneren van de vrouwenvakscholen staat ter discussie. Heeft de staatssecretaris ook klachten ontvangen over de begeleiding en het studiemateriaal? Welke maatregelen worden genomen om die problemen op te lossen?
Het is opvallend dat plattelandsvrouwen massaal aan het werk gaan, terwijl het combineren van arbeid en zorg voor hen moeilijker is dan voor bewoners van stedelijke gebieden. Bij het aangekondigde onderzoek moeten ook de organisaties van plattelandsvrouwen worden betrokken.
De conclusie dat gelijke rechten van mannen en vrouwen zijn gerealiseerd, is voorbarig. Er nemen meer vrouwen deel aan het arbeidsproces, maar gelijke beloning en een betere inkomenspositie zijn nog niet overal verkregen. Om dit te bereiken moeten de maatschappelijke organisaties in staat worden gesteld hun rol goed te vervullen.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks) ervaart dit overleg als mosterd na de maaltijd. De begrotingsbehandeling is inmiddels al afgerond en aan de hand van een aantal nota's zal in ander overleg op specifieke aspecten worden ingegaan. De staatssecretaris heeft de afgelopen jaren veel kritiek te verduren gekregen, niet alleen op de voortgang van het beleid, maar ook op vormgeving van de integrale aanpak. Overigens draagt ook de Kamer een zekere verantwoordelijkheid voor een integrale aanpak van het emancipatiebeleid. De leden moeten alert blijven en de activiteiten van hun collega's in andere commissies nauwgezet volgen. Mevrouw Van Gent wijst erop dat zij de emancipatiewoordvoerders attent heeft gemaakt op het amendement dat haar collega Vendrik bij de Veegwet zou indienen over de zogenaamde combinatiekorting. Het blijkt dan heel lastig om te oordelen over het beleid van een ander ministerie. De regie ligt bij de staatssecretaris, maar dit mag niet betekenen dat zij de hele film zelf draait en dat anderen zich daarvan weinig aan trekken.
De staatssecretaris geeft blijkt van een optimistisch mensbeeld; ook van de sociale partners verwacht zij veel. Het is echter opvallend hoe moeilijk het voor werkgevers en vakbonden is om maatregelen in het kader van arbeid en zorg in de CAO's op te nemen. Bovendien zijn er nog steeds werknemers die niet onder een CAO vallen. Een motie waarin de regering werd gevraagd om een wettelijke basisvoorziening indien in 2002 in 90% van de CAO's nog geen kinderopvang is geregeld, heeft het helaas niet gehaald, terwijl in die motie alleen werd gevraagd of in de tussentijd extra stappen kunnen worden gezet. Weliswaar is in 60% van de CAO's iets geregeld voor kinderopvang, maar vaak is dit heel beperkt en toegespitst op de nul- tot vierjarigen. Er wordt te lang getreuzeld. Is de staatssecretaris bereid in de loop van 2001 een overzicht te verschaffen van de verschillende regelingen in de CAO's zodat wellicht nog tussentijds actie kan worden ondernomen?
In de begrotingsbrief worden veel maatregelen aangekondigd, maar er zou meer uitgegaan moeten worden van streefcijfers en streefdoelen. Verder zou de begrotingsbrief moeten worden betrokken bij de verantwoordingscyclus die nu in de Kamer is ingezet. Daarbij speelt de relatie met het meerjarenbeleidsplan een rol. Het is mooi dat nota's en brieven worden opgesteld, maar het gaat om het beleid dat daaruit voortkomt en de doelen die worden nagestreefd.
Emancipatie is meer dan economische zelfstandigheid. Bovendien wordt emancipatie nog te veel gepresenteerd als een probleem van vrouwen. Het beleid moet veel meer op mannen worden gericht. Uit het rapport van het SCP blijkt dat jongens schoorvoetend aangeven dat zij later misschien een deel van de zorg voor hun kinderen op zich willen nemen, maar er niet veel voor voelen om hun handen te laten wapperen in het huishouden. Vrouwen zouden zich moeten bekwamen in de kunst van het loslaten en mannen in de kunst van het aanpakken. Dit zou het uitgangspunt voor de doelstellingen op dit terrein moeten zijn.
De Groenen in Duitsland hebben voorgesteld een contract op te stellen voor de huishouding. Het gaat te ver om een afwaspolitie in het leven te roepen, maar misschien is de tijd wel rijp voor een afwas- of huishoudstaking. Dit lijkt ludiek, maar de bestaande rolpatronen moeten hoe dan ook worden doorbroken. Het is toch vreemd dat mensen veel zaken vastleggen in samenlevingscontracten en huwelijksovereenkomsten (op huwelijkse voorwaarden), maar als het gaat om de verdeling van arbeid en zorg heel weinig afspraken maken. De overheid treedt immers ook in niet-overdraagbare verlofregelingen. Desgevraagd voegt mevrouw Van Gent hieraan toe dat bij iedere bespreking over het emancipatiebeleid wordt gewezen op de problemen die vrouwen ondervinden. Misschien is nu de tijd aangebroken om eens een paar stappen verder te zetten. Natuurlijk is het niet de bedoeling een blauwdruk te maken van zo'n overeenkomst. In dit verband is het interessant om de levensloopbestendige arbeids- en zorgpatronen bij het beleid te betrekken. De commissie dagindeling heeft een aantal experimenten in die richting geïnitieerd. In dergelijke patronen is grote flexibiliteit mogelijk zonder dogma's, maar tegelijkertijd wordt geprobeerd de taken zo goed mogelijk te verdelen. De overheid zou voorwaarden moeten creëren om die flexibele patronen mogelijk te maken.
Mevrouw Van Gent vindt dat de tijd is aangebroken om maatregelen te nemen die de positie van herintredende vrouwen verbeteren. Die maatregelen kunnen zeer divers zijn. Bij de behandeling van de begroting van VWS is hiertoe een motie ingediend. Hoe denkt de staatssecretaris hierover?
De inkomenspositie van oudere vrouwen verdient extra aandacht. Welke activiteiten worden hiertoe in gang gezet? Hetzelfde geldt voor allochtone vrouwen. Wanneer kan de Kamer de voorstellen tegemoet zien voor zwangerschaps- en bevallingsverlof voor ambtsdragers? Wellicht kan vervanging bij ziekte hierbij worden betrokken.
Het is jammer dat de werkconferentie pas in het voorjaar van 2001 plaatsvindt. Zijn middelen gereserveerd om het bedrag van 14,3 mln. te verhogen? Het Landelijk overleg vrouwen en arbeidsongeschiktheid schrijft over de zogenaamde hypotheekziekte. Ook in de media wordt hierover veel geschreven. Mevrouw Van Gent ergert zich aan deze ongenuanceerde berichtgeving en vraagt de staatssecretaris daartegen stelling te nemen.
Mevrouw Bussemaker (PvdA) vindt de begrotingsbrief emancipatiebeleid 2001 beter dan de twee voorgaande begrotingsbrieven, maar helaas wordt hierin nog steeds uitgegaan van plannen en gedachten en maar weinig van concrete doelstellingen die te controleren zijn voor de Kamer. Zij meent nog steeds dat er een gebrek is aan ambitie en verantwoording. Algemene doeleinden over de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen en het aandeel van mannen in de zorg in 2010 worden geformuleerd, maar niet wordt stap voor stap aangegeven hoe dit moet worden bereikt, zodat de Kamer kan nagaan of het beleid werkt. Wat denkt de staatssecretaris nu echt in 2001 te gaan bereiken? Verder wreekt het zich dat nu de begrotingsbrief 2001 wordt besproken en in januari het meerjarenbeleidsplan, dat verder gaat dan 2001. Zij hoopt dat de staatssecretaris daardoor niet makkelijk vragen naar de behandeling van het meerjarenbeleidsplan zal verschuiven.
Mede aan de hand van een plan van de PvdA is bij de behandeling van de begroting van SZW vorige week uitgebreid gesproken over de positie van herintreedsters. Ook in november 1999 is bij de begroting van SZW voor dit probleem aandacht gevraagd bij minister en staatssecretaris. In juli 2000 is de staatssecretaris gevraagd samen met VWS en OCS een interdepartementaal plan van aanpak op te stellen. In de begrotingsbrief wordt de positie van herintreedsters wel genoemd, maar er ontbreken concrete plannen. Mevrouw Bussemaker daagt de staatssecretaris daarom uit op dit punt concreter te zijn dan bij de begrotingsbehandeling vorige week. Dit probleem moet nu echt aangepakt worden. Het is bekend dat experimenten volgen. Er is voldoende geld, maar wat is de concrete ambitie van de staatssecretaris? De krapte op de arbeidsmarkt biedt nu de kans om de economische zelfstandigheid van vrouwen te benadrukken. Het probleem wordt door minister en staatssecretaris niet serieus genoeg aangepakt.
Nog steeds ontbreekt het aan middelen voor en inzicht in emancipatieactiviteiten. Mevrouw Bussemaker is blij met de toezegging van de staatssecretaris op het verzoek van de PvdA in een proeve in beeld te brengen hoeveel geld andere departementen besteden aan emancipatie. Is de uitkomst hiervan bekend voor het debat over de beleidsverantwoording in mei? Zij kan zich overigens goed vinden in het commentaar van Equality op de mainstreaming van het beleid. Equality beveelt een meer interdepartementale aanpak aan. Hoe denkt de staatssecretaris die te bereiken? Het is buitengewoon jammer dat de werkconferentie pas in het voorjaar wordt gehouden. Daardoor wordt het voor de Kamer wel erg moeilijk om nu al uit te spreken dat er meer geld moet komen. De PvdA is gevoelig voor financiële problemen van vrouwenorganisaties, maar dan moet wel duidelijk zijn wat daarmee precies gebeurt. Inhoud en financiën moeten samen opgaan. Kan de staatssecretaris daarover nog voor de Voorjaarsnota duidelijkheid geven?
Het voorstel van de regering om een fiscale afdrachtskorting ouderschapsverlof te organiseren, heeft mevrouw Bussemaker verrast. In feite is deze al goedgekeurd door de Kamer in het debat over het fiscaal stelsel. Zij vindt het jammer dat hierover geen inhoudelijk debat heeft plaatsgevonden, want de voorkeur van de PvdA gaat niet uit naar deze fiscale regeling, maar naar een individueel recht op ouderschapsverlof. Op basis waarvan meent de staatssecretaris dat in 2006 68 000 mensen ouderschapsverlof zullen opnemen?
In 2001 zal een tussenrapportage worden uitgegeven over de dagindeling. In 2003 zullen aanbevelingen en een eindrapportage volgen. De experimenten met dagindeling lopen echter al geruime tijd. Het moet toch mogelijk zijn om aan het eind van deze kabinetsperiode een evaluatie te presenteren waaruit lessen voor de toekomst getrokken kunnen worden?
De brief van Transact over vrouwenbesnijdenis heeft haar erg aangesproken. In een soort tienjarig plan wordt aangegeven wat er moet gebeuren. Daarbij wordt het accent meer gericht op preventie dan op vervolging. Kan de staatssecretaris hierop een reactie geven?
Minister Melkert heeft indertijd toegezegd een steunpunt in het leven te roepen in het kader van het VN-Vrouwenverdrag. De commissie gelijke behandeling werkt nu plannen uit voor het informatiepunt gelijke behandeling m/v, maar bij het VN-Vrouwenverdrag ging het om de implementatie van dit verdrag. Mevrouw Bussemaker vraagt zich af of het wel terecht is dat emancipatiegelden worden gebruikt om een algemeen informatiepunt gelijke behandeling op te zetten. Dat is toch immers ook een verantwoordelijkheid van de ministeries van Justitie en van BZK? Zij is nog niet overtuigd van de juistheid van de te volgen weg. Kan deze nogmaals worden toegelicht?
Mevrouw Schimmel (D66) zegt dat al veel in de steigers is gezet, maar dat ook nog veel opgeleverd moet worden. Wetgevingswinst – de Wet aanpassing arbeidsduur, de Wet arbeid en zorg, vakantiewetgeving, belastingwetgeving – is daarbij het allerbelangrijkst, want daaraan kunnen mannen en vrouwen rechten ontlenen.
In de begrotingsbrief worden vele lichte instrumenten beschreven, maar de staatssecretaris zou ook moeten aangeven wat zij in al 2001 wil bereiken. Daarvoor doet mevrouw Schimmel een aantal voorstellen:
– het tot stand brengen van een financiering voor tussenschoolse, naschoolse en buitenschoolse opvang;
– het realiseren van een wetsvoorstel waardoor voor zelfstandige onderneemsters en meewerkende partners een winstonafhankelijke bevallings- en zwangerschapsuitkering mogelijk wordt;
– het bij de Kamer indienen van een wetsvoorstel zwangerschaps- en bevallingsverlof politieke ambtsdragers;
– een kabinetsstandpunt over betaald langdurig zorgverlof;
– een kabinetsstandpunt met beleidsvoorstellen over arbeidsmarktparticipatie van allochtone meisjes en vrouwen;
– het concretiseren van het beleid gericht op jongens en mannen;
– het geven van gendertrainingen op de departementen, uiterlijk in 2002;
– een kabinetsstandpunt met beleidsvoorstellen over een levensloopbaanbenadering in het sociale stelsel, maar ook op andere terreinen zoals wonen, gezondheid en onderwijs;
– een follow-up van de stimuleringsmaatregel dagindeling en de bestuurlijke en wetstechnische vormgeving daarvan;
– het doobreken van het «glazen plafond».
In Duitsland wordt de financiering voor universiteiten mede afhankelijk gesteld van de resultaten op het gebied van emancipatie. Dat kan concreet doorwerken in het benoemingsbeleid.
Mevrouw Schimmel wil de financiële ondersteuning van de vrouwengroepen verbeteren, maar vindt het moeilijk om dit nu al toe te zeggen omdat de resultaten van de werkconferentie nog niet bekend zijn. Wel vraagt zij de staatssecretaris alvast geld hiervoor te reserveren. Eventueel kan over deze verbetering ook nog bij de Voorjaarsnota gediscussieerd worden. Zij zegt overigens onder de indruk te zijn van het werk van de Katholieke plattelandsvrouwen. Het was goed dat zij niet alleen een reactie gaven op de begrotingsbrief emancipatie, maar op de gehele begroting 2001, want daar gaat het uiteindelijk om.
Hoewel D66 zich altijd heeft ingezet voor een betaald ouderschapsverlof onafhankelijk van CAO-afspraken omdat dit mannen ertoe kan aanzetten een gedeelte van de verzorging op zich te nemen, is mevrouw Schimmel toch blij met het faciliëren van betaald ouderschapsverlof. Wel behoudt zij zich het recht voor om bij de desbetreffende wetsontwerpen nader te discussiëren over de vormgeving hiervan.
Het wordt tijd dat de staatssecretaris een positie inneemt in de discussie over de WAO en het aandeel van vrouwen daarin. Mevrouw Schimmel is niet blij met de wijze waarop de discussie vorige week door de heer Van Dijke en staatssecretaris Hoogervorst werd gevoerd. Kan de staatssecretaris hieraan aandacht besteden? Gebleken is dat alleen staan, in de bijstand of met werk, risico's oplevert voor de WAO. Daarvoor moet niet de WAO ter beschikking staan; fatsoenlijke regelingen moeten mensen de ruimte geven om zich even terug te trekken van de arbeidsmarkt. Een terugkeerregeling ligt dan eerder voor de hand dan een regeling in de WAO.
Het Informatiepunt gelijke behandeling heeft al veel stof doen opwaaien. Mevrouw Schimmel is het op zichzelf wel eens met de oplossing van de staatssecretaris, maar had uit het overleg over de rapportage van Groenman de indruk gekregen dat het informatiepunt erop was gericht het VN-Vrouwenverdrag betere bekendheid te geven. Het is immers van belang dat de doelstelling en de uitwerking daarvan zichtbaar worden.
Bij de stelling van Transact dat preventie van vrouwenbesnijdenis misschien beter is dan vervolging sluit mevrouw Schimmel zich aan.
Er is reeds een aantal rapporten geschreven over huiselijk geweld en de positie van de vrouw die het huis moet verlaten. Wordt op dit terrein wetgeving voorbereid of wordt dit alleen nog maar bestudeerd door een interdepartementale werkgroep?
De heer Weekers (VVD) onderschrijft de doelstelling van het emancipatiebeleid zoals die is verwoord in de meerjarennota. Hij onderkent dat het emancipatieproces zich in belangrijke mate autonoom voltrekt, maar wijst erop dat het nodig is dat de overheid dit proces ondersteunt door het scheppen van de juiste economische, culturele en sociale voorwaarden. Ofschoon gelijkberechtiging formeel is bereikt, is dit immers nog lang niet de praktijk van alle dag. Hij sluit zich aan bij de sprekers die hebben gezegd dat de staatssecretaris in het emancipatiebeleid veel meer aandacht moet besteden aan mannen en jongens. De opmerking van mevrouw Van Gent dat vrouwen moeten werken aan de kunst van het loslaten en mannen aan de kunst van het aanpakken vindt hij terecht. Hij is het overigens volstrekt oneens met haar suggestie om een taakverdeling in de huwelijksvoorwaarden op te nemen. Het is aan partners zelf om dit soort zaken met elkaar af te spreken.
De staatssecretaris heeft in het gesprek met TECENA (tijdelijke expertisecommissie in het nieuwe adviesstelsel) aangegeven dat het alimentatierecht en het huwelijksgoederenrecht zullen worden doorgelicht op emancipatieaspecten. Dat is een goede zaak. De vraag wie na een echtscheiding voor de kinderen zorgt, zou daarbij betrokken moeten worden. Thans zal in negen van de tien gevallen de vrouw automatisch voor het kind gaan zorgen. Dat komt voor een deel omdat mannen niet willen aanpakken, maar vrouwen verstaan op dit gebied ook nog niet geheel de kunst van het loslaten. Het zou goed zijn wanneer de samenleving het normaal vindt dat de vader voor de kinderen gaat zorgen. Wil de staatssecretaris dit aspect met de staatssecretaris van Justitie bespreken? De heer Weekers is het met mevrouw Van Gent eens dat mannen in het algemeen in huis fatsoenlijk moeten aanpakken. Hij steunde dan ook het betoog van andere sprekers om de emancipatie van de man meer in het beleid te verwerken.
Het is van groot belang om het emancipatieproces van alloctonen te voltrekken. De staatssecretaris heeft aangegeven dat een commissie vrouwen uit etnische minderheidsgroepen een onderzoek start en eind 2001 hierover rapporteert. Kan vooruitlopend op dit advies al actie worden ondernomen met het oog op een cultuuromslag bij allochtonengroepen? Deze zou met name gericht moeten zijn op allochtone mannen en jongens.
Het is moeilijk om nu al een besluit te nemen over de beschikbare subsidie voor de EOS. Bij het verlenen van subsidie is het van groot belang dat een antwoord kan worden gegeven op de drie w-vragen: wat willen we bereiken, wat gaan wij daarvoor doen en wat mag het kosten? De evaluatie van de EOS kan uitwijzen dat meer subsidie nodig is, maar ook dat gelden anders besteed moeten worden. Voorkomen moet worden dat stappen worden gezet voordat duidelijk is wat nodig is. Hij roept de staatssecretaris daarom op de beleidsevaluatie spoedig af te ronden. De gedachte dat 1 promille van het rijksbudget gereserveerd moet worden voor het emancipatiebudget, vindt de heer Weekers een verkeerde volgorde der dingen.
De VVD waardeert de inspanning van de staatssecretaris om op de derde woensdag in mei 2001 een proeve van een compleet overzicht aan te bieden van de gelden die op de verschillende departementen worden besteed aan emancipatiebeleid. Emancipatie is immers niet alleen een taak van deze staatssecretaris, maar van het gehele kabinet. De heer Weekers vindt het daarom goed dat de vaste commissie voor SZW het initiatief heeft genomen, op het gebied van emancipatie ook de nieren van andere bewindspersonen te proeven.
De staatssecretaris antwoordt op de schriftelijke vragen dat de informatievoorziening op andere departementen niet of in een te laat stadium plaatsvindt en dat veelal onvoldoende bekend is hoe aan de mainstreamingstrategie binnen het beleidsproces handen en voeten wordt gegeven. De heer Weekers is hierover licht verbaasd. Er is immers al eerder gesproken over een op te richten of al ingestelde interdepartementale werkgroep. Waar loopt het informatietraject van SZW naar de andere departementen spaak? Wat vindt de staatssecretaris in dit verband van de aanbevelingen in het rapport van TECENA, namelijk om een onafhankelijke commissie van genderdeskundigen in te stellen die het proces van duurzame integratie op departementen en in het adviesstelsel monitort en stimuleert, mede met behulp van zelfevaluatie en visitatie, en daarover rapporteert aan de Kamer? De VVD vindt dit een heel goede aanbeveling. De Weekers zegt geschrokken te zijn van het antwoord van de staatssecretaris dat hierover pas tegen de zomer een kabinetsstandpunt zal worden ingenomen. Wil de staatssecretaris voor het AO over het meerjarenbeleidsplan de Kamer informeren over haar standpunt, zodat de Kamer meteen aan de slag kan?
Het overzicht van een aantal onderzoeken dat als bijlage bij stuk nr. 27 411, nr. 7 is gevoegd, is niet compleet. Kan dit gecompleteerd worden met alle voor emancipatie relevante maatregelen, experimenten en onderzoeken van de laatste vijf jaar, ook met die welke onder de verantwoordelijkheid van een ander departement vallen?
Het beeld dat van onderzoek naar onderzoek wordt gehobbeld, moet worden weggenomen. Het is een goede zaak dat onderzoeken worden gedaan, maar deze moeten gevolgd worden door concrete aanbevelingen. Wil de staatssecretaris hierop ingaan en een stappenplan en een tijdpad overleggen zodat de Kamer weet wanneer zij zaken kan afronden?
De heer Weekers sluit zich aan bij de opmerkingen van de andere sprekers over het Informatiepunt gelijke behandeling.
De Joke Smitstichting heeft een emancipatieportaal via het internet. Is dit in de ogen van de staatssecretaris voldoende? In feite zou een compleet emancipatieportaal gerealiseerd moeten worden, zodat alle informatie en expertise die via of op het internet over emancipatie beschikbaar is, eenvoudig toegankelijk wordt. Vrouwenorganisaties kunnen hierbij ook een rol spelen en ervoor zorgen dat degenen die achterblijven in het emancipatieproces erbij worden betrokken. Hij neemt aan dat de rol van vrouwenorganisaties nadrukkelijk aan de orde komt in de beleidsevaluatie over onder meer de EOS.
De staatssecretaris merkt op dat in het meerjarenbeleidsplan, meer dan in de begrotingsbrief, is geprobeerd om zo concreet mogelijk aan te geven wat de beleidsdoelen zijn. Streefcijfers kunnen goed worden aangegeven als het bijvoorbeeld gaat om het aantal vrouwen in de top, of het aantal vrouwelijke burgemeesters, maar het wordt al lastiger als het bijvoorbeeld gaat om de dagindeling. Per hoofdstuk is bekeken waar streefcijfers aangegeven konden worden. Soms zijn ook de informatiebronnen niet helemaal helder, zoals bij het aanpakken van huiselijk geweld tegen vrouwen, of zijn statistieken verschillend waardoor het nu nog niet mogelijk is om prestatie-indicatoren te formuleren, maar deze moeten er wel zijn als bijvoorbeeld het plan van aanpak huiselijk geweld wordt uitgebracht. Het is te kort dag om al voor medio 2001 streefdoelen te formuleren. Dat hangt ook samen met een aantal cycli: de emancipatiemonitor heeft een tweejarige cyclus, de derde woensdag in mei is een jaarlijkse cyclus en de politiek kent een vierjarige cyclus. De staatssecretaris zegt toe zo goed mogelijk te rapporteren ter gelegenheid van de derde woensdag in mei, maar voor een cijfermatige vooruitgang zijn een monitor en statistieken nodig en dat kost meer tijd.
Zij is het niet eens met mevrouw Visser dat in de begrotingsbrief te veel het accent wordt gelegd op de economische zelfstandigheid. Economische zelfstandigheid is belangrijk, om economische redenen of voor de toetreding tot de arbeidsmarkt, maar de economische zelfstandigheid is ook van invloed op de relatie tussen mannen en vrouwen en kan helpen om geweld tegen vrouwen verder uit te bannen. Door economische zelfstandigheid krijgen vrouwen de mogelijkheid om hun talenten te ontplooien en door participatie op de arbeidsmarkt kunnen zij mede invloed uitoefenen op maatschappelijke ontwikkelingen. Zij was het wel eens met mevrouw Visser dat te allen tijde sprake moet zijn van een keuzemogelijkheid. Daarom is behalve op economische zelfstandigheid, ook nadruk gelegd op de levensloopbenadering, zodat differentiatie in het levenspatroon mogelijk wordt. Het gaat erom dat mensen keuzen kunnen maken op basis van een divers leefpatroon. De staatssecretaris is buitengewoon verheugd over het advies van de VROM-raad, maar is het niet met de raad eens dat een soort standaard geforceerd wordt. Er wordt niet met een nieuwe standaard gewerkt. In de begrotingsbrief is juist het accent gelegd op de diversiteit, de keuzemogelijkheid en de levensloopbenadering. In dat kader vindt een analyse plaats van bijvoorbeeld het pensioenstelsel, het sociale zekerheidsstelsel, het onderwijs en het fiscale stelsel. Aan de hand van deze analyse kunnen knelpunten duidelijk worden en belemmeringen worden weggenomen.
De andere kant van de medaille, de zorginfrastructuur, verdient ook de aandacht. De WRR is al heel nadrukkelijk ingegaan op de gevolgen op termijn van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Deze raad voorziet vooralsnog geen acuut probleem voor de mantelzorg, maar op dit gebied moet wel beleid ontwikkeld worden en dat wil de staatssecretaris ook bevorderen.
Ook de economische waarde van onbetaalde arbeid zal in beeld worden gebracht, niet direct in geld, maar wel in termen van toegevoegde waarde voor de economie. Wat zou er bijvoorbeeld gebeuren als er geen onbetaalde arbeid meer is? Hieruit mag niet worden afgeleid dat voor degenen die geen betaalde arbeid verrichten automatisch kinderopvang beschikbaar komt, maar de staatssecretaris vindt het wel belangrijk om de combinatie arbeid en zorg uitdrukkelijk te betrekken bij het denken over de levensloop om daar vervolgens beleidsconclusies aan te koppelen. Deze conclusies worden nu nog niet getrokken. Daarvoor moet eerst het een en ander goed in kaart gebracht zijn.
Voor de versnelling van het emancipatieproces is het wezenlijk dat mannen een aandeel in de zorg op zich nemen. Uit de monitor blijkt dat de tijd die vaders aan hun kinderen besteden, de laatste jaren is toegenomen, maar het aandeel van mannen in huishoudelijke taken is nog te gering. Vrouwen kunnen deze taak nog niet voldoende loslaten en mannen weten deze nog onvoldoende aan te pakken. In de begrotingsbrief is aangegeven dat dit aandeel, gekoppeld aan de arbeidsparticipatie van vrouwen, naar 40% zou moeten. Dit blijft echter een vrije keuze voor mannen en vrouwen. De overheid kan faciliëren, stimuleren en proberen om een cultuuromslag te bewerkstelligen, maar overheidsdwang gaat te ver. De voorlichtingscampagne zal daarom uitdrukkelijk gericht zijn op de jonge generatie. Ook zal worden bekeken of het alimentatiesysteem en het huwelijksgoederenrecht nog wel passen bij het eigentijdse denken over de combinatie arbeid en zorg en de invulling van de zorgverplichting door mannen. De staatssecretaris voelt niet voor het voorstel van mevrouw Van Gent om hierover iets op te nemen in contracten.
De vrouwelijke handelsdelegatie die mevrouw Jorritsma heeft aangekondigd, vindt de staatssecretaris een goed idee. Het is heel goed om eens te laten zien dat er ook vrouwelijke ondernemers zijn.
Over het emancipatieondersteuningsbeleid merkt de staatssecretaris op dat zij zal proberen om de evaluatie eerder te voltooien. Die is in ieder geval eind januari klaar. De werkconferentie, die begin volgend jaar zal plaatsvinden, zal door de overheid ook financieel worden ondersteund, maar valt onder de verantwoordelijkheid van de vrouwenorganisaties zelf. De uitkomsten van de evaluatie en de werkconferentie moeten uitdrukkelijk in beeld worden gebracht voordat hierover een standpunt kan worden ingenomen. ICT is een hulpmiddel dat kan worden ingezet voor meer samenwerking tussen vrouwenorganisaties. Het programma Equal biedt voor het jaar 2001 al mogelijkheden voor NGO's en vrouwenorganisaties om samen met andere organisaties deel te nemen aan projecten. In 2001 is 1 mln. meer beschikbaar voor vrouwenorganisaties. Aan de hand van de resultaten van de conferentie kan worden bekeken of meer geld nodig is. Het is te vroeg om daarvoor nu al geld beschikbaar te stellen. De staatssecretaris zegt toe haar best te doen om in het kader van de Voorjaarsbrief hierover een kabinetsstandpunt aan de Kamer te overhandigen.
De sociale partners zullen een grote rol moeten vervullen in het emancipatiebeleid en bij het tot stand komen van een cultuuromslag. Sociale partners houden zich ook bezig met hogere inkomens, waarom dan niet met vrouwen in de top, de employability, herintreedsters en ongelijke betaling van mannen en vrouwen? Dat laat overigens onverlet dat de overheid hierbij ook een taak heeft.
De mainstreaming zal op een aantal manieren worden aangepakt. Een interdepartementale werkgroep op hoog niveau zal bekijken hoe mainstreaming structureel beter kan worden ingebed in de ambtelijke organisatie. Politiek commitment is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. De financiële stromen zullen in kaart worden gebracht. Een eerste proeve daarvan zal in mei worden voorgelegd. Dit is overigens nog niet zo eenvoudig. Zaken zijn immers nog vaak onduidelijk: is geld voor kinderopvang bijvoorbeeld wel of geen emancipatiegeld? Op verschillende grote dossiers worden verder strategische scans uitgevoerd waarbij wordt bekeken hoe emancipatie-elementen kunnen worden ingebracht. Op basis van de uitkomsten hiervan en de aanbevelingen van TECENA wordt geprobeerd om rond de zomer een plan van aanpak mainstreaming te presenteren dat vervolgens geïmplementeerd zal worden. De emancipatie-effectrapportages zullen ook bij dit plan van aanpak worden betrokken. Uit de begrotingsbrief en het Emancipatiebeleidsplan blijkt al dat mainstreaming op departementaal niveau steeds meer vorm krijgt. De staatssecretaris geeft hierbij de dagindeling als voorbeeld. In de Vijfde nota ruimtelijke ordening zal bijvoorbeeld worden opgenomen dat gemeentes de bestemmingsplannen moeten toetsen op de effecten daarvan voor de dagindeling. Ook wordt gediscussieerd over de verbinding tussen zorgknooppunten en grondbeleid.
Voor de herintreedsters is 270 mln. beschikbaar. Ook komt geld beschikbaar voor de kinderopvang voor herintreedsters. Er zijn intensiveringen afgesproken met de arbeidsvoorziening en er zijn afspraken gemaakt met de sociale partners over de scholing van herintreedsters. Begin volgend jaar gaat voorts het kenniscentrum eigen verworven competenties van start. Ook daarbij wordt heel nadrukkelijk aandacht geschonken aan herintreedsters. Om te investeren in de kwaliteit van de arbeid, wat met name van belang is voor laag opgeleide vrouwen, zijn concrete suggesties gedaan voor quick scans bij bedrijven. Verder zullen in het kader van het SUWI-traject activiteiten ondernomen worden voor herintreedsters. Tegenover mevrouw Visser merkt de staatssecretaris op dat het op dit moment niet mogelijk is om het geld voor een scholingstraject terug te vorderen als de desbetreffende persoon na de scholing niet aan het werk gaat. Wel kan de scholing worden stopgezet als blijkt dat er onvoldoende gestudeerd wordt of als er onvoldoende motivatie is. In het kader van het SUWI-traject wordt gediscussieerd over de vraag of terugvorderen mogelijk moet zijn, maar het kan juist een drempel opwerpen voor lager opgeleide herintreedsters. Met name in het meerjarenbeleidsplan worden op dit gebied concrete ideeën uitgewerkt die volgend jaar zullen worden uitgevoerd. Er worden afspraken gemaakt met de sociale partners over scholing en er worden afspraken gemaakt met de arbeidsvoorziening. In januari start een kinderopvangproject voor 1200 herintreedsters. Voorts werkt de minister van EZ aan een herintredingsproject ICT met de vrouwenvakscholen. Er staat echt veel op papier en daarin zal volgend jaar geïnvesteerd moeten worden. De politieke wil om te investeren in herintreedsters is er. Juist op dit moment, nu er krapte is op de arbeidsmarkt, moet hieraan iets worden gedaan.
De staatssecretaris zegt zich verbaasd te hebben over de opmerking van mevrouw Bussemaker over het ouderschapsverlof, omdat juist de fiscale stimulering daarvan in een hoog tempo tot stand is gekomen. Dat 68 000 mensen daarvan gebruik zullen maken, is een inschatting die gebaseerd is op de evaluatie van het ouderschapsverlof. Zij zegt toe te proberen om over de dagindeling een rapport uit te brengen dat een rol kan spelen bij de formulering van het nieuwe regeerakkoord.
Het kabinet heeft ervoor gekozen het Informatiepunt gelijke behandeling toe te vertrouwen aan de commissie gelijke behandeling omdat het de mogelijkheid wil behouden dit informatiepunt op termijn uit te breiden voor andere vormen van discriminatie. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat het informatiepunt zich ook bezighoudt met de implementatie van het Vrouwenverdrag. De commissie gelijke behandeling kan daarover adviseren aan de departementen en het kabinet. In de voorjaarsbrief is f 750 000 extra beschikbaar gesteld voor het informatiepunt. Dit geld wordt dus niet weggehaald bij vrouwenorganisaties.
Een aantal aanbevelingen van Transact is verwerkt in het meerjarenbeleidsplan. Voorzover meer aanbevelingen verwerkt moeten worden, zal ook daaraan worden gewerkt. Dat geldt zeker voor de uitwerking van het plan van aanpak genitale verminking.
De meeste beleidsprioriteiten die mevrouw Schimmel heeft aangegeven, zijn verwerkt in de begrotingsbrief en het meerjarenbeleidsplan. Het is belangrijk om iets te doen aan tussenschoolse opvang. Daar wordt samen met mevrouw Vliegenthart aan gewerkt. De staatssecretaris zegt toe zich ervoor in te zetten dat op dit gebied echt stappen worden gezet. Hetzelfde geldt voor het doorbreken van het glazen plafond. Inmiddels zijn het LISV en de CTSV gevraagd, adviezen uit te brengen over zwangerschaps- en bevallingsverlof voor zelfstandige onderneemsters in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen. De minister van BZK houdt zich bezig met het zwangerschaps- en bevallingsverlof voor politieke ambtsdragers. Daarover zal volgend jaar meer duidelijkheid moeten bestaan omdat hiervoor een grondwetswijziging nodig is. Over gendertrainingen op de departementen wordt nog nagedacht. De minister van EZ neemt hierbij het voortouw.
Mevrouw Visser-van Doorn (CDA) vindt de belofte van de staatssecretaris haar uiterste best te zullen doen om bij de Voorjaarsnota een kabinetsstandpunt aan de Kamer voor te leggen over de EOS te vaag. Het is nodig dat de positie van de vrouwenorganisaties in 2001 wordt verbeterd. Zij handhaaft daarom haar verzoek om geld te reserveren voor het geval uit de evaluatie en de werkconferentie blijkt dat meer geld nodig is.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks) sluit zich daarbij aan. Het lijkt haar logisch dat meer geld nodig is. Zij is het overigens niet eens met de manier waarop f 750 000 beschikbaar wordt gesteld voor het Informatiepunt gelijke behandeling. Kan de staatssecretaris nog ingaan op het WAO-debat?
Het is goed dat voorlichtingscampagnes gericht worden op jonge mannen. Het moet helder zijn dat zij geen watjes worden door een deel van de zorg op zich te nemen, maar het is ook nodig dat belemmerende mythes voor vrouwen – slechte moeder, slecht imago van kinderopvang, schaamtegevoelens bij positieve acties – worden weggenomen. Door middel van publiekscampagnes zou hierover een breed debat in de samenleving moeten worden georganiseerd.
Mevrouw Bussemaker (PvdA) wil graag weten over welke thema's de staatssecretaris in mei gegevens zal presenteren. Wat wil zij in 2001 nu echt gaan regelen? De staatssecretaris geeft aan dat zowel in de begrotingsbrief als in het meerjarenbeleidsplan veel activiteiten op het gebied van herintreedsters zijn opgenomen. Kan zij in een integraal overzicht aangeven welke initiatieven zijn genomen, welke projecten lopen en welke afspraken op dit gebied zijn gemaakt met de sociale partners?
Het antwoord van de staatssecretaris over het Informatiepunt gelijke behandeling heeft mevrouw Bussemaker niet overtuigd. Het informatiepunt zal zich echt moeten richten op het VN-Vrouwenverdrag. Ze is wel blij met de toezegging dat een plan van aanpak wordt uitgebracht gericht op preventie van vrouwenbesnijdenis.
Mevrouw Schimmel (D66) zegt nogmaals het belangrijk te vinden dat een betere discussie wordt gevoerd over vrouwen en de WAO. Zij spreekt zich verder uit voor een financiële versterking van vrouwenorganisaties, maar laat het uiteindelijke oordeel hierover afhangen van de resultaten van de werkconferentie. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota wil zij hiervoor middelen reserveren.
De visie op de levensloopbenadering moet niet alleen betrekking hebben op het sociale stelsel, maar op alle elementen in het leven van een mens. Het Informatiepunt gelijke behandeling moet zich vooral richten op het bekend maken van het VN-Vrouwenverdrag. Dat moet ook enigszins tot uitdrukking komen in de wijze van financiering.
De informatiecampagne gericht op jonge mannen stemt de heer Weekers (VVD) hoopvol. Wanneer ontvangt de Kamer het standpunt van het kabinet over de mainstreaming, de aanbevelingen van TECENA en de strategische scans?
De staatssecretaris heeft aangegeven met de staatssecretaris van Justitie in overleg te treden over het alimentatie- en het huwelijksgoederenrecht. Wanneer zal dit gesprek plaatsvinden en kunnen daarbij ook het zorgrecht en het omgangsrecht worden betrokken? Tot slot herinnert hij eraan nog geen antwoord gekregen te hebben op zijn verzoek om een emancipatieportaal.
De staatssecretaris vindt het heel goed om in het gesprek met Justitie over het alimentatie- en huwelijksgoederenrecht het omgangsrecht en het zorgrecht te betrekken. Zij wil daarover voor de zomer duidelijkheid verschaffen.
Het is de bedoeling dat voor het zomerreces een kabinetsstandpunt zal worden gegeven over het plan van aanpak mainstreaming. Bij de verantwoording in mei zal een proeve worden overgelegd van de financiële stromen op de verschillende departementen, opdat op basis daarvan gewerkt kan worden aan de begroting voor 2002.
Met de Joke Smitstichting en het IIAV vindt in januari een gesprek plaats over het emancipatieportaal en de rol die zo'n portaal kan spelen.
Aan de term «hypotheekziekte» die in de discussie over de WAO wordt gehanteerd, ergert de staatssecretaris zich buitengewoon. Daardoor wordt de indruk gewekt dat vrouwen arbeid en zorg niet kunnen combineren en ze maar beter weer gewoon naar huis kunnen gaan. Met die benadering is de staatssecretaris het niet eens. Staatssecretaris Hoogervorst heeft dat in het begrotingsdebat ook kenbaar gemaakt. Het kabinet spreekt ook op dit gebied dus met één mond.
De EOS bestaat al vanaf 1998. Thans wordt versneld geëvalueerd. De staatssecretaris vindt het verstandiger om de resultaten van de werkconferentie af te wachten en in het kader van de Voorjaarsnota een kabinetsstandpunt uit te brengen over de voortgang.
Het is zonde om de taak van het Informatiepunt gelijke behandeling te beperken tot het verschaffen van informatie en het adviseren over en het implementeren van het VN Vrouwenverdrag. Er kan immers ook behoefte zijn aan kennis over Europese richtlijnen en het Nederland recht op het gebied van gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Voor herintreedsters wordt een aantal acties voorbereid. Een aantal projecten is in gang gezet. In het Emancipatiebeleidsplan is reeds een aantal concrete voornemens opgenomen. Er is een plan van aanpak. De staatssecretaris ziet niet in wat zij nog meer kan doen.
Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (RPF/GPV), Bakker (D66), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Van der Knaap (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Balkenende (CDA), Van Gent (GroenLinks), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA), Wilders (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Bolhuis (PvdA).
Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Van Middelkoop (RPF/GPV), Van Vliet (D66), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Eisses-Timmerman (CDA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Schoenmakers (PvdA), Dankers (CDA), Wagenaar (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA), De Vries (VVD), Klein Molekamp (VVD), Van der Hoek (PvdA), Hamer (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27411-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.