27 406
Nota «De kenniseconomie in zicht»

nr. 120
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2008

Het kabinet heeft in haar beleidsprogramma «Samen werken, samen leven» het project Nederland Ondernemend Innovatieland (NOI) aangekondigd. In het kader van dit project bied ik u namens het kabinet bijgaand aan de Langetermijnstrategie NOI en de maatschappelijke innovatieagenda’s voor Veiligheid, Gezondheid en Water.1 Hiermee geef ik tevens invulling aan de toezegging die ik u heb gedaan tijdens het AO Stelsel en Sturing Wetenschappelijk Onderzoek van 14 mei jl. (31 288/27 406, nr. 29).

Het project NOI heeft als doel om zowel de concurrentiekracht van Nederland te versterken als maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. In het verleden stonden deze uitdagingen nog wel eens met de ruggen tegenover elkaar. Maar dat is aan het veranderen. Geld verdienen, onderzoek doen en maatschappelijke opgaven aanpakken zijn niet strijdig, maar moeten elkaar juist versterken. NOI draagt bij aan deze doelen door zich te richten op een betere benutting van kennis en vernieuwend ondernemerschap voor maatschappelijke opgaven op terreinen als energie, onderwijs, waterbeheer, gezondheidszorg, veiligheid, duurzame agroproductie, milieu, mobiliteit en veiligheid. Het werkprogramma NOI is u op 17 september 2007 aangeboden (TK 2006–2007, 27 406, nr. 112).

Het project NOI wordt interdepartementaal aangepakt. De programmadirectie Kennis en Innovatie is opgericht om het werkprogramma NOI uit te voeren. In deze interdepartementale directie werken tien ministeries samen. Deze interdepartementale samenwerking biedt uitgelezen kansen om onverwachte combinaties te leggen. In NOI zoeken we nieuwe oplossingen door verbindingen te leggen: tussen sectoren, tussen departementen, tussen onderwijs, onderzoek en ondernemerschap.

Langetermijnstrategie

Onderdeel van het project NOI is het opstellen van de Langetermijnstrategie «Naar een agenda voor duurzame productiviteitsgroei». De Langetermijnstrategie is tot stand gebracht op basis van de Kennisinvesteringsagenda van het Innovatieplatform en het advies«Nederland in de Wereld». Ook deze Langetermijnstrategie neemt het verbinden van maatschappelijke en economische opgaven als uitgangspunt. De Langetermijnstrategie schetst een aantal toekomstbeelden voor verschillende maatschappelijke sectoren en voor de economie. Deze toekomstbeelden geven richting aan de ambities die de overheid zich stelt. Om deze ambities te halen staat «duurzame productiviteitsgroei» cruciaal. De kunst is meer te doen met minder; om slimmer en schoner te werken.

In de Langetermijnstrategie staan drie factoren centraal die grote invloed hebben op de groei van duurzame productiviteit: 1) het versterken en benutten van talenten; 2) het versterken en benutten van kennis in publiek en privaat onderzoek en 3) het bevorderen van innovatief ondernemerschap. Deze drie factoren zijn uitgewerkt in concrete doelen en maatregelen. Als richtpunt voor het bereiken van deze doelen is 2011 gekozen, om te laten zien welke inspanningen het kabinet nu neemt om duurzame productiviteitsgroei te vergroten. Maar de Langetermijnstrategie schetst ook een zevental beleidsperspectieven voor de langere termijn. Zij zijn nodig om de toekomstbeelden over 2030 onder handbereik te brengen.

Door de investeringen die in de afgelopen jaren zijn gedaan in de Nederlandse kennisinfrastructuur en het innovatielandschap, is de overheid erin geslaagd massa te creëren op een beperkt aantal gebieden. Nederland is bezig zich hierop voortvarend te ontwikkelen en zich stevig (internationaal) te positioneren. We moeten doorzetten op ingeslagen wegen en voortbouwen op eerdere investeringen, zodat deze niet verloren gaan. In deze Kabinetsperiode loopt de financiering van een aantal uit het Fes gefinancierde initiatieven ten einde. Volgens huidige inzichten zijn voor continuering majeure bedragen nodig over de periode 2009–2014. Het Kabinet start op korte termijn een traject dat zal leiden tot besluitvorming in het voorjaar 2009 over welke projecten binnen de door de Commissie van Wijzen geformuleerde gebieden en thema’s voortgezet kunnen worden. Ten behoeve van deze besluitvorming zal een kritische en zorgvuldige beoordeling plaatsvinden op basis van de gebruikelijke Fes-criteria enprocedures en in afweging met andere Fes-projecten in het domein onderwijs, kennis en innovatie die deze kabinetsperiode aflopen en komend voorjaar beslissingsrijp zijn.

Tevens start het kabinet in samenspraak met zowel publieke als private partijen als het Innovatieplatform met de voorbereiding van een investeringsagenda voor onderzoek en innovatie na deze kabinetsperiode.

Maatschappelijke innovatieagenda’s

In het project NOI worden ook maatschappelijke innovatieagenda’s opgesteld. De maatschappelijke innovatieagenda’s voor Veiligheid, Gezondheid en Water bied ik u met deze brief aan. De integrale innovatieagenda voor energie (31 530, nr. 1) (opgesteld vanuit pijler 2 en 3) ontvangt u separaat.

In de maatschappelijke innovatieagenda’s geeft het kabinet aan op welke manier kennis, innovatie en ondernemerschap zullen worden ingezet bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. De maatschappelijke innovatieagenda’s dragen daarmee hun steentje bij aan het bereiken van de toekomstbeelden die geschetst zijn in de Langetermijnstrategie. Bij het opstellen van de maatschappelijke innovatieagenda’s hebben de analyses, voorstellen en events van het Innovatieplatform een belangrijke rol gespeeld.

De agenda’s zijn opgesteld vanuit een interdepartementale aanpak en zijn daarmee aanvullend op lopend beleid. Ze worden nu verder uitgewerkt in concrete innovatieprogramma’s die dit najaar zullen starten. Bij de uitwerking kan worden gedacht aan het uitdagen van bedrijven, kennisinstellingen en andere organisaties om hun expertise in te zetten bij het vinden van oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken, het aanpakken van regelgeving, het slechten van andere obstakels voor innovatie binnen sectoren of het creëren van ruimte voor experimenten.

Voor de uitvoering van de maatschappelijke innovatieagenda Gezondheid is een bedrag van € 60 miljoen vrijgemaakt voor de komende vier jaar. De maatschappelijke innovatieagenda Gezondheid sluit aan op de VWS brief over innovatie in preventie en zorg die u op 7 februari jl. heeft ontvangen (TK 2007–2008, 31 200, nr. 116). Voor de uitvoering van de maatschappelijke innovatieagenda Veiligheid is € 15 miljoen vrijgemaakt voor de komende vier jaar. Deze agenda is complementair aan de activiteiten die binnen pijler 5 worden ontwikkeld op het gebied van veiligheid. Ook voor de uitvoering van de maatschappelijke innovatieagenda Water is € 15 miljoen vrijgemaakt voor de komende vier jaar.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven