27 401
Zorgnota 2001

nr. 74
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2002

Hierbij zend ik u mijn reactie op de vraag, gesteld door het lid van uw Kamer Kant (SP) tijdens de regeling van werkzaamheden d.d. 4 juni jl., over ondernemerschap Thuiszorg Rotterdam.

Mevrouw Kant vroeg of daadwerkelijke premiegelden naar commerciële BV's zijn gesluisd en welke risico's er zijn verbonden aan dergelijke constructies.

Allereerst wil ik opmerken, dat nader onderzoek is geboden om te kunnen vaststellen of constructies, zoals die in Rotterdam worden gesignaleerd, in strijd zijn met wet- en regelgeving. In het bijzonder vraag ik daarbij aandacht voor de situatie dat publieke middelen hierdoor niet aan de zorg ten goede komen. Vorengenoemd onderzoek zal uitgevoerd worden door de instanties die belast zijn met controle en toezicht. Zoals u wellicht bekend is, heeft het Zorgkantoor Rotterdam – in lijn met het vorenstaande – al besloten om te starten met de voorbereidingen van een accountantsonderzoek en hierover in overleg te treden met andere betrokken instanties.

Voor een uitgebreidere beantwoording verwijs ik u naar de antwoorden op de vragen van het kamerlid mevrouw Arib over thuiszorg en commercie, welke heden verzonden zullen worden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

Naar boven