27 400 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2001

nr. 92
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2001

Tijdens de vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2001 heeft het lid Ravestein c.s. een motie (27 400 XVI nr. 46) ingediend waarin het hierna volgende aan de orde kwam:

Voor veel (potentiële) jeugdige rolstoelsporters is het vervoer van en naar trainingen en wedstrijden kostbaar en tijdrovend. Hierdoor komt de toestroom van nieuw talent in gevaar. Daarom wordt in de motie de regering verzocht een voorstel te doen om sportbonden in staat te stellen de kosten van vervoer van en naar trainingen en wedstrijden voor jeugdige talenten te vergoeden.

Ik heb u reeds geantwoord met NEBAS en NOC*NSF in overleg te zullen treden om eventuele mogelijkheden na te gaan. Tevens heb ik toegezegd de mogelijkheden, die de WVG op dit punt biedt, te willen bezien.

Inmiddels is gesproken met NEBAS/NSG, NOC*NSF, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en TraXX, de organisatie die het openbaar vervoer voor mensen met een handicap regelt. In de bijlage bij deze brief kunt u een kort verslag van de gesprekken lezen.

Mede op basis van de informatie die mij is verstrekt door bovengenoemde partijen stel ik vast dat het momenteel niet duidelijk is in hoeverre het vervoer (reisduur, kosten) voor (jonge) mensen met een handicap een belemmering is om aan sport te doen. Hierover zijn onvoldoende gegevens beschikbaar. Wel blijkt uit een evaluatie naar het ketenvervoersysteem, dat door TraXX wordt gefaciliteerd, dat het openbaar vervoer nauwelijks wordt gebruikt. Eigen vervoer of het zelf regelen van vervoer lijkt favoriet te zijn. Ik ben daarom voornemens een onderzoek te laten uitvoeren naar de vervoersbehoefte die er leeft onder sporters met een handicap. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zal ik bezien of en zo ja, welke specifieke maatregelen genomen dienen te worden ten bate van sporters met een handicap.

Uitgangspunt daarbij is dat de vervoersproblematiek voor gehandicapte sporters zeker niet zwaarder zou mogen wegen als voor sporters zonder beperkingen.

Het bestaande beleid van organisatorische integratie van sporters met een handicap in reguliere sportverenigingen wordt voortgezet. Dit beleid, dat door VWS gesubsidieerd wordt, moet er toe leiden dat sporters met een handicap evenals niet gehandicapte sporters hun favoriete sport zoveel mogelijk kunnen beoefenen in de eigen leefomgeving. De verwachting bestaat dat dit beleid tot een vermindering van reistijd en de daarbij behorende kosten zal leiden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

BIJLAGE Achtergrondinformatie vervoer gehandicapte sporters

In 1994 is de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) ingevoerd. Vanaf dat moment vallen allerlei verstrekkingen voor mensen met een handicap onder de verantwoordelijkheid van de gemeente waarin men woont. Voor die tijd moest iemand met een handicap aankloppen bij een instantie als het GAK.

In de WVG is ook het vervoer voor mensen met een handicap geregeld. Gemeenten hebben de zorgplicht om mensen te vervoeren. Deze plicht houdt echter op bij de gemeentegrens. Dat betekent dat iemand die in Bunnik woont tot Utrecht (het Centraal Station) vervoerd kan worden en het vanaf daar zelf moet uitzoeken. Vóór de invoering van de WVG kregen mensen met een handicap een individuele vergoeding voor het vervoer. Als men van Bunnik naar Vinkeveen reisde, kreeg men daarvoor de taxikosten vergoed.

Om de beperking van de WVG te doorbreken (het transport stopt bij de gemeentegrens) is door SZW in 1999 TraXX in het leven geroepen. TraXX faciliteert het vervoer voor mensen met een handicap door het hele land. Dit tegen gangbare OV-prijzen. Wil men van Bunnik naar Vinkeveen dan wordt door TraXX een keten van vervoer opgesteld. (Transport van huis naar het station, dan de trein, dan eventueel de bus of een taxi). Iemand die gebruik wil maken van TraXX dient daarvoor een pasje aan te vragen.

Daarnaast is er de speciale TraXX-reisservice voor teamsporters in competitieverband. Dit is opgezet in overleg met NEBAS/NSG. Het vervoer van het gehele team en eventuele begeleiders gebeurt per bus.

Bestaand VWS-beleid

Uitgangspunt van het VWS-beleid is dat er geen onderscheid mag zijn tussen sport voor gehandicapten en sport voor niet-gehandicapten. Beide groepen moeten op een zelfde wijze en tegen vergelijkbare kosten toegang kunnen hebben tot de sportinfrastructuur.

Momenteel is het helaas zo dat veel reguliere sportverenigingen geen aanbod verzorgen voor sporters met een handicap. Als gevolg hiervan moeten sporters met een handicap – vooral als ze buiten de grote steden wonen – veelal langere reisafstanden afleggen dan niet-gehandicapte sporters om hun favoriete sport te kunnen beoefenen. Bovendien zijn veel gehandicapte teamsporters, als gevolg van het geringe aantal medesporters, genoodzaakt grote afstanden af te leggen om een wedstrijd in competitieverband te kunnen spelen.

Het stimuleren van organisatorische integratie van sporters met een handicap in reguliere sportverenigingen, moet er toe leiden dat sporters met een handicap evenals niet gehandicapte sporters hun favoriete sport zoveel mogelijk kunnen beoefenen in de eigen leefomgeving. De sportbond voor gehandicapte sporters NEBAS/NSG is nauw betrokken bij de organisatorische integratie. Bonden die de integratie willen bewerkstelligen, sluiten daartoe een convenant af met NEBAS/NSG. Een tiental bonden heeft dat reeds gedaan. De verwachting is dat dit aantal jaarlijks met tien toeneemt. Bonden die organisatorische integratie nastreven kunnen daarvoor subsidie bij VWS aanvragen. Dit beleid wordt voortgezet en moet er uiteindelijk toe leiden dat de toegankelijkheid van sportverenigingen toeneemt en dat mensen met een handicap een groter sportaanbod zullen vinden in hun woongeving. Hierdoor zullen de reistijd en de reiskosten voor mensen met een handicap aanzienlijk afnemen.

NEBAS/NSG

Volgens NEBAS/NSG is TraXX geen uitkomst. De volgende bezwaren worden genoemd:

– Om aan sport te kunnen doen, dient men vaak ver buiten de eigen gemeentegrenzen te gaan. Het aanbod van sportmogelijkheden voor mensen met een handicap is (nog steeds) erg beperkt. Voorbeeld: iemand die in Culemborg woont en wil judoën is aangewezen op Gorinchem, de dichtstbijzijnde plaats waar de sport aangepast kan worden beoefend. Van station tot station is de reistijd al 40 minuten, dan is men nog niet van deur tot deur. Dit betekent dat het reizen naar de training erg tijdrovend is, ook met TraXX. Bovendien is het kostbaar. Kortom: elke week trainen levert veel reistijd en kosten op.

– Wedstrijden zijn vaak landelijk of in ieder geval regionaal. Ook hiervoor moeten forse afstanden worden afgelegd en ook dit is kostbaar en tijdrovend.

Als mogelijke oplossing noemt de sportorganisatie het overhevelen van een deel van het geld uit TraXX naar de sportbonden. De sportbonden betalen op hun beurt de sporter die gaat trainen of naar een wedstrijd gaat. Dat kan dan bijvoorbeeld in de vorm van een kilometervergoeding. De sporter wordt hiermee in staat gesteld zelf zijn vervoermethode te kiezen. Een mogelijkheid is het openbaar vervoer, maar het kan ook dat met dit geld een ouder, vriend, buurman of vrijwilliger wordt «ingehuurd» om hem of haar met de auto te vervoeren.

Dit zou ook collectief georganiseerd kunnen worden. In Zeeland wordt het door de provinciale sportraad geregeld. Vrijwilligers vervoeren in de eigen auto of in een busje de sporters. Ze krijgen hier een vergoeding voor.

NOC*NSF

NOC*NSF staat positief tegenover het voorstel van NEBAS/NSG om een soort van persoonsgebonden budget ter beschikking te stellen van sportbonden. Wel stelt de koepel voor dit niet te beperken tot talenten, maar open te stellen voor alle rolstoelsporters.

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Directie Bijstandszaken verantwoordelijk voor de uitvoering van de WVG van het ministerie van SZW vindt het nu nog te vroeg om te oordelen over het TraXX-systeem. De regeling bestaat pas twee jaar en kent nog startproblemen. Verwezen wordt naar een evaluatie van TraXX die in opdracht van SZW is uitgevoerd en in maart 2001 is verschenen. Uit dit onderzoek blijkt onder meer het volgende:

– Van de 300 000 mensen die in aanmerking zouden kunnen komen voor de WVG-vervoervoorziening, hebben slechts zo'n 27 000 mensen een pas aangevraagd voor TraXX, hiervan zijn 11 000 rolstoelgebruikers. Slechts 27% van de pasgebruikers is jonger dan 55 jaar (peildatum: juni 2000). Mogelijke oorzaken: slechte bekendheid van TraXX (50% van de WVG vervoergeïndiceerden kent TraXX niet), veel mensen reizen met ander vervoer (met name eigen auto) en niet iedereen heeft vervoersbehoefte.

– Van de 27 000 pashouders gebruikt slecht 26% de pas actief, iets meer dan 7000 mensen.

– Het aantal geregistreerde sportreizen is verwaarloosbaar klein: 23 in één jaar. TraXX kent in de registratie van haar klanten geen onderscheid in «gewone» reizigers en sporters. Uit eigen onderzoek blijkt dat de ondervraagde sporters voornamelijk aangeven van eigen vervoer (bezit, ter beschikking gesteld of gehuurd materiaal) gebruikmaken om van en naar sportwedstrijden te komen. Het gemiddelde kostenniveau van dit soort retourreizen blijft vervolgens laag (vaak lager dan gemiddeld openbaar vervoer).

– De TraXX-gebruikers zijn behoorlijk tevreden over het systeem: het wordt met een 7.1 beoordeeld.

– 85 tot 90% van de pashouders maakt geen gebruik van de trein maar van de (rolstoel)taxi. Deze vorm van direct vervoer is net zo duur als het treintarief.

SZW gaat naar aanleiding van deze evaluatie een onderzoek instellen naar de vervoersbehoefte van mensen met een handicap.

In een reactie op het voorstel van NEBAS/NSG zegt het ministerie van SZW hier geen voorstander van te zijn. Het zou het einde van TraXX betekenen omdat dan ook andere groepen van gehandicapten een andere financiële regeling voor het vervoer willen. Met andere woorden: voor sporters is geen uitzondering te maken.

Bovendien is het ministerie niet overtuigd van het feit dat er een vervoersprobleem voor sporters met een handicap bestaat. Dat blijkt in ieder geval niet uit de evaluatie. SZW zou eerst een onderzoek willen waaruit blijkt waar het probleem precies zit. Vervolgens zou binnen het bestaand systeem naar een oplossing gezocht moeten worden.

TraXX

Ook de organisatie van TraXX (een dienst van Connexxion) constateert geen vervoersprobleem. Volgens een woordvoerder maken de meeste mensen gebruik van eigen vervoersmiddelen of huren ze, in het geval van een groepsreis, zelf een busje. De kosten die daarmee gemoeid zijn, liggen lager dan de kosten van het openbaar vervoer.

Naar boven