27 400 XIII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2001

nr. 64
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 17 juli 2001

De vaste commissie voor Economische Zaken1 heeft op 21 juni 2001 overleg gevoerd met minister Jorritsma-Lebbink van Economische Zaken over:

het jaarverslag NMa en DTe over het jaar 2000;

brief van de minister van Economische Zaken (27 400-XIII, nr. 59).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Bolhuis (PvdA) complimenteert de minister met het feit dat de ontwikkeling van de NMa-DTe-transparantie, waar de PvdA-fractie vorig jaar om had gevraagd, is toegenomen. Hij merkt op dat in het jaarverslag van de NMa veel aandacht wordt besteed aan ontheffingen, die een groot deel van de capaciteit in beslag nemen. Voor huisartsen, kappers of fysiotherapeuten zijn de prioriteiten en de werkwijze niet altijd duidelijk. Daarom is het goed dat de MKB-richtsnoer openbaar is gemaakt. Men kan zich afvragen of de NMa op alle terreinen waarop zij bevoegd is, actief is. De publiciteit lijkt soms voorrang te krijgen op zorgvuldigheid. Het is voorgekomen dat de administratie van een brancheorganisatie na een inval is meegenomen en dat zij na vijf maanden een fax met een conceptpersbericht van de NMa kregen, waar zij binnen korte tijd op moesten reageren.

Als een aantal bedrijven gezamenlijk willen saneren, moeten zij ontheffing vragen bij de NMa. De openbaarheid kan dan een probleem zijn, omdat de werknemers zich afvragen of zij weggesaneerd worden. Moet de NMa vasthouden aan openbaarheid of de zaak vertrouwelijk behandelen?

Wegener is begonnen met de integratie van de regionale dagbladen van de VNU, terwijl het hoger beroep van de NMa nog loopt. De Telegraaf heeft zich wel neergelegd bij de rechterlijke uitspraak inzake De Limburger. Hierdoor is er wat ongelijkheid ontstaan. Wanneer wordt de procedure afgerond over het verkrijgen van de programmagegevens van de NOS door De Telegraaf?

Het toezicht op concentraties verloopt goed, maar de procedures kosten soms veel tijd. Bij de evaluatie kan worden bekeken of de bezwaarprocedure bij de NMa moet blijven of uit de Mededingingswet gehaald moet worden.

De belangrijkste kanttekening bij het verslag van de NMa is dat er weinig is gedaan aan economische machtsposities en afgestemd gedrag van ondernemingen. De NMa heeft volgens de minister de omslag gemaakt naar pro-actieve handhaving van de Mededingingswet en tien onderzoeken opgezet, maar er zijn nauwelijks uitspraken gedaan. Er is veel tijd en energie gestoken in beroepsgroepen zoals huisartsen, terwijl grote bedrijven, banken en verzekeringswezen, benzinekartels en supermarkten buiten schot bleven. Er is wel een inval geweest bij de brancheorganisatie van de kappers, de ANKO, maar niet bij de zorgverzekeraars.

De PvdA-fractie heeft bij de begrotingsbehandeling een amendement ingediend over de prioriteiten van de NMa, mede gelet op het argument van de minister dat er door de vele ontheffingsverzoeken geen capaciteit was voor onderzoek naar feitelijk afgestemd gedrag en economische machtsposities. Dit is een moeilijke materie, omdat de bedrijven niet snel inzage zullen geven in dergelijke afspraken. De vraag is ook of de wet voldoende mogelijkheden biedt om dit soort verstoringen van de mededinging aan te pakken.

Bij de garnalensector zijn twee inkopende concerns en een groot aantal kleine garnalenvissers die van oudsher bepaalde vormen van samenwerking kennen, bijvoorbeeld om uit oogpunt van het ecologisch evenwicht een beperkte hoeveelheid garnalen uit de Waddenzee te halen. De heer Bolhuis is bevreesd dat de NMa wel op de kleine garnalenvissers let, terwijl de afnemende concerns buiten schot blijven.

Er wordt veel onderzoek gedaan naar de retailsector in de Europese Unie, omdat daar sprake is van concentratie. De heer Bolhuis heeft Kamervragen gesteld over Laurus en andere sectoren waar een beperkt aantal bedrijven de dienst uitmaakt, bijvoorbeeld de markt voor gehoorapparaten. Een actievere opstelling van de NMa is hier gewenst.

De commissie-Wijffels heeft erop gewezen dat afspraken ter bescherming van het milieu of het dierenwelzijn niet door een veto van de NMa getroffen moeten kunnen worden. Dit probleem geldt ook bij de verwijderingsbijdrage. Bij de behandeling van de Mededingingswet heeft de woordvoerder van de PvdA, Rick van der Ploeg, gewezen op het verschil tussen gewone producten en producten met een collectief karakter. De collectief vastgestelde boekenprijs moet bijvoorbeeld ook gehandhaafd worden.

In de brief van de minister staat dat zij in het afgelopen jaar geen aanwijzingen heeft gegeven aan de NMa, noch beleidsmatig, noch in individuele zaken. De minister moet geen uitspraken doen over individuele zaken en de schijn van belangenverstrengeling vermijden, zoals wanneer Schiphol, dat 100% staatseigendom is, een VVD-bijeenkomst sponsort waar de minister spreekt over privatisering en liberalisering. De minister kan echter wel het voortouw nemen bij beleidskwesties. Hierbij moet gelden dat het mededingingsbeleid niet per se voorrang krijgt boven andere vormen van overheidsbeleid. Door de aanwijzingsbevoegdheid kan de minister een afweging maken van de prioriteiten en de werkwijze, waarbij mededinging wordt afgezet tegen milieu, dierenwelzijn en dergelijke.

De heer Bolhuis merkt op dat de DTe goed inspeelt op de nieuwe wetgeving van het afgelopen jaar. Bij het toezicht moet vooral worden gelet op de kostprijs van het transport. Uit het rapport van de NMa over Schiphol blijkt dat de opbrengst van de luchtvaartactiviteiten gedeeltelijk vermengd wordt met de kosten van de winkels. Vormen zij geen oneigenlijke concurrentie voor winkeliers in de buurt van Schiphol?

DTe is een actieve regulator, terwijl NMa meer achteraf controleert. De PvdA-fractie is van mening dat de aanpak van de NMa wat actiever kan worden.

De heer Blok (VVD) constateert dat de NMa overgaat naar een meer pro-actief beleid, waarbij het belang van keuzevrijheid en een goede prijs-kwaliteitverhouding voorop staat. Wanneer er sprake is van meer liberalisering, is er meer toezicht en personeelsuitbreiding bij de NMa nodig. In de brief van de minister staat een rekenvoorbeeld van de energieprijzen, die door het optreden van de DTe omlaag zijn gegaan. Daar staat de regulerende energieheffing tegenover, zodat het effect niet merkbaar was voor de consument. In het jaarverslag zouden de voordelen van het optreden van de NMa voor de consument voor allerlei economische sectoren worden weergegeven.

De NMa heeft een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd dat een voorbeeld kan zijn voor andere overheidsinstellingen. De klanten geven veelal een zes of een zeven, zodat er nog wel wat te verbeteren is. Er zijn wel klachten over de communicatie door de NMa. Sommige partijen voelen zich enigszins overdonderd door het optreden van de NMa, dat klantvriendelijker kan zijn. Er is vaak een lange periode van onzekerheid na een inval, terwijl er vervolgens heel weinig tijd wordt gegeven om te reageren op een persbericht.

De heer Blok vraagt of de andere lidstaten in Europa op dezelfde wijze omgaan met het mededingingsbeleid. Bij de communicatiesector en bij praktische vragen van kleinere ondernemingen kunnen wellicht lessen worden getrokken uit ervaringen van andere landen. Het is toe te juichen dat er in oktober met een helpdesk wordt gestart. De richtlijnen zijn nu wel duidelijk, maar bij kleinere ondernemers leven nog veel vragen die het best in een gesprek opgelost kunnen worden.

Naar aanleiding van het rapport van de commissie-Wijffels is discussie ontstaan over de vraag of er strijdigheid kan zijn tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen in de landbouw en de richtlijnen van de NMa. Kan de minister een voorbeeld geven van een branche die maatschappelijk verantwoord wil ondernemen, maar is gestuit op een veto van de NMa?

De heer Vendrik (GroenLinks) merkt op dat de NMa een adequaat niveau van professionele uitvoering moet hebben om verzelfstandigd te kunnen worden. De NMa heeft zich inmiddels wel gekwalificeerd, maar er is nog een discussie gaande over de verhouding tussen politieke beïnvloeding en het werk van de mededingingsautoriteit. De discussie over verzelfstandiging van de NMa kan eigenlijk pas worden gevoerd als de evaluatie van de Mededingingswet medio 2002 is afgerond.

Het rapport-Wijffels heeft geleid tot een discussie over de verhouding tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en mededinging. Volgens de DG NMa en de minister zijn er in het mededingingsrecht geen beletselen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar prijsafspraken zijn niet toegestaan. De landbouwsector wordt gekenmerkt door grote ondernemingen en kleine boeren die het hoofd boven water proberen te houden. Hierbij doen zich allerlei problemen voor op het gebied van milieu, dierenwelzijn en natuurbeheer. Het is denkbaar dat de herstructurering van de landbouw op nationaal of Europees niveau, waardoor het realiseren van kwaliteit kan worden gewaarborgd, botst met het mededingingsbeleid.

Soms kan een groot maatschappelijk belang gediend zijn met afspraken tussen producenten en afnemers. In de landbouw wordt vooral geconcurreerd op prijs. De verbetering van de kwaliteit wordt belemmerd doordat er geen hogere prijzen gevraagd kunnen worden, omdat zich dan een free-rider-probleem voordoet. De artikelen 15 en 17 van de Mededingingswet bieden mogelijkheden voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar het is onduidelijk hoe zij in de praktijk worden toegepast. De heer Vendrik vraagt een standpunt van de NMa over deze kwestie. Beïnvloeding op het gebied van het mededingingsrecht kan van belang zijn, omdat hierbij een politieke afweging gemaakt kan worden.

De recente overnames door Ahold en Laurus hebben aanleiding gegeven voor veel klachten bij de NMa over deze sector, omdat zij in veel grote steden de markt onderling kunnen verdelen. Het toezicht op concentraties, fusies en overnames is een van de moeilijkste onderdelen van het mededingingsrecht. Uit onderzoek blijkt dat concentraties en fusies afbreuk kunnen doen aan het innovatievermogen van de Nederlandse economie. Bij de evaluatie kan worden bekeken of de wet aangescherpt moet worden op dit punt.

De overgangsregeling voor de financiële sector is per 1 januari 2000 beëindigd, zodat het toezicht van de NMa ook op deze sector van toepassing is. De heer Vendrik vraagt of de NMa op eigen initiatief onderzoek kan doen naar wat door sommigen het bankenkartel wordt genoemd.

De heer Leers (CDA) constateert dat de zomerbijeenkomst van MKB Nederland voor een deel leek op een receptie van de DG van de NMa, de heer Kist, en concludeert hieruit dat de NMa zich goed heeft ontwikkeld en gepresenteerd. De waakhond van de mededinging leek af en toe aan aanvallen van hondsdolheid te lijden, omdat gezamenlijk inkopen, belangenbehartiging en samenwerking niet meer leken te mogen. Het is goed dat de richtsnoeren openbaar zijn geworden. Door de boeterichtlijn en de richtsnoer voor immuniteit te publiceren kan de transparantie nog worden vergroot. Wanneer komt het magnum opus van de NMa, het onderzoek naar de Nederlandse benzinemarkt? De prioriteit van de NMa moet worden gelegd bij de grote vissen, zoals bouwbedrijven, het grootwinkelbedrijf en de verzekeraars die alle distributiekanalen innemen.

In het blad Forum heeft de heer Kist een majeure beleidswijziging aangekondigd. Aanvankelijk was het beleid dat alles was verboden, tenzij ontheffing was verleend, maar nu wordt het beleid dat alles is toegestaan, mits. Bedrijven moeten zelf uitzoeken of een regeling of afspraak in strijd is met de Mededingingswet. De heer Leers vraagt of de NMa nu uitgaat van een positieve grondhouding van het bedrijfsleven, dat zich aan de wet houdt en geen kartels meer opzet. Wordt deze omslag veroorzaakt door overbelasting van het apparaat of door een beleidsvisie?

De consument is een bondgenoot in het mededingingsbeleid, zodat dit beleid transparant moet zijn. De heer Leers is verbaasd over de uitspraak over de NMa dat de fabrikant van Breitlinghorloges, die een beperkt aantal hiervan voor de Nederlandse markt beschikbaar stelt, ontheffing wordt verleend van de Mededingingswet. Deze uitspraak is net zo onbegrijpelijk als die waardoor A&P en Schuitema, waarvan 73% van de aandelen in het bezit van Ahold zijn, een gezamenlijk marktaandeel van 42% krijgen. In een artikel in ESB werd vorig jaar geconstateerd dat consumenten niets kunnen doen tegen mededingingsbeperkingen van ondernemingen, omdat de NMa hen niet als belanghebbenden beschouwt.

Er is enige spanning tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en het mededingingsbeleid. Bij de Top van Göteborg zijn afspraken gemaakt over duurzame economische groei. Over dit thema kan in Europees verband een discussie worden gevoerd bij de presentatie van het groenboek over maatschappelijk verantwoord ondernemen van de Europese Commissie. De consument is bij voedsel vooral geïnteresseerd in kwaliteit en kan onderlinge afspraken en hogere prijzen dan wellicht voor lief nemen.

Bij de presentatie van het jaarverslag vindt de parlementaire controle plaats. De minister schrijft dat er nog nadere informatie komt over de ontwikkelingen in Europa, maar de heer Leers is van mening dat deze integraal in het jaarverslag moet worden opgenomen. De vraag is of er voldoende personeel is voor alle taken die de NMa op zich heeft genomen, zoals bij de Wet markt en overheid, de toegang tot voorzieningen rond het spoor en het toezicht op de luchthaventarieven.

In de brief staat dat de omzetdrempels in het concentratietoezicht kunnen worden aangepast. De heer Leers vraagt of het bericht in Het Financieele Dagblad juist is dat de drempel wordt verhoogd tot 66 mln gulden.

De heer Leers merkt op dat hij op 28 juli een brief heeft gestuurd over de ontwikkelingen bij aanbestedingen van grote projecten, omdat de mededinging door samenwerking van bedrijven wordt beperkt en de marktmacht bij enkele bedrijven wordt geconcentreerd. De aanleg van de HSL-Zuid is 10% duurder geworden dan verwacht, te weten 600 mln gulden, omdat een klein aantal partijen dit grote project onderling heeft verdeeld. De paradox van de globalisering is dat het aantal partijen dat een actieve bijdrage kan leveren aan zulke projecten, steeds kleiner wordt. Samenwerking en fusies van bedrijven die kunnen leiden tot uitsluiting van mededinging, zijn aan de orde van de dag. Kan de NMa hierover een standpunt formuleren?

Het is goed dat er richtsnoeren zijn voor het MKB, maar er is te weinig ruimte voor economische toetsing. Er is enige onrust ontstaan door de uitspraak van de NMa over de kappersbranche dat er geen algemeen prijsadvies gegeven mag worden. Als er in de krant staat dat de prijzen 5% zijn gestegen, kunnen de prijzen wel worden verhoogd, maar als de voorzitter van de brancheorganisatie zegt dat er aanleiding is om de prijzen te verhogen, is Leiden in last. De brancheorganisatie van de schoenmakers heeft zich voorgenomen om er dan maar geen melding van te doen.

Een van de grote bezwaren van het bedrijfsleven is dat er eerst bij de NMa beroep tegen een besluit moet worden ingesteld en pas daarna bij de rechter. Als deze procedure wordt gestroomlijnd, is een belangrijk bezwaar van de CDA-fractie tegen de omvorming van de NMa tot ZBO weggenomen.

Het antwoord van de regering

De minister constateert dat de NMa en de DTe hun gezag als toezichthouder hebben gevestigd. Er is veel zorg besteed aan het jaarverslag om duidelijkheid te geven over de besluiten en de werkwijze. Het goed functioneren van de NMa is een van de redenen voor het voorstel van het kabinet om deze om te vormen tot een ZBO, zodat er echt sprake is van onafhankelijk toezicht. De schijn van politieke beïnvloeding door de toezichthouder in individuele gevallen moet worden vermeden, zeker bij toekomstig toezicht op sectoren waar de overheid ook eigenaar is (Schiphol, de Spoorwegen en bepaalde andere openbaarvervoersbedrijven). Als de NMa een ZBO is, heeft de minister nog steeds de bevoegdheid om een algemene aanwijzing te geven. Zij blijft verantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie en voor de toepassing van de Mededingingswet. Het functioneren van de NMa is inmiddels geëvalueerd. Deze audit wordt samen met de nota naar aanleiding van het verslag over de verzelfstandiging voor het zomerreces naar de Kamer gezonden.

De NMa heeft de mogelijkheid om pro-actief op te treden, maar er is verschil tussen toezicht op grond van de Mededingingswet en specifiek toezicht op bepaalde sectoren, waar sprake is of was van monopolistisch gedrag. Dit wordt door de Opta, DTe of op grond van de Luchtvaartwet bij Schiphol uitgeoefend. Als het monopolistisch gedrag wordt afgeschaft, zoals bij de Telecomwet, is er sprake van een markt in ontwikkeling. Bij het openbreken van de markt is een grote mate van pro-actief toezicht en helderheid vooraf nodig. Doordat de ontheffingenpraktijk is opgelost, kan de NMa zich hier meer op richten. In de telecomsector is sprake van kleine marktaandelen en niet van marktmacht. Bij de evaluatie van de Mededingingswet komt de vraag aan de orde of bepaalde concentraties, zoals in de bouw en bij Laurus, kunnen worden tegengehouden.

De NMa is in beginsel positief over initiatieven die zijn gericht op dierenwelzijn, milieu of maatschappelijk verantwoord ondernemen. Als het nodig is om afspraken te maken waardoor de mededinging wordt beperkt, kan men een verzoek indienen. De positieve effecten van zo'n initiatief kunnen aanleiding zijn voor de NMa om ontheffing te overwegen van het kartelverbod op grond van artikel 17 van de Mededingingswet, dat niet is genoemd door de commissie-Wijffels. Een van de overwegingen hierbij is of zo'n initiatief bijdraagt aan economische of technologische vooruitgang.

Het is voorbarig om te zeggen dat er afspraken moeten worden gemaakt om maatschappelijk verantwoord ondernemen mogelijk te maken en dat de Mededingingswet daarvoor gewijzigd moet worden. De bewijslast om aan te tonen dat het niet binnen de huidige regels voor mededinging kan, ligt bij degenen die het anders willen. Er is nog geen verzoek binnengekomen om een aanwijzing van de minister aan de NMa op grond van overwegingen van algemeen belang. Er is wel enige spanning geweest bij de huisartsen, de wit- en bruingoedsector en de verwijderingsbijdrage. Daarbij is de toepassing van de mededinging enigszins beperkt, maar niet geheel uitgesloten. Er is veel ervaring opgedaan met vastgestelde prijzen en uitsluiting van mededinging. Dat leidt per saldo niet tot grotere efficiency en goed gedrag, maar tot te hoge prijzen voor consumenten, waar geen aantoonbaar maatschappelijk belang bij is.

Er is een sectorale uitzondering gemaakt voor de boekenprijs. Er vindt een evaluatie plaats of deze nog houdbaar is bij de huidige ICT-ontwikkelingen. Daarbij wordt ook bekeken of de pluriformiteit op de boekenmarkt hiermee gediend is of dat er andere middelen moeten worden ingezet.

De minister is voorzichtig met het maken van een uitzondering voor de landbouwsector. De regelgeving op dit terrein wordt niet door de NMa gemaakt, maar voor 90% door de Europese Unie. Het groenboek MVO heeft waarschijnlijk betrekking op het optreden van Europese bedrijven in andere werelddelen. De minister zegt toe dat zij dit nader uitzoekt.

De minister van Justitie heeft een wetsvoorstel in voorbereiding om de verplichte bezwaarprocedure in de AWB af te schaffen en deze facultatief te maken, maar de Tweede Kamer heeft hier kritisch op gereageerd. De vraag is of deze procedure bij een specifieke wet kan worden afgeschaft, als dat niet kan in de AWB. De afschaffing van de bezwaarprocedure kan bij de behandeling van het wetsvoorstel over verzelfstandiging weer aan de orde komen. Bij het concentratietoezicht is de bezwaarprocedure overigens niet van toepassing.

De NMa is altijd zorgvuldig wanneer er sprake is van fusies en saneringen, omdat vertrouwelijke bedrijfsgegevens niet openbaar gemaakt mogen worden.

De NMa heeft de NOS en HMG op 10 september 1998 en 16 februari 2000 gelast om onder bepaalde voorwaarden omroepgegevens te verschaffen aan De Telegraaf. De DG NMa verwacht dat hij voor eind september 2001 een besluit kan nemen op basis van het advies van de bezwaaradviescommissie. De betrokken partijen kunnen beroep instellen tegen dat besluit op bezwaar. Door het instellen van beroep wordt een eventuele last onder dwangsom op grond van de Mededingingswet geschorst.

Volgens artikel 63, lid 2, van de Mededingingswet heeft de DG NMa de mogelijkheid om uitdrukkelijk te bepalen dat hij in zijn besluit van deze hoofdregel afwijkt. Dat onderdeel van het besluit van 16 februari 2000 hebben de partijen met succes aangevochten. Het voorlopig oordeel van de rechter is dat de DG NMa slechts van deze mogelijkheid gebruik kan maken, als aan een zeer zware toets wordt voldaan. Het te verwachten nadeel voor degene voor wie de last onder dwangsom wordt opgelegd, moet ernstig zijn en groter dan het nadeel voor degene aan wie de last is opgelegd. Dat is een zware voorwaarde voor een last onder dwangsom, die is bedoeld om een einde te maken aan een bestaande inbreuk. Bij de evaluatie van de Mededingingswet kan de effectiviteit van dit middel nader worden bezien.

Er is gevraagd naar de balans tussen publiciteit en zorgvuldigheid bij de aanpak van de kappersorganisatie ANKO, waarbij de NMa onaangekondigd onderzoek heeft verricht, nadat zij had gemeld dat er een vermoeden was van prijsafspraken. Het NMa-rapport is vastgesteld op 7 juli 2000. Voordat hierover mededelingen werden gedaan aan de pers, zijn het rapport en het persbericht aan de ANKO gefaxt, zodat zij was voorbereid op vragen van de pers, maar het was niet de bedoeling dat zij het zelf naar buiten bracht, erover in discussie ging of zich in de pers zou verweren, voordat het was gepubliceerd. De minister is van mening dat hiermee niet onzorgvuldig is gehandeld.

De keuzevrijheid van de consument wordt niet alleen bepaald door het aantal supermarktketens, maar ook door de variatie in prijs en de breedte van het assortiment. De omvorming van Laurus- in Konmarsupermarkten heeft niets veranderd aan het marktaandeel van deze ketens, behalve dat Ahold er een sterke concurrent bij heeft gekregen, zodat de concurrentie eerder is toegenomen dan afgenomen. Daar kan de consument weer van profiteren in de vorm van kortingen. Als de Kamer van mening is dat de percentages bij marktmacht anders moeten worden beoordeeld, kan dat bij de evaluatie van de Mededingingswet aan de orde komen. Er moet wel worden gekeken naar concentratietoezicht, waarbij Europese analyses ook van belang zijn.

Er worden geen verschillende maatstaven gehanteerd voor het midden- en kleinbedrijf en voor grote bedrijven. Uit de publicatie van de richtsnoeren blijkt dat samenwerking in het midden- en kleinbedrijf wel is toegestaan. Het is niet nodig om hierover angst of onrust teweeg te brengen.

De vragen van de heren Vos en Bolhuis over het garnalenkartel zijn al beantwoord. De NMa heeft onderzoek gedaan naar mededingingsbeperkend gedrag in deze sector. Het gaat hierbij om grote bedrijven en niet om de kleine visser op zee. Er zijn bedrijfsbezoeken gedaan bij enkele bedrijven. De uitkomst van dat onderzoek is dat er een redelijk vermoeden is van overtreding van de Mededingingswet en van de Europese mededingingsregels. De sanctiefase is nu ingetreden. De partijen worden in de gelegenheid gesteld om in een hoorzitting na de zomer op het rapport te reageren. Na hoor en wederhoor zal de DG NMa vaststellen of er sprake is van een overtreding en daarna kan een boete of een last onder dwangsom worden opgelegd. Het persbericht werd wel aan de branche gegeven, zodat zij haar eigen reactie kon voorbereiden.

De minister merkt op dat de NMa zich positief opstelt tegenover ketengarantieregelingen in de voedselproductie en de samenwerking ter waarborging van de kwaliteit van varkensvlees heeft goedgekeurd. Het heeft twee jaar geduurd om te komen tot een NMa-besluit over een kwaliteitsstelsel in de zuivelsector, omdat er nog geen ervaring mee was. In de richtlijnen voor het MKB zijn deze elementen ook opgenomen.

De NMa is heel actief op het gebied van de zorg. Bij het onderzoek naar de benzinemarkt speelt mee dat niet altijd aangetoond kan worden dat prijsvolgend gedrag wordt veroorzaakt door een kartel. De NMa zal nog deze zomer mededelingen doen over dit onderzoek.

In het najaar komt er een aparte brief over de in Europees kader voorgenomen beleidswijzigingen, waarbij een aantal lastige punten voorkomen. De omslag van «alles is verboden, tenzij» naar «alles is toegestaan, mits» is onder Europese druk totstandgekomen. Het verplichte ontheffingensysteem is vervallen als onderdeel van de moderniseringsexercitie van de Europese Unie. De minister zal in de brief ingaan op de vraag hoe voorkomen kan worden dat men in het oude patroon vervalt.

Bij de richtsnoeren voor het MKB spelen niet alleen juridische argumenten, maar wordt ook een economische analyse gemaakt. Bij de toetsing van de regels wordt altijd gekeken naar de verhoudingen op de markt en de economische effecten voor andere marktpartijen en voor de consument. Als de richtsnoeren onvoldoende duidelijkheid geven, is het verstandig om even met de NMa te praten om te vragen of iets mag of niet, vooral als men kan aantonen dat het van groot belang is.

Bij de HSL-Zuid heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden, zodat er ook concurrentie uit het buitenland kan zijn. De Europese Commissie en de NMa zien erop toe dat er sprake is van fair play. Als er consortia worden gevormd die de mededinging vervalsen, kan er worden ingegrepen. De opdracht moet zo worden geformuleerd door de aanbestedende overheden dat er reële concurrentie mogelijk is. Bij een Europese aanbestedingsprocedure komt het voor dat buitenlandse ondernemingen niet meedingen. Als een aantal Nederlandse bedrijven dan besluiten om in één consortium samen te gaan, ontstaat er een probleem. Bij de evaluatie van de Mededingingswet kan het punt van de consortia worden betrokken.

Bij de HSL-Zuid hebben er maar twee partijen deelgenomen. Er zijn verschillende oorzaken te bedenken voor het feit dat de buitenlanders niet meedoen, bijvoorbeeld dat er veel wordt geïnvesteerd, zodat de partijen de luxe hebben dat zij kunnen vragen wat zij willen, niet alleen in Nederland, maar ook elders in Europa. De minister zegt toe dat zij een standpunt van de NMa vraagt over de samenwerking van grote bedrijven in de financiële sector.

De Breitlinghorloges vallen onder het nieuwe verticale vrijstellingsbeleid van de Europese Commissie waarmee de regering heeft ingestemd. Selectieve distributieregelingen zijn toegestaan bij een marktaandeel dat kleiner is dan 30%. Zij zijn een uitvloeisel van de productiecapaciteit en de behoefte van de consument aan extreme luxe en zij zijn geen vorm van mededingingsbeperking.

Nadere gedachtewisseling

De heer Bolhuis (PvdA) merkt op dat er verschil is tussen grote en kleine bedrijven, als er een inval is of een oordeel van de NMa. Bij grote bedrijven is er een draaiboek, zodat men weet hoe te reageren. Bij brancheorganisaties is dat niet het geval. De NMa zou bij de richtsnoeren informatie kunnen verschaffen over de procedure.

Bij de supermarktsector is er wel voldoende concentratietoezicht, maar het probleem is ook dat er machtsposities ontstaan, waardoor feitelijk afgestemd gedrag mogelijk wordt. De NMa dient zich hierbij pro-actief op te stellen.

Verder geeft de heer Bolhuis in overweging om de oratie van prof. Vogelaar en de kritiek van prof. Van Empel in Het Financieele Dagblad te betrekken bij de brief over het Europees mededingingsbeleid, die in het najaar komt.

De heer Leers (CDA) stelt een aanvullende vraag over Schiphol, waar twee taxibedrijven de markt onderling verdeeld schijnen te hebben. Is de NMa daarmee akkoord gegaan?

De heer Blok (VVD) is van mening dat consumenten die Breitlinghorloges kopen, of Franse kaas en Italiaanse ham, ook een goed diervriendelijk product kunnen kopen, zonder dat de Mededingingswet overboord wordt gezet.

De heer Vendrik (GroenLinks) constateert dat het probleem van de afstemming van maatschappelijk verantwoord ondernemen en mededingingsbeleid in de details zit. In de praktijk wordt artikel 17, waarbij volgens de minister allerlei maatschappelijke belangen worden afgewogen, zeer beperkt toegepast. Er zijn nog weinig casussen van de toepassing van dit artikel van de Mededingingswet. De heer Vendrik vraagt hierover nadere informatie van de staatssecretaris van Economische Zaken en van de NMa. Bij de evaluatie van de Mededingingswetgeving dient aandacht besteed te worden aan de relatie tussen het innovatieve vermogen van de Nederlandse economie en concentraties. Verder moet er meer onderzoek worden verricht naar de financiële sector, bijvoorbeeld de verzekeringsbranche.

De minister vindt het niet meer dan normaal dat er aan het MKB informatie wordt gegeven over hoe de NMa handelt bij een beschikking. Grote bedrijven hebben een voorlichtingsapparaat dat hierop in kan spelen, maar brancheorganisaties hebben vaak ook professionele ondersteuning. Zij zijn misschien minder gewend aan publiciteit, maar dat mag de NMa er niet van weerhouden om haar werk te doen. Het is in de praktijk niet mogelijk om een persbericht enkele dagen voordat het uitgaat, aan de brancheorganisatie te geven. Het is wel nuttig dat de brancheorganisaties voorlichting geven aan de aangesloten bedrijven over de werkwijze van de NMa bij een bedrijfsbezoek. Bij sommige advocatenkantoren is het mogelijk een bedrijfsbezoek na te spelen, waarbij ook een draaiboek wordt gegeven.

Er wordt nog informatie gegeven over de mogelijkheden van artikel 17 van de Mededingingswet voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. De mogelijkheid van een ontheffing is pas aan de orde, als andere oplossingen binnen de wetgeving zijn uitgeprobeerd. Het is onjuist om dat meteen aan het begin te roepen, maar het kan voor een bedrijf wel makkelijk zijn om monopolist te zijn. Het onderzoek naar innovatief vermogen bij concentraties kan bij de evaluatie van de Mededingingswet worden betrokken. Het verzoek om meer aandacht te besteden aan de financiële sector wordt aan de NMa overgebracht. Het EU-mededingingsbeleid wordt kritisch benaderd. Het bericht in het Algemeen Dagblad over de taxibedrijven op Schiphol is onjuist, omdat hierover nog geen beschikking van de NMa is.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Biesheuvel

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Tielens-Tripels


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers (CDA), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Giskes (D66), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), M.B. Vos (GroenLinks), Van Walsem (D66), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Stroeken (CDA), De Boer (PvdA), Van den Akker (CDA), Geluk (VVD), Ravestein (D66), Verburg (CDA), Blok (VVD), Hindriks (PvdA), Dijsselbloem (PvdA) en Bolhuis (PvdA).

Plv. leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Wijn (CDA), Klein Molekamp (VVD), Vendrik (GroenLinks), De Swart (VVD), Van den Berg (SGP), Poppe (SP), Kuijper (PvdA), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van der Steenhoven (GroenLinks), Schimmel (D66), Van Baalen (VVD), Herrebrugh (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Smits (PvdA), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Bakker (D66), Schreijer-Pierik (CDA), Udo (VVD), Hamer (PvdA), Koenders (PvdA) en Schoenmakers (PvdA).

Naar boven