27 400 XI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2001

nr. 16
MOTIE VAN HET LID FEENSTRA C.S.

Voorgesteld 19 oktober 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat aan de handhaving van de regelgeving op milieugebied zeer hoge prioriteit moet worden toegekend;

overwegende, dat de decentrale handhavingspartners in een landsdekkend stelsel van bestuursakkoorden een gerichte en verplichtende handhavingsinspanning zijn overeengekomen;

overwegende, dat de verantwoordelijkheden van VROM zowel eerstelijnshandhaving betreffen als bevoegd gezag (bijvoorbeeld ten aanzien van de Kernenergiewet en de Drinkwaterwet) als tweedelijnstoezicht omvat;

constaterende, dat de formatie van de landelijke inspectie met 65 fte wordt uitgebreid;

verzoekt de regering haar milieuhandhavingscapaciteit op rijksniveau geheel te richten op het toezicht op de decentrale handhavingspartners,

en gaat over tot de orde van de dag.

Feenstra

Augusteijn-Esser

Leers

Van der Steenhoven

Van Middelkoop

Poppe

Naar boven