27 400 VII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2001

nr. 11
MOTIE VAN HET LID LUCHTENVELD C.S.

Voorgesteld 19 oktober 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende:

– dat de Kamer bij diverse gelegenheden, onder meer bij de begrotingsbehandeling in oktober 1999, alsook naar aanleiding van ontvangst van een rapport van de VNG, de aanbevelingen van de commissie-Elzinga en het voorstel van de regering om het aantal statenleden per provincie te verminderen, heeft aangedrongen op verbetering van de rechtspositie van lokale en regionale politici;

– dat tijdens het algemeen overleg op 11 oktober jongstleden zorg is ontstaan of de discussie wel tijdig voor de komende rekrutering van kandidaten voor de nieuwe verkiezingen tot duidelijkheid zal leiden;

verzoekt de regering voorstellen te doen voor substantiële verbetering van de rechtspositie van lokale en regionale politici, waarbij voldoende tijd moet resteren voor nadere discussie en besluitvorming in de Kamer, uiterlijk op een zodanig tijdstip dat de politieke partijen bij de rekrutering van kandidaten voor nieuwe verkiezingen op decentraal niveau daarop kunnen inspelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Luchtenveld

Rietkerk

Schutte

Van den Berg

Naar boven