27 400 VI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2001

nr. 84
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2001

In mijn brief van 22 januari 2001 waarbij ik ingegaan ben op de motie van de leden Van de Camp en Dittrich van uw Kamer (Kamerstukken 27 400 VI, nr. 21) over de intensivering van de opleiding inzake slachtofferzorg van zittend personeel van politie en Openbaar Ministerie heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de opleiding van zittend personeel bij de politie.

Naast deelname door de medewerkers van de regiokorpsen aan de in bovengenoemde brief vermelde landelijke cursussen wordt op diverse wijzen en per regiokorps aandacht besteed aan het opfrissen van de kennis en vaardigheden inzake de toepassing van slachtofferzorg. Sommige politiekorpsen, waaronder het KLPD, besteden aan slachtofferzorg in dat kader apart aandacht. Andere politiekorpsen sluiten aan bij bestaande interne cursussen, bijvoorbeeld bij de cursus voor verbalisanten of bij cursussen ter verbetering van de kwaliteit van de serviceverlening aan het publiek, waaronder slachtoffers van strafbare feiten. Weer andere korpsen besteden vanuit de 1-loketfunctie aandacht aan de opleiding van zittend personeel, hebben de praktijkbegeleider die taak gegeven of laten cursussen volgen aangeboden door het buro slachtofferhulp in hun regio.

Een eenvormige opfriscursus bestaat derhalve niet. Deze lijkt me ook niet zinvol, omdat het alert houden van het politiepersoneel beter geïntegreerd en toegesneden op de behoefte van elk regiokorps afzonderlijk kan plaatsvinden op de wijzen zoals boven omschreven. Bovendien ligt de verantwoordelijkheid van het op peil houden van kennis en vaardigheden primair bij de korpsbeheerder. Het gaat in zijn algemeenheid niet zozeer om een kennisprobleem, maar om bij elk slachtoffer er alert op te zijn de benodigde slachtofferzorg te bieden.

Blijkens de uitkomsten van de tevredenheidsenquete die is gehouden naar aanleiding van de eindevaluatie slachtofferzorg (Terwee) lukt dat ook voldoende (zie mijn brief van 29 juni 2001 aan uw Kamer). Desondanks is het van groot belang dat behalve uitvoerenden ook leidinggevenden op alle niveaus, maar zeker op het niveau van groeps-, team- en districtschef die alertheid levend houden en sturing geven aan het proces van slachtofferzorg. Op dit moment wordt in het kader van de herstructurering van het politieonderwijs gewerkt aan de herziening van het post-initiële politieonderwijs. Met het oog daarop zal ik mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als eerstverantwoordelijke voor het politieonderwijs, verzoeken in de daarvoor in aanmerking komende managementcursussen aandacht te besteden aan slachtofferzorg.

Tenslotte is het een goede zaak dat door de politie op eenduidige wijze de meetmethode slachtofferzorg wordt toegepast en met regelmaat de tevredenheid van slachtoffers getoetst wordt. Wat dat betreft verwijs ik naar bovengenoemde brief inzake de eindevaluatie van de regelgeving slachtofferzorg.

Ik verwacht uw Kamer met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven