27 400 IXB
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2001

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN EN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2000

Op 23 december 1999 is door het Ministerie van Financiën aan PriceWaterhouseCoopers (PWC) de opdracht verstrekt een evaluatie van de exportkredietverzekering (EKV), zoals aan uw kamer is toegezegd, uit te voeren. De evaluatie is inmiddels afgerond en bijgaand treft u het eindrapport aan.1 Onderstaand treft u tevens een korte reactie aan op de aanbevelingen zoals gedaan door PWC.

Bij de opdrachtverstrekking voor onderhavige evaluatie was een belangrijk aandachtspunt om te weten hoe direct betrokkenen de faciliteit ervaren en waar volgens hen mogelijkheden tot verbetering liggen; op deze wijze leert men hoe gedane pogingen om de faciliteit te verbeteren in de praktijk ervaren worden. Hiertoe is een groot aantal interviews met zowel gebruikers als niet-gebruikers van de faciliteit afgenomen. De conclusies en aanbevelingen uit het rapport hebben grote waarde voor de verdere ontwikkeling van de EKV-faciliteit.

De evaluatie bestond uit twee centrale vragen:

1. De doelmatigheid en doeltreffendheid van de faciliteit.

2. De doelmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering.

De algemene conclusie ten aanzien van de doeltreffendheid van de faciliteit is dat de belangrijkste doelstellingen van de EKV behaald worden; zonder de EKV zouden veel van de betreffende transacties niet tot stand zijn gekomen. De EKV kan tevens gezien worden als een betekenisvol instrument om het gestelde doel van bevordering van de Nederlandse export te bereiken (doelmatigheid van de faciliteit) ook al heeft de doelgroep verscheidene wensen geuit waardoor de bevordering van de Nederlandse export vergroot zou kunnen worden.

De algemene conclusie ten aanzien van de doeltreffendheid van de uitvoering is dat het huidige uitvoeringsproces niet geheel optimaal bijdraagt aan een maximale realisatie van het doel (bevordering van de Nederlandse export). Een groot deel van de aanbevelingen vloeit uit deze conclusie voort.

In juli heeft de Rijkscommissie voor export-, import- en investeringsgaranties haar visie gegeven op het evaluatierapport en haar bevindingen inzake mogelijke verbeteringen opgesteld. Uit zowel de conclusies en aanbevelingen van PWC als de bevindingen van de Rijkscommissie blijkt dat de EKV-faciliteit verder verbeterd kan worden. De komende maanden zullen de beleidsmatig verantwoordelijke ministeries, Financiën en EZ, zich buigen over de concrete beleidsfollow-up.

Aanbeveling 1: Vergroot de innovativiteit van de faciliteit: onderzoek de precieze hedendaagse wensen van de gebruikers.

De Staat is altijd bereid om op zoek te gaan naar andere mogelijkheden om reeds verzekerbare of nog onverzekerbare risico's in dekking te nemen. Wensen hieromtrent kunnen door het bedrijfsleven op regelmatige basis kenbaar worden gemaakt via de Rijkscommissie. Vanwege de steeds complexere en dynamische wereldeconomie is de laatste jaren reeds veel op het terrein van productinnovatie via de Rijkscommissie gebeurd. Zo zijn transactielimieten vervangen door landenplafonds, waardoor ook grotere transacties verzekerd kunnen worden. De herverzekering van asset based financiering en projectfinanciering is nu ook mogelijk. Zeer recent is op verzoek van het bedrijfsleven overgegaan op beperkte publicatie van de nog beschikbare herverzekeringsruimte en kan een dekkingsadvies worden verkregen. Dit geeft aan dat de huidige werkwijze leidt tot innovatie van de producten van de faciliteit en een aanvullend onderzoek naar verwachting weinig additionele informatie zal opleveren.

Een aandachtspunt is wel de bevordering van innovaties op het niveau van de individuele transacties met het oog op de toenemende complexiteit van de internationale handel. Hoe dit vormgegeven kan worden, zal in de nabije toekomst nader uitgewerkt worden.

Aanbeveling 2: Onderzoek het invoeren van een flexibelere toepassing van de voorwaarden bij individuele aanvragen in het kader van de EKV.

Binnen het huidige kader van de EKV is flexibiliteit mogelijk. Bij iedere individuele aanvraag, die daartoe aanleiding geeft, wordt bekeken of er voldoende reden is om af te wijken van het vastgestelde beleid (landen-, acceptatie- en produktbeleid). Hierbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar het bijzondere karakter van de transactie, de concurrentie (wat doen buitenlandse kredietverzekeraars in vergelijkbare gevallen) of naar alternatieve aanvaardbare zekerheden. Een goed voorbeeld hiervan zijn de SENO-en GOM-faciliteit. Echter, binnen de EKV kan dit ook. Wel dient een dergelijke beslissing altijd plaats te vinden op basis van verzekeringstechnische argumenten. Het principe van behoorlijk bestuur en de transparantie van het instrumentarium worden in dit verband ook niet uit het oog verloren. Er zijn dus grenzen aan de flexibiliteit. In internationaal overleg legt Nederland de nadruk op het belang van een «level playing field» en neemt en steunt initiatieven om concurrentieverstorende overheidssteun te verminderen.

Aanbeveling 3: Verbeter de informatie-uitwisseling tussen de verschillende actoren in het uitvoeringsproces.

Deze aanbeveling wordt door alle betrokken partijen onderschreven. Op een aantal terreinen heeft reeds een omschakeling naar nieuwe systemen plaatsgevonden. Echter, erkend moet worden dat dit proces niet volledig is afgerond en er zal aan een verdere verbetering worden gewerkt.

Aanbeveling 4: Verbeter de doorlooptijden van aanvragen; onderzoek waar de precieze oorzaken van de lange doorlooptijden liggen, hef de knelpunten op en stel norm-doorlooptijden in.

Ook deze aanbeveling wordt onderschreven. Een verbetering kan op tweeërlei wijze bewerkstelligd worden. Enerzijds zal op korte termijn met de uitvoerende instantie gesproken worden over mogelijkheden tot substantiële verkorting, waarbij gedacht kan worden aan norm-doorlooptijden. Anderzijds zal aandacht worden geschonken aan de toegankelijkheid van de EKV en vereenvoudiging van de aanvraagprocedure. Als eerste aanzet hiertoe zijn de internetvoorzieningen uitgebreid.

Aanbeveling 5: Verbeter de ondersteuning van het MKB in het kader van de EKV.

Het is belangrijk dat het MKB op de hoogte is van de mogelijkheden die de EKV biedt (zie internetmogelijkheden, zoals hierboven aangegeven). In overleg met de EVD en andere organisaties zal bezien worden hoe de kennis van het MKB omtrent de EKV verder kan worden versterkt.

Aanbeveling 6: Voer (wederom) accountmanagement in bij de NCM, met handhaving van het regiomanagement en trek conclusies ten aanzien van de door de exporteurs geuite kenniswensen met betrekking tot de NCM.

Het is van groot belang dat Nederlandse exporteurs gebruik kunnen maken van optimale service bij het exporteren. Dit betekent dat zowel de uitvoerder als de Staat niet alleen kennis moeten hebben van de verzekeringstechnische aspecten van een transactie, maar ook van het bedrijf en het land waarnaar geëxporteerd gaat worden. Daarenboven is juridische en bancaire kennis onontbeerlijk. Met de uitvoerder zal aan het eind van het jaar worden bekeken of ter verbetering van de service het accountmanagement opnieuw kan worden ingevoerd en of andere organisatorische wijzigingen gewenst zijn.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

G. Ybema


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven