27 400 IV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2001

nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2001

Op 5 en 6 april heb ik te Willemstad besprekingen gevoerd met een delegatie van de Nederlands-Antilliaanse regering onder leiding van Minister-president Pourier. Tijdens mijn bezoek is een belangrijke stap gezet in het bereiken van een permanente oplossing voor de financiële situatie van de kleine eilanden, middels de ondertekening van het protocol interim-oplossing Solidariteitsfonds (zie bijlage).1 De besprekingen betroffen de financieel-economische situatie en het uitblijven van een akkoord met het IMF over de invulling van de ombuigingen in het kader van een vervolg-aanpassingsprogramma. Daarnaast zijn er nadere afspraken gemaakt over de inzet van reguliere samenwerkingsmiddelen ten behoeve van economisch herstel, de versterking van het openbaar bestuur en onderwijs.

Tijdens mijn eerstvolgende reis ben ik voornemens afspraken te maken over besteding van de NLG 20 miljoen voor het verlichten van sociale noden en over de in 2001 te starten projecten die economische activiteit teweeg brengen en daarmee werkgelegenheid creëren.

De besprekingen werden gevoerd in het kader van het Antilliaanse driesporenbeleid in antwoord op de financieel-economische crisis; sanering van de overheidsfinanciën, stimuleren van economisch herstel en flankerend sociaal beleid. De Nederlandse regering ondersteunt de financiële en economische hervormingen op de Nederlandse Antillen door middel van de inzet van reguliere samenwerkingsmiddelen, personele bijstand en sociale steun.

Tijdens de besprekingen heb ik mijn bezorgdheid geuit over het uitblijven van een akkoord met het IMF over de invulling van de ombuigingen in het kader van een vervolg-aanpassingsprogramma voor 2001. De Nederlands-Antilliaanse regering beraadt zich nog op een concrete invulling van Naf. 75 miljoen aan ombuigingen. De noodzaak voor deze ombuigingen bleek tijdens de IMF-missie, die de Nederlandse Antillen van 28 februari tot en met 12 maart heeft bezocht. Door tegenvallers aan de inkomstenkant en extra uitgaven dreigt het begrotingstekort voor 2001 op te lopen tot Naf. 225 miljoen. Het IMF heeft zich in de besprekingen met de Antilliaanse regering flexibel opgesteld door uit te gaan van een begrotingstekort van maximaal Naf. 150 miljoen in de plaats van Naf. 85 miljoen waarover in september 2000 sprake was.

Tijdens de IMF-missie is een voorstel over de inhoud van het vervolgprogramma voor 2001 voorbereid, waaronder een veertiental prior actions. Aan Antilliaanse zijde wordt thans gewerkt aan bezuinigingsvoorstellen op het terrein van de gezondheidszorg, overeenkomstig de afspraken met het IMF om de oplopende tekorten in deze sector terug te brengen. De prior actions hebben onder meer betrekking op het verbeteren van de begrotingsdiscipline en het proces van privatisering. Vier prior actions zijn reeds afgerond. Ik heb herhaald dat Nederland bereid is, evenals in september 2000, op advies van het IMF extra financiële steun te verlenen parallel aan de uitvoering van het aanpassingsprogramma. De Nederlands-Antilliaanse regering heeft de verwachting uitgesproken binnen enkele weken een concrete invulling van de ombuigingen aan het IMF te presenteren en de intentie te hebben de nog openstaande prior actions op korte termijn uit te voeren.

In aansluiting op mijn overleg met minister van Economische Zaken en Nationaal Herstel Camelia-Römer op 21 maart in Den Haag is gesproken over de Nederlandse ondersteuning aan het economische stimuleringsbeleid van de Nederlandse Antillen. Het economische beleid beoogt de verbetering van het investeringsklimaat en de stimulering van specifieke economische sectoren in de Nederlandse Antillen. Ik deel de opvatting van de Antilliaanse regering dat economische stimulering in de huidige omstandigheden dringend gewenst is om, tezamen met de financiële sanering, het vertrouwen in de Antilliaanse economie te herstellen.

Voor de korte termijn is overeengekomen om een aantal economische investeringsprojecten naar voren te halen zodat deze nog in 2001 ten uitvoer zullen komen. De projecten die uitvoeringsgereed zijn en bijdragen aan de werkgelegenheid hebben de voorkeur.

Voor het realiseren van duurzame economische groei op langere termijn zijn structurele economische hervormingen noodzakelijk. Ik heb met genoegen kunnen constateren dat met het opstellen van een programma duurzame economische ontwikkeling, dat het kader moet vormen voor de middellange termijn, voortgang is geboekt. Gesteund door de adviezen van de Wereldbank en de FIAS richt het denken over de economische ontwikkeling in de Nederlandse Antillen zich meer en meer op de verbetering van de internationale concurrentiepositie. Deze ontwikkeling heb ik van harte ondersteund in de toespraak die ik op uitnodiging van de OESO hield tijdens een internationale workshop over directe investeringen in Latijns Amerika en het Caribisch gebied.

Tijdens mijn bezoek heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om samen met de minister van Binnenlandse Zaken, Rafael, een workshop tussen vertegenwoordigers van het land en de eilandgebieden op het terrein van bestuurlijke ontwikkeling te bezoeken. De workshop vormt de basis voor een meerjarig samenwerkingsprogramma over de kwaliteit van bestuur («good governance»), waarover later dit jaar politiek overleg zal plaatsvinden. Vooruitlopend op het programma worden reguliere samenwerkingsmiddelen ingezet voor de versterking van de bestuurlijke capaciteit in de Nederlandse Antillen.

Het onderwijsprotocol dat op 19 januari 2001 was overeengekomen wordt in goed overleg tussen de betrokken partijen uitgevoerd. De onderwijssamenwerking dient als voorbeeld voor de totstandkoming van de programma's duurzame economische ontwikkeling en bestuurlijke ontwikkeling.

Met de Antilliaanse regering hecht ik aan een tijdige en doelmatige besteding van de 20 miljoen sociale steun die op 31 augustus 2000 door de Nederlandse regering was toegezegd. Ik heb er bij de Antilliaanse regering op aangedrongen om voor het resterende deel (circa 13 miljoen) thans op de kortst mogelijke termijn met uitvoerbare voorstellen te komen, zodat degenen die de sociale steun behoeven deze ook krijgen. Tijdens een werkbezoek aan de wijk Kustbatterij in Willemstad heb ik mij op de hoogte laten stellen van lokale initiatieven om de sociale noden van met name jongeren te verlichten.

Met de regering van de Nederlandse Antillen ben ik een protocol overeengekomen over de invoering van een interim-oplossing voor het Solidariteitsfonds, die is gebaseerd op het advies van de commissie-Havermans. Hiermee wordt ook aan één van de bovengenoemde prior actions van het IMF voldaan. De commissie adviseerde eind november 2000 onder meer om de bijdragen aan het Solidariteitsfonds te indexeren. Het advies is afgelopen januari met uw Kamer besproken en kon op brede instemming rekenen.

In het protocol zijn afspraken gemaakt over de indexering van het fonds, het hervatten van het begrotingstoezicht door de Antilliaanse regering en een incidentele extra bijdrage van Nederland om in 2001 een deel van de indexeringskosten van de Nederlandse Antillen over te nemen. Ook de Arubaanse regering heeft in een eerder stadium aan de regering van de Nederlandse Antillen aangeven te kunnen instemmen met een dergelijke afspraak en zal het protocol dan ook mede ondertekenen.

Met de ondertekening van het protocol is door de regeringen een belangrijke stap gezet om tot een definitieve oplossing te komen van deze langdurige problematiek.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven