27 400 IV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2001

nr. 17
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 21 februari 2001

Tijdens de behandeling in uw Kamer van de begroting Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2001 (27 400 IV) heb ik toegezegd schriftelijk te zullen reageren op een vraag van het lid Van der Hoeven (TK Handelingen 2000–2001, 11-781).

Zij heeft gevraagd waarom Woningstichting Den Helder geen toestemming krijgt om volkshuisvestingsprojecten uit te voeren in de Nederlandse Antillen. Mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) doe ik hierbij mijn toezegging gestand.

In het kader van de bouw van bejaardenwoningen in de Nederlandse Antillen heeft een woningbouwcorporatie in de Nederlandse Antillen aan Woningstichting Den Helder om (mede)financiering gevraagd. De Woningstichting Den Helder heeft zich bereid verklaard een lening van 4 miljoen gulden te verstrekken tegen de in Nederland geldende marktrente van 5% (de corporatie moet in de Antillen voor een lening 12% rente betalen). De staatssecretaris van VROM heeft hier niet mee ingestemd aangezien hij voorstellen van corporaties dient te beoordelen binnen de vigerende regelgeving. Deze staat het op dit moment niet toe dat een instelling als Woningstichting Den Helder in het buitenland investeert.

De staatssecretaris van VROM heeft inmiddels bij MG circulaire 2001–04 van 31 januari 2001 (Stcrt 9 februari 2001, nr. 29/pag. 17) besloten om toegelaten instellingen onder bepaalde voorwaarden toe te staan wel in het buitenland te investeren. Het gaat daarbij om bijzondere redenen, zoals een internationale afspraak van het kabinet terzake de verbetering van de huisvestingsomstandigheden in een bepaald land, of als de huisvestingsomstandigheden in een (bepaald deel) van een land, of een huisvestingsproject aldaar de aandacht hebben van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Aangezien de plannen van de Woningstichting Den Helder niet binnen een van deze categorieën vallen zou de staatssecretaris van VROM de Woningstichting Den Helder ook op deze gronden geen toestemming hebben gegeven te investeren in de Nederlandse Antillen.

Ik verwijs nog naar een artikel in de NRC van 26 september 2000 waaruit zou blijken dat de toegelaten instelling St. Servatius te Maastricht van de staatssecretaris van VROM in Luik mag bouwen. De vraag doet zich voor of dit te rijmen is met de afwijzing van Woningstichting Den Helder. Er is echter tot op heden geen toestemming aan betrokken toegelaten instelling verleend om in Luik te gaan bouwen. Een dergelijk verzoek kan ter beoordeling aan de staatssecretaris van VROM worden voorgelegd, nadat het voorgenomen project nader is uitgewerkt.

Over de mogelijkheden om de in Nederland geldende regels voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw uit te breiden vindt momenteel interdepartementaal overleg plaats. Mede op basis hiervan zal ik vaststellen of Nederland kan bijdragen aan het totstandkomen van een waarborgconstructie voor de sociale woningbouw op de Nederlandse Antillen en Aruba.

Tot slot wil ik opmerken dat zowel de staatssecretaris van VROM als ik voorstander zijn van kennisoverdracht tussen woningstichtingen en andere landen waaronder de Nederlandse Antillen en Aruba. Een dergelijke wijze van samenwerken vindt momenteel reeds plaats.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries

Naar boven