nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 26 oktober 2000
Zoals bekend wordt van 1 juni tot en met 31 oktober 2000 in Hannover
een wereldtentoonstelling gehouden onder het motto «mens, natuur en
techniek». Nederland neemt aan deze tentoonstelling deel met een markant,
technologisch geavanceerd paviljoen.
De organisatie daarvan is opgedragen aan de Stichting Nederland Wereldtentoonstellingen
(SNW), die daarvoor in 1997 ten laste van de begroting van het ministerie
van Algemene Zaken een budget heeft gekregen van f 60,0 mln. waaruit
overigens ook de bouw van het paviljoen zelf moest worden betaald.
Nu de tentoonstelling ten einde loopt kan een voorlopige balans worden
opgemaakt.
Duidelijk is dat het aantal bezoekers aan de wereldtentoonstelling zelf
(circa 16 miljoen bezoekers) ver achterblijft bij de oorspronkelijke verwachtingen
(circa 40 miljoen bezoekers). Het bezoek aan het Nederlandse paviljoen verloopt
wel uitstekend. In de oorspronkelijke verwachting werd uitgegaan van circa
f 2,5 mln. bezoekers, een aantal dat medio oktober is bereikt. Uit de
peilingen blijkt verder dat de Nederlandse inzending in kwalitatief opzicht
goed wordt gewaardeerd. Het paviljoen is in veel opzichten een blikvanger
en heeft zich ontwikkeld tot een boegbeeld van de Expo 2000. Zoals u uit de
pers heeft kunnen vernemen worden door SNW met diverse geïnteresseerden
gesprekken gevoerd teneinde dit markante gebouw voor Hannover te behouden.
Bij de mondelinge behandeling van de begroting van het ministerie voor
het jaar 2001 op 6 oktober jl. heb ik melding gemaakt van een helaas
onvermijdelijke maar nog niet precies te kwantificeren tegenvaller in de uiteindelijke
kosten van de Nederlandse inzending. Inmiddels is door SNW een geactualiseerde
financiële tussenbalans opgemaakt, waaruit blijkt dat naar verwachting
op een extra budget benodigd van minimaal f 2,8 mln. en maximaal f 9,0
mln. moet worden gerekend. De reden is volgens het stichtingsbestuur met name
het feit dat het een technisch en constructief zeer complex gebouw
betreft, waardoor er ook tegenvallers tijdens de bouw zijn opgetreden onder
andere door vertraging en dat het prijsniveau hoger is uitgevallen. De precieze
hoogte van dit extra budget is mede afhankelijk van de besprekingen over het
behoud van het paviljoen en de nog lopende onderhandelingen met de aannemer.
Gegeven deze situatie en teneinde SNW in staat te stellen haar werkzaamheden
te continueren heb ik het voornemen de stichting binnen genoemd maximum gefaseerd –
naar gelang de liquiditeitsbehoefte – bij wijze van voorschot additionele
middelen ter beschikking te stellen. Financiering zal uit de HGIS gelden plaatsvinden
en bij de tweede suppletore begrotingswet worden verwerkt.
Op grond van de afspraken zal SNW zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen
één jaar na afloop van de wereldtentoonstelling een eindverslag
alsmede een financiële eindverantwoording bij mij indienen. Over de inhoud
hiervan alsmede de daaruit te trekken conclusies zal ik u uiteraard informeren.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
W. Kok