27 400 III
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 2001

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 13 juli 2001

Met deze brief informeer ik u over het officiële bezoek dat ik op 26 juni jl. bracht aan Slovenië.

Inleiding

Op 26 juni, de dag na de tienjarige herdenking van de onafhankelijkheid, bracht ik een officieel bezoek aan Slovenië. In Ljubljana werden gesprekken gevoerd met president Kucan, premier Drnovsek en de voorzitter van de Nationale Assemblee, Pahor. 's Middags bracht ik een bezoek aan een internationale business school (IEDC) in Bled, waar ik met studenten heb gediscussieerd over de EU-uitbreiding en de toekomst van de Europese Unie.

Mijn bezoek aan Slovenië heeft de bilaterale band tussen onze landen verder verstevigd. De gesprekken vonden plaats in een open, constructieve en vriendschappelijke sfeer. Ik verkreeg een goed inzicht in de ambities en aanzienlijke voortgang van Slovenië m.b.t. de toetreding tot de EU, alsmede in de wens om spoedig het lidmaatschap van de NAVO te verkrijgen.

Besprekingen met premier Drnovsek

Tegen de achtergrond van de resultaten van de Europese Raad van Gotenburg, die de onomkeerbaarheid van het uitbreidingsproces heeft bevestigd, werd gesproken over aspecten de toetreding van Slovenië tot de EU betreffende. Premier Drnovsek heeft daarbij o.a. mijn aandacht gevraagd voor de Sloveense visie op het binnen de EU bereikte compromis inzake vrij verkeer van werknemers. Ik heb gezegd dat Nederland thans geen behoefte voelt om na toetreding van nieuwe lidstaten de grenzen tijdelijk voor werknemers van deze lidstaten dicht te houden. De positie van Duitsland en Oostenrijk had een compromis echter noodzakelijk gemaakt. Het zal van de ontwikkeling op de arbeidsmarkt in die beide landen afhangen in hoeverre de in het compromis neergelegde overgangstermijnen moeten worden benut. De NAVO-top in Praag in 2002, waar gesproken zal worden over uitbreiding van de NAVO, is kort aan de orde geweest. Ik gaf aan Slovenië als een natuurlijke kandidaat voor de volgende uitbreidingsronde te beschouwen. Tevens werden de bilaterale relaties besproken. Premier Drnovsek sprak waardering uit voor de Nederlandse assistentie in het kader van Matra en PSO. Ook met de opening van een Nederlandse ambassade in Slovenië toonde de Sloveense Premier zich content.

Gesprek met de voorzitter van de Nationale Assemblee Pahor

De voorzitter van de Nationale Assemblee heeft mij gewezen op de brede steun die toetreding van Slovenië tot zowel EU als NAVO binnen de bevolking geniet. Het Parlement is zich bewust van de noodzaak tot snelle omzetting van het «acquis communautaire» in nationale wetgeving. Daarnaast wil het Sloveense parlement een brede discussie over de toetreding tot de EU en over de EU als zodanig. De bevolking zal op een open en transparante wijze geïnformeerd moeten worden. De besluitvorming moet zo dicht mogelijk bij de burger worden gebracht. Ik maakte melding van hetgeen in Nederland wordt gedaan op het punt van voorlichting en informatieverstrekking. Zeker met het oog op de voorbereiding van de in 2004 te houden InterGouvernementele Conferentie (IGC) zal de burger zoveel mogelijk bij de discussie moeten worden betrokken.

Gesprek met president Kucan

De president bracht de Nederlandse rol in herinnering als voorzitter van de EU ten tijde van de korte strijd voor de onafhankelijkheid van Slovenië. Ik sprak mijn grote waardering uit voor hetgeen de afgelopen tien jaar is bereikt door Slovenië en de voortgang die is geboekt in het toetredingsproces. De President onderstreepte het grote politieke belang van de uitbreiding en trok een vergelijking met het Marshall-plan. Het ging hem, mede gezien zijn ervaringen met het oude Joegoslavië, vooral om de morele waarde van dat plan. Hij herkende een gelijke waarde in de uitbreiding van de EU.

Tijdens dit gesprek kwam ook het debat over de toekomst van de EU ter sprake. Ik gaf een toelichting op de zaken die voor de IGC van 2004 op de agenda staan en benadrukte hoe belangrijk het is dat kandidaat-lidstaten actief deelnemen aan het debat daarover.

President Kucan gaf zijn visie op de ontwikkelingen in de regio vanuit de speciale positie die Slovenië als vroegere deelrepubliek van de Joegoslavische federatie heeft. Ook stond de President stil bij de NAVO-uitbreiding en de Top in Praag volgend jaar.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Naar boven