A
NADER RAPPORT
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 19 september 2000, aangeboden
aan de Koningin door de Minister van Financiën, alsmede een daarbij behorende
bijlage.
Blijkens de mededelingen van de Directeur van Uw kabinet machtigde Uwe
Majesteit de Raad van State zijn adviezen inzake de voorstellen van wet tot
vaststelling van de begroting 2001 rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Het betreft de mededelingen:
– van 5 september 2000, de nrs.: 00.004995, 00.005001, 00.005002,
00.005019, 00.005020, 00.005023 en 00.005024;
– van 6 september 2000, de nrs.: 00.005031, 00.005032, 00.005033,
00.005034, 00.005035, 00.005036, 00.005044, 00.005059, 00.005060 en 00.005061;
– van 7 september 2000, de nrs.: 00.005077, 00.005078, 00.005079,
00.005080 en 00.005081;
– van 8 september 2000, nr.: 00.005030.
Blijkens het advies van 13 september 2000, nr. W04.00.0363/I: Provinciefonds,
kan de Raad van State zich verenigen met het daarin voorgedragen voorstel
van wet inzake de begroting 2001 (z.g. blanco adviezen).
Inmiddels is het noodzakelijk gebleken in een aantal wetsvoorstel(len)
enige wijzigingen aan te brengen.
Deze wijzigingen zijn in de bijlage vermeld en toegelicht. De memorie
van toelichting bij het desbetreffende wetsvoorstel zijn, voor zover noodzakelijk,
met deze wijzigingen in overeenstemming gebracht.
Ten behoeve van de Raad van State doe ik Uwe Majesteit een afschrift toekomen
van dit nader rapport en van de daarbij behorende bijlage.
Overeenkomstig de door U verleende machtiging van 6 maart 1992, nr. 92.002038
zal de ondergetekende de begrotingsstukken voor het jaar 2001 heden bij de
Tweede Kamer der Staten-Generaal indienen.
De Minister van Financiën,
G. Zalm
Bijlage bij het Nader Rapport inzake de begroting 2001
Blijkens het bijgaande advies kan de Raad van State zich verenigen met
bovenvermelde begroting.
Inmiddels is het noodzakelijk gebleken in de tekst van de memorie van
toelichting van bovenvermelde begroting wijzigingen aan te brengen. De memorie
van toelichting is aangepast voor wat betreft de indicatieve accressen 2000–2005.
De nu opgenomen indicatieve accressen zijn gebaseerd op de meest recente inzichten
over de ontwikkeling van de rijksuitgaven in deze periode op basis van de
Miljoenennota 2001.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries
De Staatssecretaris van Financiën,
W. J. Bos
De Minister van Financiën,
G. Zalm