27 400 C
Vaststelling van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2001

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 17 oktober 2000

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties¹, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De voorzitter van de commissie,

De Cloe

De griffier van de commissie,

De Gier

1

Wat is de stand van zaken van het overleg tussen bewindslieden, IPO en VNG over de manier waarop (wederzijdse) inspanningen op het gebied van maatschappelijke prioriteiten vorm kunnen krijgen?

In het BANS Overhedenoverleg d.d. 18 mei jl. is door alle BANS-partners vastgesteld dat als gevolg van de economische meewind er voor elke partij (meer) ruimte is om aan de in het BANS gemaakte afspraken meer nadruk te geven.

Om te voorkomen dat elk ministerie in vervolg daarop afzonderlijk met een eigen prioriteitenlijstje bij provincies en gemeenten aan zou gaan kloppen, is tijdens het Overhedenoverleg afgesproken dat de rijkspartners «voorsorteren».

Van rijkszijde is vervolgens – per brief van 7 juli 2000; kenmerk IR00/u77345 – aan IPO en VNG voorgesteld om te komen tot afspraken op met name het jeugddossier (voor- en vroegschoolse educatie; jeugd en veiligheid: inclusief wijkveiligheid; jeugdzorg) en het plattelandsdossier.

In vervolg daarop vinden nu – onder verantwoordelijkheid van de betrokken ministers en staatssecretarissen – gesprekken plaats met IPO en VNG over de manier waarop (wederzijdse) inspanningen vorm krijgen.

De staatssecretaris van VWS heeft reeds toegezegd de Tweede Kamer in oktober te informeren over de voortgang ten aanzien van het integrale kader voor de jeugd van 0–6 jaar. Daarbij zullen ook de financiële aspecten naar voren komen.

2

Wanneer krijgt de Kamer een uitleg over het feit dat de extra uitgaven van het amendement dat ertoe strekte de financiële gevolgen van de fiscalisering van de omroepbijdrage voor regionale omroepen te compenseren door een verhoging van de algemene uitkering, niet structureel doorgetrokken worden?

De toegezegde brief zal de Kamer een dezer dagen bereiken. Zie voor het standpunt van het kabinet over deze zaak ook de antwoorden op de vragen 4 en 11 die zijn gesteld bij de ontwerpbegroting gemeentefonds 2001.

3

Kan de regering ingaan op het overleg tussen het ministerie van V&W en het IPO en de Unie van Waterschappen over een nieuw financieringsmodel voor de primaire waterkeringen? Wat is de huidige stand van zaken?

Het overleg tussen de staatssecretaris van V&W en de bestuurders van IPO en Unie van Waterschappen over een nieuw financieringsmodel voor de primaire waterkeringen is nog gaande. Wanneer het overleg is afgerond zal de staatssecretaris van V&W de Tweede Kamer ter zake informeren.

4

Worden de achtergronden van het achterblijven van de feitelijke uitgaven bij de verdeling in het cluster Voorzieningen en de absolute daling ten opzichte van 1999 bij een meerderheid van de provincies nader bekeken? (Bijlage 4 Periodiek Onderhoudsrapport Provinciefonds 2001)?

Ja.

5

Waarom is het amendement inzake de compensatie van fiscalisering van de omroepbijdragen niet integraal (structureel) uitgevoerd?

Het amendement heeft betrekking op de begroting voor het jaar 2000. Inmiddels is de verhoging van het provinciefonds met f 14,4 miljoen voor dat jaar in de verdeling verwerkt. Voor het jaar 2001 en volgende wordt uitgegaan van de structurele toevoeging aan het provinciefonds, zoals deze in verband met de lokale omroepen is overeengekomen met de IPO. Daarom heeft het kabinet afgezien van structurele verwerking van het amendement. Zie ook de antwoorden op de vragen 4 en 11 die zijn gesteld bij de ontwerpbegroting gemeentefonds 2001.

---

1 Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Van den Berg (SGP), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Hoekema (D66), Dankers (CDA), O.P.G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Wagenaar (PvdA), Luchtenveld (VVD), De Boer (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Duijkers (PvdA), Balemans (VVD) en De Swart (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (RPF), Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Van Wijmen (CDA), Ravestein (D66), Augusteijn-Esser (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Rabbae (GL), Cherribi (VVD), Gortzak (PvdA), Dittrich (D66), Wijn (CDA), Van den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Apostolou (PvdA), Cornielje (VVD), Kuijper (PvdA), Mosterd (CDA), Eurlings (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Belinfante (PvdA), Essers (VVD) en Nicolaï (VVD).