27 400
Nota over de toestand van 's Rijks financiën

nr. 29
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 19 september 2000

Eind vorige eeuw heeft uw Kamer een motie aangenomen die tot doel had het Rijksmuseum te Amsterdam voor de eenentwintigste eeuw in topconditie te brengen. (26 800, nr. 11) Vervolgens werd door het Kabinet als millenniumbijdrage een incidenteel bedrag van 100 miljoen beschikbaar gesteld. Met dit bedrag als aanzet zijn thans plannen ontwikkeld die uiteindelijk zullen moeten leiden tot de beoogde vernieuwing van het museum.

Na realisatie zal het Rijksmuseum Amsterdam de huidige eeuw passend kunnen ingaan: toonaangevend op museaal gebied en toegankelijk voor velen. Wederom zal er sprake kunnen zijn van een vooraanstaand museum van internationale allure, onze nationale schatkamer.

In samenspraak met de minister van Financiën en de hoofddirecteur van het Rijksmuseum is besloten het 115 jaar oude gebouw te vernieuwen op een wijze die zijn architectonische en monumentale waarden respecteert en tevens overeenstemt met de internationale faam van het museum. Tot en met 2007 is hiermee in totaal een investering van f 445 miljoen gemoeid.

Deze investering zal voorzien in een optimale combinatie van attractiviteit en toegankelijkheid voor een breed publiek, een nieuwe educatieve infrastructuur, adequate zorg voor de collectie, een ondersteuning van de belangrijke rol die het Rijksmuseum vervult in de collectiemobiliteit en het herstel van het heldere monumentale architectonische concept van Cuypers.

Er ontstaat dan weer een mooi, transparant gebouw, geschikt voor een miljoenenpubliek en met een optimaal ruimtelijk zicht. Bij de huisvesting van de ondersteunende diensten: collectiebeheer, educatie, marketing, organisatie en facilitaire dienst wordt voldaan aan de functionele eisen en het gestelde in de Arbeidsomstandighedenwet.

Het gebouw voldoet dan ook weer aan de eisen van brandveiligheid, eisen die in de laatste jaren onvoldoende waren gewaarborgd.

Ter ondersteuning van de opdracht aan de architect, en tevens om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren voor de grootscheepse renovatie van het Rijksmuseum, hebben wij besloten een maatschappelijk debat in gang te zetten over de herbezinning op de plaats en de rol van het Rijksmuseum in de hedendaagse maatschappij en in het museumbestel.

Voor de voordracht van een architect is een commissie ingesteld onder leiding van de Rijksbouwmeester, waarin ondermeer zitting heeft de heer Fons Asselbergs, directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Een aantal architecten, uit binnen- en buitenland, zal worden uitgenodigd om een visie te presenteren op Het Nieuwe Rijksmuseum. Aan de keuze door de commissie gaat een openbare discussie vooraf, waarvoor inmiddels een moderator en begeleider is benaderd. Daarnaast zullen enkele schrijvers en filmers worden uitgenodigd een essay te schrijven, respectievelijk een synopsis te maken, waarin zij hun persoonlijke visie geven op Het Nieuwe Rijksmuseum in de 21e eeuw. Deze essays en synopsissen gaan een rol spelen bij de architectenkeuze en bij de vormgeving van het nieuwe museum.

Voor nadere informatie over deze complexe en majeure operatie, verwijs ik u graag naar de bijgevoegde brief aan de hoofddirecteur van het Rijksmuseum.1

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven