Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27284 nr. 1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27284 nr. 1 |
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2000
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 11 september 2000.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 11 oktober 2000.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer U hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 6 maart te Jakarta totstandgekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië inzake de betaling van Nederlandse socialeverzekeringsuitkeringen (Trb. 2000, 26).1
Een toelichtende nota bij dit verdrag treft U eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
Wet beperking export uitkeringen
Op 1 januari 2000 zijn de Wet beperking export uitkeringen en de Wijzigingswet beperking export uitkeringen in werking getreden. Op grond van deze wetten heeft de verzekerde geen recht op een socialeverzekeringsuitkering gedurende de periode dat hij, of degene ten behoeve van wie de uitkering wordt verstrekt, niet in Nederland woont. Dit geldt evenwel niet, indien de betrokkene woont in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op uitkering kan bestaan.
Achtergrond van deze wetgeving is de omstandigheid dat de rechtmatigheid van de uitkeringen die over de grens worden verstrekt, niet afdoende kan worden gewaarborgd. De uitvoeringsorganen beschikken dikwijls niet over de mogelijkheden om buiten Nederland de voor de uitvoering van de sociale verzekeringen noodzakelijke verificaties en controles te verrichten zoals die ook in Nederland plaatsvinden. Het doel van de Wet beperking export uitkeringen is om de rechtmatigheid van de uitkeringen te verbeteren door de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten te versterken. Het middel hiertoe is om met de landen waar Nederlandse uitkeringen worden betaald, bij verdrag afspraken te maken die ten aanzien van dat land de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten, en daardoor de rechtmatigheid van de uitkeringen, verbeteren. Hiertoe behoren tevens afspraken die de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen vergemakkelijken.
Op grond van de wet kunnen uitkeringen alleen worden geëxporteerd naar de landen waarmee bij verdrag afspraken over handhaving bestaan.
Specifiek met betrekking tot Indonesië heeft de Tweede Kamer bij de behandeling van het wetsvoorstel Beperking export uitkeringen in een motie bij het kabinet aangedrongen op het spoedig sluiten van een verdrag. Overweging daarbij was de speciale verantwoordelijkheid van Nederland ten aanzien van Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen (kamerstukken II, 1998/1999, 25 757, nr. 12).
Het verdrag met Indonesië voorziet in de handhavingsafspraken die noodzakelijk zijn in het licht van de Wet beperking export uitkeringen. De afspraken zijn erop gericht om verificatie en controle mogelijk te maken ten aanzien van de volgende aspecten van de socialeverzekeringswetten:
– identiteit (geldt voor alle socialeverzekeringswetten);
– in leven zijn (geldt voor alle socialeverzekeringswetten);
– leefvorm (geldt voor de Algemene nabestaandenwet, ANW, en de Algemene Ouderdomswet, AOW);
– inkomen van de betrokkene (geldt voor de ANW, de Ziektewet, ZW, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, WAO, en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, WAZ);
– inkomen van de partner (geldt voor de AOW);
– samenloop van uitkeringen (geldt voor de ANW, de ZW, de WAO en de WAZ);
– arbeidsongeschiktheid (geldt voor de ANW, de ZW, de WAO en de WAZ); en
– bestaan/leeftijd/inkomen/onderwijs van het kind (geldt voor de Algemene Kinderbijslagwet, AKW).
Daarnaast is afgesproken dat Indonesië de voor tenuitvoerlegging vatbare beslissingen van de uitvoeringsorganen en uitspraken van de rechter inzake de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen erkent. Het verdrag verschaft derhalve een executoriale titel voor tenuitvoerlegging van deze beslissingen en uitspraken in Indonesië. Tenslotte zijn in het verdrag bepalingen opgenomen die de uitvoeringsorganen de bevoegdheid verschaffen om uitkeringen te weigeren, te schorsen of in te trekken indien de betrokkene of het Indonesische orgaan nalaat (tijdig) inlichtingen te verstrekken of onderzoeken te ondergaan.
De uitvoeringsorganen hebben kenbaar gemaakt dat dit verdrag voldoende basis vormt om het handhavingsdoel van de Wet beperking export uitkeringen te bereiken. Op grond van het verdrag wordt de exportbeperking ten aanzien van Indonesië dan ook opgeheven. Aan de hand van de toepassing van het verdrag in de praktijk zal worden vastgesteld of de afspraken ook daadwerkelijk voldoen. Over deze bevindingen zal worden gerapporteerd bij de evaluatie waarin de Wet beperking export uitkeringen voorziet.
2. Artikelsgewijze toelichting
Onder de (materiële) werkingssfeer van het verdrag vallen de ZW, de WAO, de WAZ, de AOW, de ANW en de AKW. Dit zijn de socialeverzekeringswetten waarop de exportbeperking van de Wet beperking export uitkeringen betrekking heeft. Voor de Toeslagenwet en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, WAJONG, geldt een wettelijk exportverbod. Deze wetten vallen daarom niet onder de werkingssfeer van het verdrag. Evenmin onder de werkingssfeer van het verdrag vallen de loonbetalingen waarop de werknemer recht heeft bij ziekte (artikel 7:629 Burgerlijk Wetboek). De Wet beperking export uitkeringen ziet op uitkeringen en niet op (contractuele) verplichtingen op grond van het Burgerlijk Wetboek.
Onder de (personele) werkingssfeer van het verdrag vallen de uitkeringsgerechtigden en hun gezinsleden die op het grondgebied van Indonesië wonen of verblijven. Onder gezinsleden dienen te worden begrepen de partner in verband met de partnertoeslag op grond van de AOW, de halfwees in verband met de halfwezenuitkering op grond van de ANW, en het kind in verband met de kinderbijslag op grond van de AKW.
Deze bepaling heft de exportbeperking op van de Wet beperking export uitkeringen. De voor het recht op uitkering geldende wettelijke eis dat de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid in Nederland dient te wonen, geldt niet voor de in Indonesië wonende uitkeringsgerechtigden en hun gezinsleden.
Deze bepaling benoemt de bevoegde autoriteiten in beide landen en de bevoegde organen in het kader van de toepassing van het verdrag. Met de bevoegde organen in Nederland worden bedoeld de Sociale Verzekeringsbank, het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de uitvoeringsinstellingen. In Indonesië zijn dit de organen die voor de Nederlandse organen de gegevens kunnen controleren en verifiëren die van belang zijn voor de uitvoering van de Nederlandse socialeverzekeringswetten.
De in deze artikelen opgenomen bepalingen bieden de rechtsbasis voor de verificatie en controle van de gegevens zoals hiervoor vermeld en de gegevensverstrekking door de Indonesische organen aan de Nederlandse organen. Bovendien wordt de Nederlandse organen en de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen in Indonesië de mogelijkheid geboden om de uitkeringsgerechtigden en de Indonesische organen rechtstreeks te benaderen in het kader van de verificatie en controle.
Dit artikel bevat specifieke bepalingen over de medische controle van de uitkeringsgerechtigde of degene die een uitkering aanvraagt. Uitgangspunt is dat de Nederlandse organen voor de vaststelling van de (mate van) arbeidsongeschiktheid gebruik maken van Indonesische gegevens. Zij hebben evenwel het recht om de betrokkene door een arts van eigen keuze te laten onderzoeken of op te roepen voor onderzoek in Nederland. De daarmee gemoeide kosten komen ten laste van de Nederlandse uitvoeringsorganen.
Dit artikel regelt de erkenning door Indonesië van de Nederlandse administratieve en rechterlijke beslissingen inzake de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen die voor tenuitvoerlegging vatbaar zijn. Het verdrag verschaft derhalve een executoriale titel voor tenuitvoerlegging van deze beslissingen en uitspraken in Indonesië.
Dit artikel geeft de Nederlandse organen de bevoegdheid om de uitkering te weigeren, te schorsen of in te trekken bij niet-nakoming van de informatieverplichting of de verplichting om onderzoeken te ondergaan. Bovendien wordt de Nederlandse organen de bevoegdheid gegeven om de uitkering te weigeren of te schorsen, indien de betrokkene of het Indonesische orgaan niet binnen een termijn van zes weken de informatie verstrekt waarom wordt verzocht.
Het betreft hier een bevoegdheid van de Nederlandse bevoegde organen die beleidsmatig dient te worden ingevuld. Gezien de consequenties die het handelen of nalaten van de Indonesische organen voor de uitkeringen kan hebben, acht de regering het overigens aangewezen dat de bevoegde organen van beide landen afspraken met elkaar maken om deze consequenties zo veel mogelijk te voorkomen.
De bepaling van dit artikel sluit de aansprakelijkheid uit van de Indonesische regering inzake niet betaalde uitkeringen.
Deze artikelen bevatten bepalingen over verdragsinterpretatie, verdragswijzigingen, inwerkingtreding, toepassing en opzegging van het verdrag. Het verdrag voorziet, in verband met de inwerkingtreding van de Wet beperking export uitkeringen, in voorlopige toepassing en in terugwerkende kracht van de in artikel 4 neergelegde exportbepaling tot en met 1 januari 2000.
Het verdrag zal, voor wat het Koninkrijk betreft, alleen voor Nederland gelden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27284-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.