nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Archiefwet 1995 in verband met een andere positionering van
de rijksarchiefinspectie.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
8 september 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rijksarchiefdienst
niet langer te belasten met het in de Archiefwet 1995 bedoelde toezicht ter
zake van archiefbescheiden; dat daartoe de Archiefwet 1995 dient te worden
gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Archiefwet 1995 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 25, tweede lid, vervalt onderdeel b en wordt onderdeel c geletterd
onderdeel b.
B
Artikel 25a, eerste lid, komt te luiden:
1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet bepaalde
ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden, bedoeld in de artikelen
23, eerste en tweede lid, en 41, eerste lid, zijn belast de bij besluit van
Onze minister als hoofdinspecteur en inspecteurs aangewezen ambtenaren.
C
Artikel 25b komt te luiden:
Artikel 25b
1. De hoofdinspecteur, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, doet aan het
overheidsorgaan mededeling van de bevindingen van het toezicht en van de voorzieningen
die naar zijn oordeel dienen te worden getroffen.
2. Hij brengt jaarlijks voor 1 juli aan Onze minister schriftelijk verslag
uit van de bevindingen van het toezicht gedurende het afgelopen kalenderjaar.
Onze minister legt dit verslag, vergezeld van zijn standpunt, over aan de
Staten-Generaal.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,