27 269
Wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering van een regeling inzake de financiering van kinderopvang voor uitkeringsgerechtigden

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 november 2000

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel I, onderdeel A, komt de eerste zin van het voorgestelde artikel 74, derde lid, van de Werkloosheidswet te luiden: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan het eerste en het tweede lid van dit artikel en artikel 22a, eerste en tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten per kalenderjaar toepassen op, in totaal, ten hoogste 3000 werknemers.

2

In artikel II, onderdeel B, komt de eerste zin van het voorgestelde artikel 22a, derde lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten te luiden: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan het eerste en het tweede lid van dit artikel en artikel 74, eerste en tweede lid, van de Werkloosheidswet per kalenderjaar toepassen op, in totaal, ten hoogste 3000 werknemers.

Toelichting

Het doel van het wetsvoorstel is de mogelijkheid voor het Landelijk instituut sociale verzekeringen te openen om per kalenderjaar voor 3000 personen (werklozen of arbeidsgehandicapten) kinderopvang te financieren of een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang aan de werkgever te verstrekken. Op grond van de tekst van de voorgestelde artikelen 74, derde lid, van de Werkloosheidswet en 22a, derde lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zou het Landelijk instituut sociale verzekeringen per kalenderjaar voor 3000 werkloze werknemers én voor 3000 arbeidsgehandicapten die mogelijkheid hebben. Met de onderhavige nota van wijziging wordt die tekst in overeenstemming gebracht met de bedoeling.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven