nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra
en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake enkele technische aanpassingen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
29 augustus 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele technische
aanpassingen aan te brengen in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op
de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs en die wetten aan
te passen in verband met het van toepassing worden van de Werkloosheidswet
op het overheids- en onderwijspersoneel;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het primair onderwijs wordt gewijzigd als volgt:
A
In de artikelen 128, 166, negende lid, 170, vijfde lid, 171, zevende lid,
en 175, vierde lid, wordt «uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid
onderwijs- en onderzoekpersoneel» telkens vervangen door: werkloosheidsuitkeringen.
B
Het opschrift van artikel 129 wordt vervangen door:
Artikel 129. Grondslag vergoeding nascholing
C
In artikel 133 wordt «het bevoegd gezag van een bijzondere school
of van een openbare nevenvestiging ten aanzien waarvan artikel 85, tweede
lid, toepassing heeft gevonden en» vervangen door: het bevoegd gezag
van een niet door de gemeente in stand gehouden school.
D
In artikel 134, zesde lid, wordt in de aanhef de zinsnede «Indien
in de periode tussen 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar waarover
de vergoeding plaatsvindt, en 1 maart daaropvolgend, het aantal leerlingen
is toegenomen met een bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel
69, vastgesteld aantal,» vervangen door: Indien op 1 maart van het jaar
waarover de vergoeding plaatsvindt, het aantal leerlingen met ten minste een
bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 69, vastgesteld
aantal is toegenomen ten opzichte van het aantal leerlingen, zoals dat luidt
na de verhoging overeenkomstig het vierde lid onder b,.
ARTIKEL II
De Wet op de expertisecentra wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 98, eerste lid onderdeel e, wordt «het eerste lid, onderdelen
a, b en c, van dat artikel» vervangen door: het eerste lid, onderdelen
a tot en met e, van dat artikel.
B
In de artikelen 123, 153, negende lid, 156, vijfde lid, 157, zevende lid,
en 161, vierde lid, wordt «uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid
onderwijs- en onderzoekpersoneel» telkens vervangen door: werkloosheidsuitkeringen.
C
In artikel 127 wordt «het bevoegd gezag van een bijzondere school»
vervangen door: het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden
school.
D
In artikel 171, vierde lid, wordt «artikel 186, vierde lid, van
de Wet op het primair onderwijs» vervangen door: artikel 186, vijfde
lid, van de Wet op het primair onderwijs.
ARTIKEL III
In de Wet op het voortgezet onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
In de artikelen 118b, negende lid, 118f, vijfde lid, 238, 268, negende
lid, 271, vijfde lid, 272, zevende lid, en 276, vierde lid, van de Wet op
het voortgezet onderwijs, wordt «uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid
onderwijs- en onderzoekpersoneel» telkens vervangen door: werkloosheidsuitkeringen.
B
In artikel 215, eerste lid onderdeel e, wordt «het eerste lid, onderdelen
a, b en c, van dat artikel» vervangen door: het eerste lid, onderdelen
a tot en met e, van dat artikel.
C
In artikel 242 wordt «het bevoegd gezag van een bijzondere school»
vervangen door: het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden
school.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,