nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 29 november 2000
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel III (Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs) wordt als
volgt gewijzigd.
In onderdeel ZZ, wordt «Artikel 96.1» vervangen door: Artikel
96c.1.
B
Artikel VIII (Wijziging van de Wet verzelfstandiging informatiseringsbank)
wordt als volgt gewijzigd.
Onderdeel C komt te luiden:
C
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt als volgt te luiden:
3. De hoofddirectie stelt regels vast omtrent:
a. de inrichting en de wijze van bedrijfsvoering van de Informatie Beheer
Groep,
b. de onderlinge verdeling van de werkzaamheden, en
c. de afbakening van de bevoegdheden tussen de hoofddirectie en de Raad.
De regels, bedoeld in de onderdelen b en c, behoeven de instemming onderscheidenlijk
goedkeuring van de Raad.
2. In het vierde lid, aanhef, wordt «Goedkeuring» vervangen
door «Goedkeuring dan wel instemming» en wordt «besluiten»
vervangen door: besluiten dan wel beslissingen.
3. Aan het vierde lid wordt een volzin toegevoegd luidende: De goedkeuring
kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
4. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Indien binnen vier weken na ontvangst van het besluit dan wel de beslissing
door de Raad niet anders is beslist, wordt de Raad geacht te hebben goedgekeurd
onderscheidenlijk ingestemd.
C
Artikel XI (Wijziging van de TNO-wet) wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel I, onderdeel 2, komt als volgt te luiden:
2. In het tweede lid wordt «Ons besluit tot schorsing of vernietiging»
vervangen door: Het koninklijk besluit tot vernietiging.
Toelichting
Deze nota van wijziging die mede wordt uitgebracht namens mijn ambtgenoot
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bevat enkele technische verbeteringen.
A
Het betrof een onjuiste verwijzing.
B
De wijzigingen brengen tot uitdrukking dat niet in alle van de in het
derde en vierde lid genoemde gevallen steeds sprake is van goedkeuring in
de zin van de Awb. Hiermee wordt duidelijkheid verkregen over de toepasselijkheid
van afdeling 10.2.1 (Goedkeuring) van de Algemene wet bestuursrecht (zie Kamerstukken
II 1999/2000, 27 265, nr. 3, blz. 8). Zo zal het vaststellen van regels
door de hoofddirectie omtrent de onderlinge verdeling van de werkzaamheden,
bedoeld in het derde lid van artikel 8, niet als een besluit kunnen worden
aangemerkt, zodat goedkeuring niet aan de orde is.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om tevens de tekst van artikel 8,
derde lid, te verduidelijken. De huidige tekst van artikel 8, derde lid, is
voor meer dan een uitleg vatbaar. In de tweede volzin behoeven «laatstgenoemde
regels» de goedkeuring van de Raad. Verduidelijkt wordt welke regels
hier bedoeld worden.
C
Met de onderhavige wijziging wordt een inconsistentie weggenomen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans