nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 5 oktober 2000
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet,
heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder
het voorbehoud dat de regering de vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht
de commissie de openbare beraadslaging over dit voorstel van wet voldoende
voorbereid.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het voorliggende wetsvoorstel.
Het woord beslissing krijgt, afhankelijk van of het om een bijzondere
of openbare instelling gaat, een verschillende betekenis. Welke gevolgen heeft
dit voor de rechtsbescherming en hoe moet voor betrokkenen blijken wanneer
een beslissing van een bijzondere onderwijsinstelling al dan niet moet worden
opgevat als een besluit in de zin van artikel 1.3 (Algemene wet bestuursrecht
(Awb)?
De Wet tegemoetkoming studiekosten (WTS) is volgens de regering een inkomensvoorziening
en om die reden zijn de subsidiebepalingen van de Awb niet van toepassing.
Kan de regering uiteenzetten waarom de WTS als inkomensvoorziening moet worden
aangemerkt en wilt u de inkomensafhankelijkheid van de WTS in uw antwoord
betrekken?
Waarin verschillen de huidige bevoegdheden van toezichthouders volgens
de onderwijswetgeving met de standaardbevoegdheden die de Awb aan toezichthouders
toekent?
De termijnen in de Wet overige OCenW-subsidies blijken in de praktijk
vaak klemmend te zijn. In welke zin veranderen in dit wetsvoorstel de termijnen
voor de aanvraag van subsidieverlening en de termijn waarop tot subsidievaststelling
moet worden overgegaan?
Met instemming hebben de leden van de VVD-fractie kennisgenomen van de
aanpassing onderwijswetgeving aan de derde tranche Awb. Een wet waarin technische
aanpassingen en aanpassingen in terminologie de boventoon voeren. Deze leden
hebben een tweetal vragen.
Ten eerste is dat de vraag of het systeem van het Awb toestaat dat artikel
4:32 uitdrukkelijk wordt uitgesloten? Zij stellen deze vraag naar aanleiding
van artikel 4:21, vierde lid. Zou een wijziging van bijvoorbeeld artikel 4:32 Awb door toevoeging van een zinsnede als «tenzij bij wettelijk
voorschrift anders is bepaald» niet noodzakelijk zijn?
Ten tweede stellen zij dat in de toelichting bij de wijziging van artikel
187, vijfde lid WPO enz. alleen wordt gesproken over het Vervangingsfonds.
Moet het Participatiefonds hier niet aan toe worden gevoegd?
De leden van de fracties van GPV en RPF hebben met belangstelling kennis
genomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij constateren dat de regering aansluiting
heeft gezocht bij het preadvies van prof. mr. B.P. Vermeulen en mr. Zoontjes
over de verhouding tussen de Awb en de bijzondere onderwijswetten. Zo neemt
de regering in dit wetsvoorstel het onderscheid over dat beide schrijvers
van het preadvies tussen bekostiging en subsidie maken. De leden van de fracties
van GPV en RPF vinden het een goede zaak dat de regering Vermeulen en Zoontjes
hierin heeft gevolgd.
De leden van de fracties van GPV en RPF zouden van de regering willen
weten of wellicht op onderdelen is afgeweken van de inhoud van het preadvies
en zo ja, waarom.
In het achtste hoofdstuk van het preadvies wordt een algemene beschouwing
gegeven over de verhouding tussen de Awb en het onderwijsrecht. Daarin wordt
gesteld dat in deze verhouding geen sprake kan zijn van een suprematie van
de Awb. De leden van de fracties van GPV en RPF willen van de regering vernemen
of zij de strekking van genoemd hoofdstuk onderschrijft.
In het nader rapport naar aanleiding van het advies van de Raad van State
meldt de regering dat zij ook de onderdelen in de onderwijswetten over het
toezicht van de onderwijsinspectie heeft aangepast aan de Awb. De leden van
de fracties van GPV en RPF willen weten waarom deze aanpassingen pas later
zijn toegevoegd. Ook willen zij van de regering de verzekering hebben dat
deze aanpassingen inhoudelijk niet vooruitlopen op de nog in te dienen Wet
onderwijstoezicht.
De voorzitter van de commissie,
Van der Hoeven
De griffier van de commissie,
Coenen
XNoot
1Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Schutte (GPV), Van de Camp
(CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter, De Vries (VVD), Rabbae (GroenLinks),
Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), Dijksma (PvdA), Cherribi
(VVD), Rehwinkel (PvdA), ondervoorzitter, Passtoors (VVD), Wijn (CDA), Ross-van
Dorp (CDA), Örgü (VVD), Nicolaï (VVD), Kortram (PvdA), Halsema
(GroenLinks), Eurlings (CDA), Belinfante (PvdA), Van Bommel (SP), Barth (PvdA),
Hamer (PvdA), Vacature PvdA.
Plv. leden: Schimmel (D66), Stellingwerf (RPF), Mosterd (CDA),
Atsma (CDA), Van Baalen (VVD), Harrewijn (GroenLinks), Bakker (D66), Ravestein
(D66), E. Meijer (VVD), Valk (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), Blok
(VVD), Verhagen (CDA), Schreijer-Pierik (CDA), Rijpstra (VVD), Voûte-Droste
(VVD), Middel (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Visser-van Doorn (CDA), Gortzak
(PvdA), Poppe (SP), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA), De Cloe (PvdA).