27 262
Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende het toepassingsgebied van het witwassen van opbrengsten in de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied, alsmede betreffende de opneming van het registratienummer van het vervoermiddel in de Overeenkomst, met verklaringen; Brussel, 12 maart 1999

nr. 329
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 augustus 2000

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 24 augustus 2000. De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 23 september 2000.Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer U hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 12 maart 1999 te Brussel totstandgekomen Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende het toepassingsgebied van het witwassen van opbrengsten in de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied, alsmede betreffende de opneming van het registratienummer van het vervoermiddel in de Overeenkomst, met verklaringen (Trb. 1999, 163)1.

Een toelichtende nota bij dit Protocol treft U eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

TOELICHTENDE NOTA

Inleiding

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State).Op het gebied van douanesamenwerking in de Europese Unie is op 12 maart 1999 te Brussel totstandgekomen het Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende het toepassingsgebied van het witwassen van opbrengsten in de overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied, alsmede de opneming van het registratienummer van het vervoermiddel in de overeenkomst (Trb. 1999, 163) hierna genoemd het Protocol.

Het protocol dient ertoe de samenhang in het toepassingsbereik te verbeteren van drie recent totstandgekomen rechtsinstrumenten van de Europese Unie voor informatieuitwisseling op douanegebied.

Deze regelingen zullen, nadat zij elk in werking zijn getreden, bestaan uit:

– de op 26 juli 1995 te Brussel totstandgekomen Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake het gebruik van informatica op douanegebied (Trb. 1995, 287): beter bekend als de DIS-overeenkomst;

– de Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van de Europese Unie van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PbEG L 82): in het kort Verordening (EG) 515/97;

– de op 18 december 1997 te Brussel totstandgekomen Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douaneadministraties (Trb. 1998, 174): het zogenoemde WBS-verdrag.

De DIS-overeenkomst voorziet in de oprichting van een Douane Informatie Systeem (DIS) ter bestrijding van inbreuken op nationale wetgeving en is inmiddels door de Staten-Generaal goedgekeurd (kamerstukken II, 1998/1999, 26 439, nrs. 1–4, 1999/2000, 26 439, nrs. 5–6; kamerstukken I, 1999/2000, 26 439, nrs. 240–240a). Verordening (EG) 515/97 schept een basis voor de uitwisseling van informatie ter bestrijding van inbreuken op communautaire douanewetgeving en voorziet tevens in de oprichting van een EG-Douane Informatie Systeem en is op 13 maart 1998 in werking getreden. De bepalingen over het DIS in Verordening (EG) 515/97 zijn ontleend aan de DIS-overeenkomst. Het WBS-verdrag voorziet in een nieuwe rechtsbasis voor de uitwisseling van informatie tussen de douaneadministraties in strafzaken en is inmiddels door de Staten-Generaal goedgekeurd (kamerstukken II, 1999/2000, 26 869, nrs. 1–5; kamerstukken I, 1999/2000, 26 869, nr. 244). De bepalingen in het WBS-verdrag over wederzijdse bijstand zijn ontleend aan Verordening (EG) 515/97.

Inhoud van het Protocol

Het Protocol betreft de aanpassing van de DIS-overeenkomst aan het WBS-verdrag en de Verordening (EG) 515/97 op twee onderdelen.

Artikel 1 van het Protocol strekt tot wijziging van het toepassingsgebied van het witwassen van voorwerpen en opbrengsten genoemd in de DIS-overeenkomst. Het huidige toepassingsgebied van de DIS-over- eenkomst omvat op grond van artikel 1, eerste lid, tweede streepje, onder andere de uitwisseling van informatie over de opbrengsten die verband houden met de illegale internationale handel in verdovende middelen. Een ruimere omschrijving van witwassen is opgenomen in artikel 4, derde lid, van het recentere WBS-verdrag, dat verwijst naar het witwassen van geld afkomstig van handelingen in strijd met de nationale of commu- nautaire douanevoorschriften, die zijn vermeld in het eerste en tweede lid van artikel 4 van het WBS-verdrag. In het belang van de eenvormigheid van de EU-verdragen op het gebied van douanesamenwerking dient op dit punt de DIS-overeenkomst op een lijn te worden gebracht met het WBS-verdrag. Dit gebeurt door in genoemd artikel 1, eerste lid, tweede streepje, van de DIS-overeenkomst de tekst op te nemen van de omschrijvingen die zijn vermeld in artikel 4, eerste en tweede lid, van het WBS-verdrag.

Artikel 2 van het Protocol betreft een aanvulling van de elementen van persoonsgegevens die zijn genoemd in artikel 4 van de DIS-overeenkomst. Deze aanvulling is ontleend aan artikel 25 van de Verordening (EG) nr. 515/97. In artikel 3 van de DIS-overeenkomst en in artikel 24 van Verordening (EG) 515/97 wordt in het DIS de gegevenscategorie vervoermiddelen onderscheiden, naast onder andere de gegevenscategorieën goederen, bedrijven en personen. Ten aanzien van de in te brengen persoonsgegevens bij de vier genoemde gegevenscategorieën is in de DIS-overeenkomst ter bescherming van persoonsgegevens een beperking aangebracht tot acht elementen. In Verordening (EG) 515/97 is in artikel 25 echter aan deze opsomming een element toegevoegd, namelijk het registratienummer van het vervoermiddel dat, hoewel verwijzend naar persoonsgegevens, nodig is om een vervoermiddel te traceren. Omdat het voor de goede werking van het DIS van belang is dat de persoonsgegevens zoals omschreven in de DIS-overeenkomst en de Verordening (EG) 515/97 geheel op elkaar aansluiten, wordt aan de elementen van persoonsgegevens in artikel 4 het registratienummer van het vervoermiddel toegevoegd.

Koninkrijkspositie

Het verdrag zal wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden alleen gelden voor Nederland.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

D. A. Benschop

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven