A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 19 juni
2000 en het nader rapport d.d. 14 augustus 2000, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de
Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 23 mei 2000, no. 00.003231, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet
met memorie van toelichting, houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten in verband met de invoering van het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer
in die wet alsmede enkele wijzigingen van de Ziekenfondswet en enige andere
wetten.
Het wetsvoorstel strekt ertoe het sociaal-fiscaal nummer (hierna: sofi-nummer)
in te voeren in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), alsmede enkele
wijzigingen in de Ziekenfondswet en andere wetten aan te brengen. Het gaat
hierbij om het sluitstuk in de regelgeving op het terrein van de socialezekerheidswetten
met betrekking tot de opneming van het sofi-nummer dat aansluit bij de eerdere
opneming in de Ziekenfondswet. De Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende opmerkingen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van uw Kabinet van 23 mei 2000,
no. 00.003231, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 19 juni 2000, nr. W.13.00.0205/III, bied ik U hierbij
aan.
1. Uit het algemeen deel van de memorie van toelichting, onderdeel «Financiële
effecten», blijkt dat ter uitvoering van het voorgestelde artikel III
het sofi-nummer van een groot aantal publiekrechtelijk verzekerden, waarvan
dit nummer nog niet bij de AWBZ-uitvoeringsorganen bekend is, evenals van
circa 4,5 miljoen particulier verzekerden dient te worden opgevraagd en geregistreerd.
Uit een rapport van de Ziekenfondsraad blijkt dat het opvragen en registreren
van het sofi-nummer van 9 miljoen ziekenfondsverzekerden in de ziekenfondsadministratie
eenmalig enkele miljoenen guldens zou gaan kosten en dat de registratie van
nieuw te registreren verzekerden jaarlijks nog eens een bedrag van ongeveer
1 á 2 miljoen guldens zou gaan belopen.2
Aangezien het bij de invoering van het sofi-nummer in de AWBZ-administratie
eveneens om grote aantallen geregistreerden gaat, valt te verwachten dat die
invoering wederom hoge kosten met zich brengt. In de genoemde paragraaf van
de toelichting wordt daarin geen enkel inzicht geboden. Hierdoor komt bovendien de opmerking dat verwacht wordt dat de implementatie van de invoering
van het sofi-nummer in de AWBZ zodanig efficiëntiewinst zal opleveren
dat eventuele invoeringskosten hierdoor worden gecompenseerd in de lucht te
hangen. De Raad adviseert dan ook om die paragraaf alsnog enige aandacht aan
de financiële aspecten te besteden.1
De Raad van State adviseert om in de financiële paragraaf in de memorie
van toelichting bij het voorstel van wet alsnog enige aandacht aan de financiële
aspecten te geven. De Raad noemt de kosten van de invoering van het sofi-nummer
in de administraties van de AWBZ-uitvoeringsorganen en de efficiëntiewinst
die hier tegenover zal staan. De betreffende paragraaf is op deze onderdelen
uitgebreid.
2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het
advies behorende bijlage.
Aan de redactionele kanttekeningen van de Raad van State is gevolg gegeven.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht
zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge u verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. M. Vliegenthart
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 19 juni 2000, no.
W13.00.0205/III, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging
geeft.
– In artikel II, onder A, «In artikel 3, eerste lid, onder
b» wijzigen in: In artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b.
– In artikel VI na «ingevolge artikel 22» invoegen:
van de Algemene nabestaandenwet.
– Voorts «artikel 24, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet
zoals laatstgenoemd artikel luidt na inwerkingtreding van» wijzigen
in: artikel 24, tweede lid, van die wet zoals laatstgenoemd artikel luidt
na inwerkingtreding van.