27 253
Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer in die wet alsmede enkele wijzigingen van de Ziekenfondswet en enige andere wetten

A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 19 juni 2000 en het nader rapport d.d. 14 augustus 2000, aangeboden aan de Koningin door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 23 mei 2000, no. 00.003231, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting, houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer in die wet alsmede enkele wijzigingen van de Ziekenfondswet en enige andere wetten.

Het wetsvoorstel strekt ertoe het sociaal-fiscaal nummer (hierna: sofi-nummer) in te voeren in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), alsmede enkele wijzigingen in de Ziekenfondswet en andere wetten aan te brengen. Het gaat hierbij om het sluitstuk in de regelgeving op het terrein van de socialezekerheidswetten met betrekking tot de opneming van het sofi-nummer dat aansluit bij de eerdere opneming in de Ziekenfondswet. De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende opmerkingen.

Blijkens de mededeling van de Directeur van uw Kabinet van 23 mei 2000, no. 00.003231, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 19 juni 2000, nr. W.13.00.0205/III, bied ik U hierbij aan.

1. Uit het algemeen deel van de memorie van toelichting, onderdeel «Financiële effecten», blijkt dat ter uitvoering van het voorgestelde artikel III het sofi-nummer van een groot aantal publiekrechtelijk verzekerden, waarvan dit nummer nog niet bij de AWBZ-uitvoeringsorganen bekend is, evenals van circa 4,5 miljoen particulier verzekerden dient te worden opgevraagd en geregistreerd. Uit een rapport van de Ziekenfondsraad blijkt dat het opvragen en registreren van het sofi-nummer van 9 miljoen ziekenfondsverzekerden in de ziekenfondsadministratie eenmalig enkele miljoenen guldens zou gaan kosten en dat de registratie van nieuw te registreren verzekerden jaarlijks nog eens een bedrag van ongeveer 1 á 2 miljoen guldens zou gaan belopen.2 Aangezien het bij de invoering van het sofi-nummer in de AWBZ-administratie eveneens om grote aantallen geregistreerden gaat, valt te verwachten dat die invoering wederom hoge kosten met zich brengt. In de genoemde paragraaf van de toelichting wordt daarin geen enkel inzicht geboden. Hierdoor komt bovendien de opmerking dat verwacht wordt dat de implementatie van de invoering van het sofi-nummer in de AWBZ zodanig efficiëntiewinst zal opleveren dat eventuele invoeringskosten hierdoor worden gecompenseerd in de lucht te hangen. De Raad adviseert dan ook om die paragraaf alsnog enige aandacht aan de financiële aspecten te besteden.1

De Raad van State adviseert om in de financiële paragraaf in de memorie van toelichting bij het voorstel van wet alsnog enige aandacht aan de financiële aspecten te geven. De Raad noemt de kosten van de invoering van het sofi-nummer in de administraties van de AWBZ-uitvoeringsorganen en de efficiëntiewinst die hier tegenover zal staan. De betreffende paragraaf is op deze onderdelen uitgebreid.

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

Aan de redactionele kanttekeningen van de Raad van State is gevolg gegeven.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge u verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 19 juni 2000, no. W13.00.0205/III, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– In artikel II, onder A, «In artikel 3, eerste lid, onder b» wijzigen in: In artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b.

– In artikel VI na «ingevolge artikel 22» invoegen: van de Algemene nabestaandenwet.

– Voorts «artikel 24, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet zoals laatstgenoemd artikel luidt na inwerkingtreding van» wijzigen in: artikel 24, tweede lid, van die wet zoals laatstgenoemd artikel luidt na inwerkingtreding van.


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

XNoot
2

Rapport van de Ziekenfondsraad van 25 maart 1993, nr. 574, paragrafen 6b en 6c.

XNoot
1

Zie ook aanwijzing 215 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven