27 253
Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer in die wet alsmede enkele wijzigingen van de Ziekenfondswet en enige andere wetten

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende de wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer in die wet alsmede enkele wijzigingen van de Ziekenfondswet en enige andere wetten.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

22 augustus 2000

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bepalingen vast te stellen met betrekking tot de doelmatige uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten alsmede de bestrijding en het tegengaan van fraude op het terrein van de sociale zekerheid door het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer in de verzekerdenadministratie van de organen die de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten uitvoeren, alsmede enige wijzigingen in de Ziekenfondswet aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Na artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40a

1. In de administratie van de ziekenfondsen, ziektekostenverzekeraars en uitvoerende organen ter zake van de uitvoering van deze wet wordt het sociaal-fiscaalnummer van de verzekerde, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, opgenomen, tenzij aan de verzekerde geen sociaal-fiscaalnummer is bekendgemaakt.

2. Bij de verstrekking van gegevens door ziekenfondsen, ziektekostenverzekeraars en uitvoerende organen en de in de artikelen 56 en 57 genoemde organen en personen wordt, indien daartoe bevoegd, gebruik gemaakt van dit sociaal-fiscaalnummer.

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen personen en instellingen.

ARTIKEL II

In de Ziekenfondswet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, komt de tekst na het eerste gedachtestreepje te luiden:

– een uitkering ontvangt ingevolge de Algemene nabestaandenwet, tot de eerste dag van de maand waarin de betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt, dan wel

B

In artikel 3c, eerste lid, vervalt: , op de dag voorafgaande aan de dag waarop de verzekering ingevolge deze wet ingaat, verzekerd was op grond van een particuliere ziektekostenverzekering.

C

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

18. In afwijking van artikel 2 wordt als medeverzekerde als bedoeld in dit artikel aangemerkt, de vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 1b, aanhef en onder 2 tot en met 5, van de Vreemdelingenwet.

D

In artikel 17, eerste lid, wordt «artikel 3, eerste lid, onder a,» vervangen door: bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a,.

E

Artikel 40 komt te luiden:

Artikel 40

1. In de administratie van de ziekenfondsen ter zake van de uitvoering van deze wet wordt het sociaal-fiscaalnummer van de verzekerde, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, opgenomen, tenzij aan de verzekerde geen sociaal-fiscaalnummer is bekendgemaakt.

2. Bij de verstrekking van gegevens door de ziekenfondsen en de in de artikelen 73b en 73c genoemde organen en personen wordt, indien daartoe bevoegd, gebruik gemaakt van dit sociaal-fiscaalnummer.

3. Het College kan regelen stellen betreffende:

a. de minimum-eisen, waaraan de administratie der ziekenfondsen moet voldoen, met inbegrip van het verzamelen van statistische gegevens;

b. de inhoud, de vorm en het tijdstip van het door de ziekenfondsen bij het College in te dienen jaarlijks verslag van hun werkzaamheden, met inbegrip van financiële gegevens;

c. de arbeidsvoorwaarden van het personeel der ziekenfondsen.

F

De artikelen 73d en 73e vervallen.

G

In artikel 89 wordt «artikel 73b tot en met artikel 73e» vervangen door: de artikelen 73b en 73c.

ARTIKEL III

Binnen twee maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van deze wet verzoekt een ziekenfonds, ziektekostenverzekeraar of uitvoerend orgaan de verzekerden ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten van wie het sociaal-fiscaalnummer nog niet bekend is, die bij dat ziekenfonds, die ziektekostenverzekeraar of dat uitvoerend orgaan zijn ingeschreven, hun sociaal-fiscaalnummer binnen twee maanden na dat verzoek aan dat ziekenfonds, die ziektekostenverzekeraar of dat uitvoerend orgaan mee te delen.

ARTIKEL IV

In de Overgangswet verzorgingshuizen wordt na artikel 20 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20a

Artikel 40a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is voor de uitvoering van deze wet van overeenkomstige toepassing ten aanzien van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen personen of instellingen.

ARTIKEL V

Indien de artikelen 1 tot en met 25 van de Overgangswet verzorgingshuizen zijn vervallen voor de datum van inwerkingtreding van artikel IV van deze wet, vervalt artikel IV.

ARTIKEL VI

Artikel 3, eerste lid, onder b, van de Ziekenfondswet, zoals dat onderdeel luidde op de dag vóór inwerkingtreding van deze wet, blijft van toepassing op de verzekerde die direct voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet verzekerd is op grond van het ontvangen van een halfwezenuitkering ingevolge artikel 22 van de Algemene nabestaan- denwet in samenhang met artikel 24, tweede lid, van die wet zoals laatstgenoemd artikel luidt na inwerkingtreding van de Wet van 18 juni 1998 houdende wijziging van de Algemene nabestaandenwet in verband met gebleken onbillijkheden (Stb. 377), zolang hij die uitkering ontvangt, en die die uitkering toegekend heeft gekregen op of na het bereiken van de 65-jarige leeftijd.

ARTIKEL VII

Indien de artikelen I en II van het bij koninklijke boodschap van 8 maart 2000 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Ziekenfondswet en enige andere wetten in verband met de instelling van een onafhankelijk College van toezicht op de zorgverzekeringen (Instelling College van toezicht op de zorgverzekeringen) (kamerstukken II, 1999/2000, 27 038) tot wet worden verheven en vóór deze wet in werking treedt, wordt deze wet gewijzigd als volgt:

A

1. In artikel I wordt telkens «ziekenfondsen, ziektekostenverzekeraars en uitvoerende organen» vervangen door: uitvoeringsorganen.

2. In artikel III worden «ziekenfonds, ziektekostenverzekeraar of uitvoerend orgaan» onderscheidenlijk «dat ziekenfonds, die ziektekostenverzekeraar of dat uitvoerend orgaan» vervangen door «uitvoeringsorgaan», onderscheidenlijk telkens door «dat uitvoeringsorgaan».

B

Artikel II, onderdeel E, komt te luiden: Artikel 40 komt te luiden:

Artikel 40

1. In de administratie van de ziekenfondsen ter zake van de uitvoering van deze wet wordt het sociaal-fiscaalnummer van de verzekerde, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, opgenomen, tenzij aan de verzekerde geen sociaal-fiscaalnummer is toegekend of bekendgemaakt.

2. Bij de verstrekking van gegevens door ziekenfondsen en de in de artikelen 73b en 73c genoemde organen en personen wordt, indien daartoe bevoegd, gebruik gemaakt van dit sociaal-fiscaalnummer.

ARTIKEL VIII

Indien artikel I van deze wet eerder in werking treedt dan artikel I van het bij koninklijke boodschap van 8 maart 2000 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Ziekenfondswet en enige andere wetten in verband met de instelling van een onafhankelijk College van toezicht op de zorgverzekeringen (Instelling College van toezicht op de zorgverzeke- ringen) komt artikel I, onderdeel BB van die wet als volgt te luiden:

BB

Artikel 40, derde lid, vervalt.

ARTIKEL IX

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven