27 250
Regels met betrekking tot het beëindigen van de overeenkomst van samenwerking van de elektriciteitsproductiesector en tot het aandeelhouderschap van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet (Overgangswet elektriciteitsproductiesector)

nr. 47
MOTIE VAN DE LEDEN M. B. VOS EN VAN DEN AKKER

Voorgesteld 4 juli 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het voor een betrouwbare elektriciteitsvoorziening cruciaal is dat de netbeheerder te allen tijde kan voorzien in de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van elektriciteit over de door hem beheerde netten;

overwegende, dat in de Elektriciteitswet, artikel 21, lid 2, de plicht is opgenomen voor de netbeheerder om tweejaarlijks aan te geven op welke wijze in de totale behoefte aan transportcapaciteit zal worden voorzien;

voorts overwegende, dat hierbij niet expliciet de plicht is opgenomen om ook aan te geven op welke wijze wordt voorzien in de financiële middelen om voldoende transportcapaciteit te garanderen;

verzoekt de regering in artikel 21 van de Elektriciteitswet expliciet op te nemen dat de tweejaarlijkse rapportage zowel een technische als een financiële verantwoording dient te omvatten van de wijze waarop in voldoende transportcapaciteit zal worden voorzien,

en gaat over tot de orde van de dag.

M. B. Vos

Van den Akker

Naar boven