nr. 30
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN CRONE EN VAN WALSEM TER
VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 20
Ontvangen 15 november 2000
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 15 wordt na onderdeel K een nieuw onderdeel ingevoegd, dat
luidt:
KA
Aan artikel 95b worden, onder plaatsing van het cijfer 1 voor de huidige
tekst, vijf leden toegevoegd, die luiden:
2. Een houder van een vergunning verschaft de directeur van de dienst
ieder jaar een opgave van de tarieven die hij berekent en de voorwaarden die
hij gebruikt bij de levering van elektriciteit aan de in artikel 95a, eerste
lid, bedoelde afnemers.
3. Indien de directeur van de dienst van oordeel is dat de tarieven die
houders van een vergunning berekenen onredelijk zijn, omdat daarin de effecten
van een doelmatige bedrijfsvoering, die mede inhoudt de inkoop van elektriciteit
en van energiebronnen bestemd voor opwekking daarvan, in onvoldoende mate
leiden tot kostenverlaging, kan hij een tarief vaststellen dat leveranciers
ten hoogste mogen berekenen voor de levering van elektriciteit aan afnemers
als bedoeld in artikel 95a.
4. Na de vaststelling van het maximumtarief, bedoeld in het derde lid,
worden de tarieven voor de levering van elektriciteit aan afnemers als bedoeld
in artikel 95a die hoger zijn dan dat maximumtarief, van rechtswege gesteld
op dat maximumtarief.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden
met betrekking tot de bepaling of de tarieven, bedoeld in het tweede lid,
onredelijk zijn en tot de vaststelling van het maximumtarief, bedoeld in het
derde lid. De algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking
dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst.
Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der
Staten-Generaal.
6. Het tweede tot en met zesde lid vervallen op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip. Het koninklijk besluit wordt niet vastgesteld dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het ontwerp aan de beide kamers der
Staten-Generaal is voorgelegd.
II
In artikel 17b wordt, onder vernummering van onderdeel 3 tot onderdeel
4, een nieuw onderdeel ingevoegd dat luidt:
3. Aan artikel 44 worden, onder plaatsing van het cijfer 1 voor de huidige
tekst, vijf leden toegevoegd, die luiden:
2. Een houder van een vergunning verschaft de directeur-generaal ieder
jaar een opgave van de tarieven die hij berekent en de voorwaarden die hij
gebruikt bij de levering van gas aan de in artikel 43, eerste lid, bedoelde
afnemers.
3. Indien de directeur-generaal van oordeel is dat de tarieven die houders
van een vergunning berekenen onredelijk zijn, omdat daarin de effecten van
een doelmatige bedrijfsvoering, die mede inhoudt de inkoop van gas, in onvoldoende
mate leiden tot kostenverlaging, kan hij een tarief vaststellen dat leveranciers
ten hoogste mogen berekenen voor de levering van gas aan afnemers als bedoeld
in artikel 43.
4. Na de vaststelling van het maximumtarief, bedoeld in het derde lid,
worden de tarieven voor de levering van gas aan afnemers als bedoeld in artikel
43 die hoger zijn dan dat maximumtarief, van rechtswege gesteld op dat maximumtarief.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden
met betrekking tot de bepaling of de tarieven, bedoeld in het tweede lid,
onredelijk zijn en tot de vaststelling van het maximumtarief, bedoeld in het
derde lid. De algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking
dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst.
Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der
Staten-Generaal.
6. Het tweede tot en met zesde lid vervallen op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip. Het koninklijk besluit wordt niet vastgesteld dan nadat
vier weken zijn verstreken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal
is voorgelegd.
Toelichting
Dit amendement geeft aan dat na de volledige liberalisering van de elektriciteitsmarkt
en de gasmarkt redelijke tarieven moeten worden berekend aan alle consumenten.
Als dat niet gebeurt, kan op grond van het voorgestelde derde lid van artikel
95b van de Elektriciteitswet 1998 en 44 van de Gaswet worden ingegrepen door
de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie (Dte), respectievelijk
de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit die de uitvoering
van die taak kan mandateren aan de directeur van de Dte. Er kan een maximumtarief
worden vastgesteld dat in de plaats treedt van hogere leveringstarieven. Zo
nodig worden voor de vaststelling van een maximumtarief bij algemene maatregel
van bestuur nadere regels gesteld, waarbij een voorhangprocedure van toepassing
is.
Crone
Van Walsem