nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
de wijziging van de Invoeringswet Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot
de geldigheidstermijn van nationale typegoedkeuringen van twee- en drie- wielige
motorrijtuigen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Tavarnelle
22 juli 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met nationale
en Europese ontwikkelingen wenselijk is de geldigheidstermijn van nationale
typegoedkeuringen van twee- en driewielige motorrijtuigen te verlengen tot
vier jaar;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 30, tweede lid, van de Invoeringswet Wegenverkeerswet 1994,
wordt de zinsnede «gedurende een periode van twee jaar geldig, te rekenen
vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de in artikel 15, vierde lid,
onderdeel c, van die richtlijn bedoelde bijzondere richtlijn» vervangen
door: gedurende een periode van vier jaar geldig, te rekenen vanaf het tijdstip
waarop aan de in artikel 15, vierde lid, onderdeel c, van die richtlijn bedoelde
bijzondere richtlijnen uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Verkeer en Waterstaat,