27 248
Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten ter verkorting van beslistermijnen bij beschikkingen op aanvraag (Wet beslistermijnen sociale verzekeringen)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID SMITS

Ontvangen 21 november 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 29c, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

II

In artikel II, onderdeel C, wordt artikel 64a, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

III

In artikel III, onderdeel C, wordt artikel 51, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

IV

In artikel IV, onderdeel E, wordt artikel 18, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

V

In artikel VI, onderdeel C, wordt artikel 105, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

VI

In artikel VII, onderdeel C, wordt artikel 37, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

VII

In artikel VIII, onderdeel C, wordt artikel 127, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

VIII

In artikel IX, onderdeel B, wordt artikel 95, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

IX

In artikel X, onderdeel B, wordt artikel 69, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

X

In artikel XI, onderdeel B, wordt artikel 86a, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

XI

In artikel XII, onderdeel A, wordt artikel 49a, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

XII

In artikel XIV, onderdeel C, wordt artikel 72a, derde lid, vervangen door:

3. Indien een beschikking niet binnen de termijn van acht weken kan worden gegeven, wordt die termijn met een redelijke termijn verlengd en wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld van deze verlenging en van de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

Toelichting

De amendementen strekken ertoe expliciet vast te leggen dat bij verlenging van een redelijke termijn de aanvrager in kennis wordt gesteld van de verlenging en de nieuwe redelijke termijn die dan geldt.

Smits

Naar boven