nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
de wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en de Wet overheidspersoneel
onder de werknemersverzekeringen in verband met de overdracht van de heffingsbevoegdheid
scholing en vorming ondernemingsraadsleden bij de overheid aan de Sociaal-Economische
Raad.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Tavarnelle
22 juli 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bevoegdheid
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot het opleggen
van een heffing ter bevordering van scholing en vorming van ondernemingsraadsleden
aan ondernemers in de overheidssector over te dragen aan de Sociaal-Economische
Raad en dat in verband hiermee enkele wijzigingen in de Wet op de ondernemingsraden
en in de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen dienen te
worden aangebracht;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 46a wordt een nieuw achtste lid toegevoegd, luidende:
8. Een verordening als bedoeld in het eerste lid wordt, voorzover de verordening
betrekking heeft op ondernemingen waarin uitsluitend of nagenoeg uitsluitend
krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht, niet vastgesteld
dan na overleg met de betrokken werkgevers of verenigingen van werkgevers
en de centrales van overheidspersoneel, verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
B
Artikel 46d wordt als volgt gewijzigd:
1. onderdeel e komt te luiden:
e. De verordenende bevoegdheid van de Raad, met uitzondering van de bevoegdheid
genoemd in artikel 46a, strekt zich niet uit tot ondernemingen waarin uitsluitend
of nagenoeg uitsluitend krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt
verricht.
2. onderdeel g komt te vervallen.
C
In artikel 46e, derde lid, eerste volzin, wordt «, 39 en 46d, onderdeel
g,» vervangen door: en 39.
ARTIKEL II
Artikel 90, zesde lid, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen
komt te luiden:
6. Het in het vijfde lid bedoelde, te vermeerderen bedrag is het door
de overheidswerkgever verschuldigde door het Landelijk instituut sociale verzekeringen
vastgestelde bedrag van de heffing, bedoeld in artikel 46a van de Wet op de
ondernemingsraden.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,