nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL C.S.
Ontvangen 30 oktober 2000
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, artikel 220f, vierde lid, wordt na «en
anderzijds het tijdvakpercentage» ingevoegd: verhoogd met tien procentpunten.
II
In artikel II, onderdeel 2, wordt in het vierde lid na «en anderzijds
het tijdvakpercentage» ingevoegd: verhoogd met tien procentpunten.
Toelichting
Op grond van het wetsvoorstel moet elke gemeente uitrekenen binnen welke
marge het tarief voor niet-woningen mag afwijken van dat voor woningen. De
wens om de bestaande verdeling van lastendruk tussen woningen en niet-woningen
op basis van het jaar 2000 te kunnen handhaven vormt daarbij het uitgangspunt.
De marge waarbinnen het tarief voor niet-woningen met ingang van het jaar
2001 mag afwijken van dat voor woningen wordt door toepassing van de wettelijke
formule vastgesteld.
Een gemeente kan er voor kiezen de berekende marge niet volledig te benutten
en voor een lager percentage te kiezen. Dat betekent automatisch dat de lastendruk
wordt verschoven ten voordele van de niet-woningen. De waarde stijging van
woningen is immers hoger dan die van niet-woningen. Het omgekeerde is binnen
het wetsvoorstel niet mogelijk.
In de huidige wet is deze afwijkingsmogelijkheid voor de gemeente wel
tweezijdig.
Dit amendement voorziet er in de huidige bevoegdheid van de gemeenten
om de lastendruk tussen woningen en niet-woningen te verschuiven ten gunste
van woningen te handhaven.
Door dit amendement kan een gemeente de marge voor tariefdifferentiatie
vergroten met een verhoging van tien procentpunten. Daarmee wordt een meer
evenwichtige beleidsruimte gecreëerd.
Noorman-Den Uyl
Hoekema
Schutte
Vendrik