Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27230 nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27230 nr. A |
– In de aanhef ontbrak: en de Huurprijzenwet woonruimte.
– De considerans luidde: «Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Huursubsidiewet te wijzigen teneinde het vervolgaanvraagformulier voor bepaalde huurders te laten vervallen, een bijdrage aan bepaalde verhuurders op te leggen indien zij de huren van woningen rond de maximale huurgrens huursubsidie gemiddeld met meer dan de inflatie verhogen, de bijdrage wegens overschrijding van de huursubsidie-uitgavennorm slechts aan verhuurders op te leggen indien deze norm landelijk wordt overschreden en enkele andere wijzigingen in die wet aan te brengen;».
– In het voorgestelde artikel 26f, derde lid (artikel I, onderdeel H, onder 1), ontbrak onderdeel b.
– Opgenomen was een onderdeel J, dat luidde: In artikel 27, derde lid, wordt «en 15, eerste lid (maximum-vermogensgrens)» vervangen door: 15, eerste lid (maximum-vermogensgrens), en 42, eerste en derde lid,.
– In de voorgestelde wijzigingen van de artikelen 29, vierde lid, en 30, derde lid (artikel I, onderdeel K), stond in plaats van «artikel 26g, tweede lid»: artikel 26g, eerste lid. De voorgestelde wijzigingen van de artikelen 29, vierde lid, en 30, derde lid, waren verdeeld over de onderdelen L en M.
– Artikel I, onderdeel L, was geletterd N.
– Het voorgestelde artikel 30a, eerste lid, onderdeel a (artikel I, onderdeel L), luidde:
a. die eerder een aanvraag om toekenning van huursubsidie hebben ingediend;.
– Het voorgestelde artikel 30a, eerste lid, onderdeel c (artikel I, onderdeel L), luidde:
c. die over het subsidietijdvak dat loopt tot en met 30 juni 2000 een aanvraag om toekenning van huursubsidie hebben ingediend, waarop uiterlijk 24 maart 2000 is beschikt, en.
– In het voorgestelde artikel 30a, eerste lid (artikel I, onderdeel L), was een onderdeel d opgenomen, dat luidde:
d. die over het jaar 1998 niet aangifteplichtig zijn in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 1964,.
– In het voorgestelde artikel 30a (artikel I, onderdeel L) was het tweede lid niet opgenomen. Het derde tot en met achtste lid waren genummerd tweede tot en met zevende lid.
– In het voorgestelde artikel 30a, vierde lid (artikel I, onderdeel L), stond in plaats van «indien door hemzelf of door de medebewoners wordt beschikt of redelijkerwijs kan worden beschikt»: indien hij redelijkerwijs beschikt of kan beschikken.
– In het voorgestelde artikel 30c (artikel I, onderdeel L) stond in plaats van «22a, 28, met uitzondering van de tweede volzin van het eerste lid, 29 en 30»: 22a en 28 tot en met 30.
– Artikel I, onderdelen M en N, waren geletterd O en P.
– Het voorgestelde artikel 36, eerste lid, onderdeel b (artikel I, onderdeel N, onder 1), luidde:
b. als gevolg van het niet naleven van het bepaalde in de artikelen 30a, derde lid, of 33, tweede lid.
– In het voorgestelde artikel 36, tweede lid, onderdeel b (artikel I, onderdeel N, onder 2), en de voorgestelde wijziging van artikel 36, vierde lid (artikel I, onderdeel N, onder 3), stond in plaats van «artikel 30a, vierde lid»: artikel 30a, derde lid.
– Artikel I, onderdeel O, was geletterd Q.
– In het voorgestelde artikel 37, tweede lid, aanhef (artikel I, onderdeel O), stond in plaats van «de voorschotten terug te betalen, of het verschuldigde bedrag te voldoen»: het verschuldigde bedrag te voldoen, of de voorschotten terug te betalen.
– In het voorgestelde artikel 37, derde lid, aanhef (artikel I, onderdeel O), stond in plaats van «van de voorschotten of het verschuldigde bedrag»: van het verschuldigde bedrag of de voorschotten.
– In artikel I waren de onderdelen R tot en met W opgenomen, die luidden:
In artikel 41, tweede lid, wordt «voortvloeiend uit de uitvoering van deze wet» vervangen door: bedoeld in artikel 42, eerste lid.
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders en de in de gemeente werkzame verhuurders bevorderen dat de ontwikkeling van de uitgaven, voortvloeiend uit de uitvoering van deze wet, die ten goede komen aan de in de gemeente woonachtige huurders van woningen met een rekenhuur van f 1107 of minder, de huursubsidie-uitgavennorm landelijk niet overschrijden.
2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden: Burgemeester en wethouders en in die gemeente werkzame verhuurders, dan wel in die gemeente werkzame verhuurders onderling, kunnen afspraken maken omtrent het gezamenlijk voldoen aan de huursubsidie-uitgavennorm door de betrokken verhuurders.
3. Toegevoegd worden twee leden, luidende:
3. De verhuurders bevorderen dat, per verhuurder van woningen met een rekenhuur van meer dan f 1107 aan de huurders van welke huursubsidie wordt toegekend, de gemiddelde stijging van de rekenhuur van die woningen in het subsidiejaar niet hoger is dan de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle huishoudens) in het peiljaar, als in januari volgend op het peiljaar in de Staatscourant bekendgemaakt.
4. De in het eerste en derde lid genoemde bedragen worden met ingang van 1 juli van elk jaar aangepast overeenkomstig artikel 27.
Artikel 43 komt te luiden:
1. Als Onze Minister constateert dat over enig subsidiejaar de huursubsidie-uitgavennorm, bedoeld in artikel 41, eerste lid, landelijk wordt overschreden, stelt hij een nader onderzoek in, bij welke gemeenten deze overschrijding zich in het bijzonder heeft voorgedaan.
2. Als Onze Minister constateert dat, in het geval, bedoeld in het eerste lid, in een gemeente over enig subsidiejaar de huursubsidie-uitgavennorm is overschreden, stelt hij een nader onderzoek in, bij welke verhuurders deze overschrijding zich in het bijzonder heeft voorgedaan. Bij dit onderzoek worden slechts de verhuurders betrokken die:
a. op de eerste dag van het betrok- ken subsidiejaar in de betrokken gemeente 25 of meer woningen beheerden ten aanzien waarvan huursubsidie werd toegekend, en
b. voor zover genoemd in een mededeling als bedoeld in artikel 42, tweede lid: als groep de huursubsidie-uitgavennorm overschrijden.
In artikel 44, eerste lid, wordt:
a. na «artikel 43,» ingevoegd: «tweede lid,» en
b. na «huursubsidie-uitgavennorm» ingevoegd: , bedoeld in artikel 41, eerste lid,.
Na artikel 44 wordt in hoofdstuk 8 een artikel ingevoegd, luidende:
1. De verhuurder die, met betrekking tot de woningen, bedoeld in artikel 42, derde lid, aan huurders zodanige huurprijzen in rekening brengt, dat de gemiddelde stijging van de rekenhuur van die woningen in het subsidiejaar hoger is dan de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle huishoudens) in het peiljaar, als in januari volgend op het peiljaar in de Staatscourant bekendgemaakt, is aan het Rijk een financiële bijdrage verschuldigd, gelijk aan het bedrag van de overschrijding, vermenigvuldigd met het aantal betrokken woningen. Daarbij is bepalend wat hierover bij Onze Minister bekend is op 1 januari na afloop van het subsidiejaar.
2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien de verhuurder op de eerste dag van het betrokken subsidiejaar minder dan 10 woningen als bedoeld in artikel 42, derde lid, beheerde ten aanzien waarvan huursubsidie werd toegekend.
3. Bij algemene maatregel van bestuur:
a. kunnen andere gevallen dan dat, bedoeld in het tweede lid, worden aangewezen waarin, in afwijking van het eerste lid, geen of een lagere financiële bijdrage verschuldigd is;
b. kunnen regels worden gesteld omtrent de in die gevallen te volgen procedure en de te verstrekken gegevens om in aanmerking te komen voor een lagere of geen financiële bijdrage, en
c. kunnen regels worden gesteld over de berekening van de verschuldigde financiële bijdrage in die gevallen.
In artikel 45 wordt «financiële bijdrage» vervangen door: financiële bijdragen, bedoeld in deze paragraaf.
– Artikel IV luidde:
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27230-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.