27 230
Wijziging van de Huursubsidiewet en de Huurprijzenwet woonruimte (vervallen van het vervolgaanvraagformulier voor bepaalde huurders)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld, 22 september 2000

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, brengt als volgt verslag van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit voorstel van wet voldoende voorbereid.

De leden van de VVD-fractie stemmen in met een efficiënte uitvoering van de Huursubsidiewet, zoals door de regering voorgesteld. Dit mede om op de uitvoeringskosten f 50,– miljoen te besparen. Ook ontstaat er voor huursubsidiegebruikers minder administratieve rompslomp, men krijgt immers de subsidie nu bijna automatisch.

Deze leden wijzen er echter op dat er naast deze voordelen ook nadelen kunnen blijken. Met name waar het gaat om oneigenlijk gebruik dan wel misbruik. Oftewel, hoe staat het met de controle op de juistheid van de gegevens en hoe wordt oneigenlijk gebruik of misbruik voorkomen? De leden van de VVD-fractie vinden hierover in de toelichting relatief weinig terug. Kan de regering op dit mogelijke bezwaar nader ingaan. Op bladzijde 3 staat bijvoorbeeld vermeld dat de vermogensgegevens uit de eerste aanvraag komen en dus niet behoeven te worden opgevraagd. Waarom niet? Ook bij lage inkomens kan het vermogen groeien, denk aan een erfenis. Is het daarom niet nodig dat de gebruiker jaarlijks het vermogen opgeeft? Voorts valt het deze leden op (blz. 2) dat er geen kwantitatieve gegevens zijn over de controle door gemeenten.

De gebruiker is verplicht om mutaties door te geven en eventuele onjuistheden in het bericht te melden. Hoe wordt dat gecontroleerd? In hoeverre worden steekproefcontroles in het veld voorzien? Bijvoorbeeld waar het gaat, dan wel kan gaan, om onrechtmatige bewoning.

Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie of samenvattend een overzicht kan worden gegeven van de budgettaire consequenties, tevens in vergelijking met de taakstelling.

De leden van de VVD-fractie stemmen in met het nu voorliggende schrappen van de prestatienormering. Wanneer kan een dergelijke op zich heel zinvolle regeling wel worden ingevoerd?

De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van de voorgestelde wijziging van de Huursubsidiewet en de Huurprijzenwet woonruimte. Het automatisch continueren van huursubsidie voor huurders die eerder huursubsidie hebben aangevraagd brengt een aantal voordelen met zich mee. Het proces voor de huurder wordt klantvriendelijker doordat hij niet ieder jaar de papierwinkel moet doorlopen, er wordt bij de uitvoeringsinstanties een efficiencywinst geboekt omdat over actuele gegevens wordt beschikt die niet meer de vergelijking met de basisgegevens hoeven te doorstaan en het aantal terugvorderingen zal dalen aangezien gegevens van huurders sneller bij het ministerie bekend zullen zijn. Voor alle betrokken partijen zijn dit aantrekkelijke consequenties Door een modernisering van de uitvoeringsstrategie wordt het instrument huursubsidie voor de consument toegankelijker. Bijkomend voordeel is dat huurders die om welke reden dan ook geen gebruik (meer) maken van de regeling, terwijl ze daar wel recht op hebben, nu vanzelf de mogelijkheid daartoe wordt aangereikt. Deze leden prijzen tevens de wijze waarop belangengroepen zijn betrokken bij het wetsvoorstel. VNG, Aedes en de Woonbond hebben in grote lijnen hun goedkeuring uitgesproken over de voorstellen.

Naast een gerealiseerde efficiencykorting van 15 miljoen gulden worden bij het ministerie van VROM nog besparingen gerealiseerd in het kader van personeel en materieel. In het regeerakkoord is een taakstelling opgenomen die uiteindelijk moet resulteren in een ombuiging van 50 miljoen gulden op jaarbasis. Bij het ministerie van VROM leeft terecht de verwachting dat veel geld kan worden bespaard door een efficiëntere manier van werken. Als belangrijke winst van de wetswijziging worden overbodig geraakte handelingen genoemd: besparingen door het wegvallen van bepaalde ambtelijke taken. Concreet gaat het dan om het controleren van de vervolgaanvraagformulieren en het adviseren daarop. Over dit laatste bestaan geen kwantitatieve gegevens, schrijft de regering in antwoord op het advies van de Raad van State. Hoe kan men enerzijds besparingen veronderstellen door het invoeren van een efficiëntere nieuwe werkmethode terwijl aan de andere kant gegevens over de oude methode ontbreken? Dit is nogal raadselachting, en de leden van de D66-fractie zouden hierover graag een reactie van de regering willen. Hoe worden de besparingen berekend? Is er al een bestemming gevonden voor het geld dat vrijkomt?

Het continueren van huursubsidie zonder vervolgaanvraagformulier zal gefaseerd worden ingevoerd. Een specifieke groep van 135 000 huurders zal het eerst te maken krijgen met de nieuwe methodiek. Deze huurders hebben over het subsidietijdvak dat loopt tot en met 30 juni 2000 een subsidieaanvraag ingediend, waarop uiterlijk op 1 april is beschikt. Daarnaast zijn op deze groep twee andere kenmerken van toepassing (27 230 nr. 3, blz. 3). Vallen er bij het bepalen van de omvang van die eerste lichting, huurders buiten de boot die wel aan de drie genoemde criteria voldoen?

Verder achten de leden van de D66-fractie het van groot belang dat uiterst zorgvuldig wordt omgegaan met de privacyaspecten van de verzameling van persoonsgegevens en dat deze slechts voor vooraf omlijnde doelen mogen worden gebruikt.

Een van de bronnen is de verhuurder, die informatie zal moeten verstrekken aan het ministerie. Overwegende dat een huursubsidiegerechtigde een deel van de huursubsidie zal moeten terugbetalen als zijn huur boven de maximaal redelijke huur uitstijgt, is het de vraag of de regering zicht heeft op de relatie tussen rekenhuur en maximaal redelijke huur bij het verkrijgen van de gegevens van de verhuurder. Dit probleem dient zich met name aan als informatie wordt verkregen bij particuliere verhuurders. Het is, in het kader van het vermijden van toekomstige terugvordering van onterecht verstrekte huursubsidie, wenselijk dat de verhuurder naast het verstrekken van een opgaaf van de rekenhuur het bedrag van de maximaal redelijke huur kenbaar maakt.

De voorzitter van de commissie,

Reitsma

De griffier van de commissie,

Jonker


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Reitsma (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Crone (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Eisses-Timmerman (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Luchtenveld (VVD), Van Wijmen (CDA), Van der Steenhoven (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Ravestein (D66), Oplaat (VVD), Kortram (PvdA), Van der Knaap (CDA), Van Gent (GroenLinks), Udo (VVD), Waalkens (PvdA), Schoenmakers (PvdA).

Plv. leden: Leers (CDA), Dijksma (PvdA), Stellingwerf (RPF), Valk (PvdA), Essers (VVD), De Wit (SP), Van Heemst (PvdA), De Boer (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Van Beek (VVD), Geluk (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Schreijer-Pierik (CDA), Blok (VVD), Biesheuvel (CDA), M. B. Vos (GroenLinks), Van 't Riet (D66), Giskes (D66), Niederer (VVD), vacature PvdA, Van den Akker (CDA), Halsema (GroenLinks), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hindriks (PvdA), Spoelman (PvdA).

Naar boven