27 229 (R 1660)
Goedkeuring van het op 2 maart 2000 te Oranjestad, Aruba, totstandgekomen Verdrag inzake samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende toegang tot en gebruik van faciliteiten in de Nederlandse Antillen en Aruba voor drugsbestrijding vanuit de lucht (Trb. 2000, 34)

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2001

Naar aanleiding van de brief van de griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 20 februari 2001 (zie bijlage), waarin u vraagt naar de voorbereidingen in verband met het opzetten van een Forward Operating Location op Curaçao en daarmee samenhangende aanbestedingen, kan ik u als volgt informeren.

In genoemde brief wordt bedoeld op de aanbestedingsprocedure die in de loop van januari 2001 van start ging. Zo heeft een beoordeling van ontwerpen plaatsgevonden en zijn offertes ingediend. Het sluiten van het contract wordt door de opdrachtgever, de autoriteiten van de VS, evenwel aangehouden totdat de gedachtewisseling met het parlement plaats heeft gevonden. Dat is bevestigd door de Nederlands Antilliaanse autoriteiten. In die zin is er niets veranderd sinds mijn brief van 8 mei 2000 waarin ik u berichtte dat alle partijen die bij de voorlopige toepassing van het verdrag zijn betrokken, ervan doordrongen zijn dat het wetsontwerp aan parlementaire goedkeuring moet worden onderworpen en dat van voldongen feiten geen sprake zal zijn. In dat licht heeft de VS geen grote investeringen ten behoeve van de FOL's gedaan. Duidelijk is immers dat een eventueel financieel risico geheel voor rekening van de opdrachtgever zal komen.

De nota naar aanleiding van het verslag is u toegegaan.1

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

BIJLAGE

Den Haag, 20 februari 2001

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Namens de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken vraag ik uw aandacht voor het volgende. Reeds geruime tijd geleden is de goedkeuringswet voor het verdrag Forward Operating Location (FOL) bij de Tweede Kamer ingediend. De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, die is belast met het voorbereiden onderzoek, is sinds enige tijd in afwachting van de nota naar aanleiding van het verslag. Uit allerlei berichten blijkt dat al reeds is begonnen met de voorbereidingen van het project. Zo zou op 15 maart aanstaande bekend worden gemaakt wie het project als hoofdaannemer mag doen, waarna de bouw op 16 april gaat beginnen.

De commissie stelt het op prijs per ommegaande van u te vernemen hoe bovenstaande valt te rijmen met een afspraak tussen u en de Kamer dat de voorbereidingen, c.q. aanbesteding pas zouden beginnen nadat het debat tussen regering en parlement over de goedkeuring van het verdrag is afgerond. Dit debat is voorzien voor 25 april aanstaande.

Tenslotte verzoekt de commissie u de nota naar aanleiding van het verslag zo spoedig mogelijk aan de Kamer te doen toekomen.

De griffier van de commissie,

Hommes


XNoot
1

Zie 27 229, (R 1660), nr. 7.

Naar boven