nr. 85 Herdruk1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2007
In het Voortgezet Algemeen Overleg Discriminatie van 15 februari
2007 is door het Kamerlid J. van Dijk van de fractie van de SP een motie (Kamerstukken
II, 2006/07, 30 950, nr. 4) ingediend waarin de regering wordt verzocht
een voorstel te doen waardoor discriminatie wordt opgenomen in de Arbeidsomstandighedenwet.
Naar aanleiding van deze motie wil ik u hierbij informeren dat tijdens
de behandeling van de herziening van de Arbowet d.d. 21 september 2006
(Kamerstukken II, 2006/2006, 30 552) dit onderwerp aan de orde is gekomen.
Door Van Gent (GroenLinks) c.s. is een amendement (nummer 29) ingediend om
discriminatie toe te voegen aan de definitie van psychosociale arbeidsbelasting
(artikel 1, derde lid, onder e, Arbeidsomstandighedenwet). Dit amendement
is door uw Kamer verworpen.
Zoals ik in het debat over de herziening van de Arbeidsomstandighedenwet
van 21 september jl. (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2006-2007,
nr. 3, blz. 114–117) heb aangegeven, is het niet nodig om discriminatie
op de te nemen in de Arbeidsomstandighedenwet omdat de bestrijding van discriminatie
al uitvoerig is geregeld in vier antidiscriminatiewetten:
– Algemene wet gelijke behandeling (art. 5, onder h: Onderscheid
is verboden bij arbeidomstandigheden);
– Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte
(art. 4, onder h: Onderscheid is verboden bij arbeidomstandigheden);
– Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen;
– Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (art.
3, onder h: Onderscheid is verboden bij arbeidomstandigheden).
Daarnaast is in artikel 28, derde lid van de Wet op de ondernemingsraden
geregeld dat de OR in het algemeen waakt tegen discriminatie in de onderneming
en in het bijzonder de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevordert
alsmede de inschakeling van gehandicapten en minderheden in de onderneming.
Als het gaat om de inzet van de werkgever om discriminatie door zijn werknemers
te voorkomen, kan gewezen op de (algemene) zorgplicht van de werkgever («goed
werkgeverschap») op basis van Burgerlijk Wetboek. Dit blijkt onder andere
uit jurisprudentie zoals de casusbeschrijving opgenomen in de brief van Commissie
Gelijke Behandeling aan VC SZW (1-9-2006) waaruit blijkt dat de CGB over werkgevers
die tekortschieten in hun beleid ter voorkoming van discriminatie op de werkvloer
een oordeel kan uitspreken. Met dit oordeel kan men naar de rechter gaan.
Tenslotte leidt uitbreiding van het begrip psychosociale arbeidsbelasting
(PSA) in de wet en regelgeving tot een toename van administratieve lasten.
Een eerdere motie met dezelfde strekking van het Kamerlid Bussemaker (PvdA)
(Kamerstuk 29 544, nr. 75) tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg
arbeidsmarktbeleid d.d. 5 september 2006 heb ik ontraden en is niet aangenomen
door uw Kamer.
Ik ontraad u deze motie aan te nemen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof