27 207
Vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg)

nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT

Ontvangen 12 maart 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 6:1, eerste lid, eerste volzin, vervalt de zinsnede «zonder behoud van loon»

II

In hoofdstuk 6 Ouderschapsverlof wordt na § 2 een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2a Loonvoorschriften

Loondoorbetaling

Artikel 6:6a

1. De werknemer, die anders dan op grond van een publiekrechtelijke aanstelling arbeid verricht, heeft gedurende het verlof, bedoeld in artikel 6:1, ten minste recht op het voor hem geldende wettelijke minimumloon.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de werknemer, die arbeid verricht op grond van een publiekrechtelijke aanstelling.

Nadere loonvoorschriften

Artikel 6:6b

1. Indien de werknemer op grond van enige wettelijk voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de deelneming is overeengekomen bij of voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling, een geldelijke uitkering toekomt, wordt het loon verminderd met het bedrag van die uitkering.

2. Het loon wordt verminderd met het bedrag van de door de werkgever vergoede onkosten die de werknemer door het niet verrichten van zijn arbeid heeft bespaard.

III

In artikel 8:7, eerste lid, wordt in onderdeel f de punt vervangen door een puntkomma en wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

g. de werknemer geniet geen ouderschapsverlof als bedoeld in artikel 6:1.

Toelichting

Dit amendement regelt een wettelijk recht op loondoorbetaling bij ouderschapsverlof ter hoogte van ten minste het wettelijk minimumloon. Met name mannen zullen daardoor veel eerder ouderschapsverlof opnemen dan zonder betaling, waardoor de verdeling van zorgtaken tussen beide ouders evenwichtiger wordt. Ten opzichte van de fiscale stimuleringsmaatregel (die gewoon blijft bestaan) zal deze wettelijke bepaling in 2006 170 mln. extra beslag leggen op de publieke middelen (de fiscale stimuleringsregeling zal dan 420 mln. kosten, tegenover 250 mln. zonder wettelijk recht), terwijl de werkgevers netto 200 mln. extra bijdragen (500 mln., tegenover 300 mln. zonder wettelijk recht). Voor de werknemers die niet onder een CAO of overige bepaling met afspraken over betaald ouderschapsverlof vallen, maakt een doorbetaling op ten minste minimumloonniveau, ten opzichte van géén loondoorbetaling echter een wereld van verschil.

De Wit

Naar boven