27 204
Mensensmokkel

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2002

Op 20 november 2001 werd door de leden Albayrak en Hoekema van uw Kamer een motie (27 204, nr. 13) voorgesteld. Hierin werd overwogen dat de bestrijding van mensensmokkel tot de hoogste prioriteiten van de regering behoort, dat het effect van deze prioriteitstelling onvoldoende tot uiting komt in concrete strafzaken en werd de regering verzocht te komen tot kwantitatieve, operationele doelstellingen teneinde de effecten van de door haar gekozen aanpak meetbaar te maken. Bij de indiening van de motie werd duidelijk dat er niet alleen gedoeld wordt op een kwantitatieve verbetering (meer mensensmokkelzaken) maar ook op een kwalitatieve verbetering (meer zwaardere zaken). Met dit schrijven geef ik uitvoering aan die motie.

Ik zie de ingediende motie als een ondersteuning van het beleid van het kabinet tot intensivering van de bestrijding van mensensmokkel.

Inmiddels zijn meerdere activiteiten in gang gezet. Voordat ik op de maatregelen en doelstellingen inga noem ik kort de stand van zaken op dit moment. In het jaar 2000 werden bij de arrondissementsparketten 296 mensensmokkel zaken ingeschreven. Daarvan werd ruim 40 procent afgedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank. Het aantal bij de parketten ingeschreven mensensmokkelzaken daalde in 2001 tot 254. De sterkste daling ten opzichte van het voorgaande jaar deed zich in de maanden november en december voor.

De maatregelen en activiteiten die ik hierna zal noemen moeten in gezamenlijkheid bijdragen aan het bereiken van de doelstelling dat het totaal aantal mensensmokkel zaken dat dit jaar (2002) wordt aangeleverd aan de parketten minstens weer op het niveau van 2000 komt (minimaal 300 zaken). In de komende jaren zal dit aantal ten minste tien procent hoger zijn dan het aantal in dit jaar. (Vanaf 2003 minimaal 330 zaken). De zaken moeten van een zodanig niveau zijn dat van de bij de parketten ingeschreven zaken tenminste 50 procent ter beoordeling aan de meervoudige kamer van de rechtbank wordt voorgelegd (huidige strafmaatniveau). Het zal dan gaan om ingewikkelder zaken en/of zaken waarin een vrijheidsstraf van meer dan zes maanden gevorderd wordt.

Nota criminaliteitsbeheersing

Op 26 juni 2001 werd de Nota Criminaliteitsbeheersing (bij brief nummer 27 834)aan de Tweede Kamer gezonden. In die nota worden maatregelen genoemd en wordt aangegeven dat tot afspraken met de regionale politiekorpsen moet worden gekomen over resultaten in opsporing. Uitvoering van de nota zal er toe leiden dat jaarlijks zo'n 200 criminele groeperingen en/of netwerken méér in onderzoek genomen worden. Daar zullen ten minste twintig groeperingen bij moeten zijn die zich met mensensmokkel bezig houden.

Beleidsplan Nederlandse Politie 2003–2006 en planningsbrief OM

Er is een aanvang gemaakt met de opzet voor het Beleidsplan voor de Nederlandse Politie 2003–2006 (BNP-2). Ik kan nu nog niet vooruitlopen op dat beleidsplan; overleg met mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het politieveld is nog gaande. Wel kan ik u nu reeds melden dat de kern van de ambitie bij de handhaving van de rechtsorde ligt in het beter beheersen van de criminaliteit, in het bijzonder de bovenregionale criminaliteit door de opsporing te intensiveren en de kwaliteit van de opsporing te verbeteren. Binnen de handhaving van de rechtsorde zal een aantal thema's bijzondere aandacht krijgen. In ieder geval zullen hierbij de aandachtsgebieden mensensmokkel en -handel expliciet genoemd worden en zal, zoals dat nu ook het geval is, extra aandacht voor AMA's gevraagd worden. De uitwerking en concretisering van het BNP-2 zal door het volgende Kabinet worden uitgewerkt. Het College van Procureurs-generaal heeft deze maand in haar vergadering nogmaals bevestigd dat de aanpak van mensensmokkel hoge prioriteit heeft. Het Openbaar Ministerie werkt aan de planningsbrief voor 2003. Daarin wordt de in het begin van deze brief genoemde kwantitatieve en kwalitatieve toename van het aantal mensensmokkel zaken opgenomen. Om een extra stimulans te geven aan de aanpak van de AMA problematiek zal het OM dit onderwerp in de vergaderingen van het Regionaal College en het driehoeksoverleg inbrengen.

Meer zaken in onderzoek

Uit gegevens van het Informatie- en Analysecentrum Mensensmokkel (IAM) blijkt dat politie en Openbaar Ministerie de afgelopen tijd meer aandacht aan mensensmokkel zijn gaan besteden. Politie en Koninklijke Marechaussee hadden in 1999 continu 25 à 30 onderzoeken naar mensensmokkel lopen, in 2000 waren dat er 35 à 40. Dat aantal is opgelopen tot 50 lopende onderzoeken op dit moment. Het gaat dan om de wat zwaardere zaken, die door middel van een melding recherche onderzoek geregistreerd worden.

Meer onderzoeksvoorstellen

Het IAM kent een aantal taken. Naast Informatieknooppunt voor mensensmokkel en het verzamelen en analyseren van informatie is het opstellen van onderzoeksvoorstellen een belangrijke taak. Het IAM zal zich de komende tijd met nog meer nadruk op de laatste taak richten zodat al in dit jaar meer onderzoeksvoorstellen aan de politieregio's aangeboden zullen worden. Deze inspanning zal dit jaar tot minstens 15 voorstellen leiden, die via de coördinerend officier van Justitie mensensmokkel, in de regiokorpsen eventueel in samenwerking met een team grensoverschrijdende criminaliteit van de Koninklijke Marechaussee (GOC) worden aangepakt.

Inzet GOC teams anders en meer op mensensmokkel

Een van de pijlers van de Task-Force mensensmokkel is inzet van de GOC teams van de Koninklijke Marechaussee. Bij de start van de Task-Force werden extra teams GOC toegewezen aan de politie in de drie grote steden. De capaciteit van de overige GOC teams werd in de overige politieregio's ingezet voor verschillende grensoverschrijdende delicten. Nu is besloten de capaciteit van de GOC's met name te richten op het delict mensensmokkel. Het Openbaar Ministerie kan, voor de duur van een concreet mensensmokkel onderzoek, GOC capaciteit beschikbaar stellen. Op deze manier zal, indien in de afweging van prioriteiten thans geen aandacht aan bepaalde mensensmokkel onderzoeken kan worden besteed, tijdelijk extra capaciteit toebedeeld worden zodat dergelijke onderzoeken wel uitgevoerd worden. Ik verwacht dat deze aanpak tot 20 extra zwaardere mensensmokkel onderzoeken zal leiden.

Versterking overleg politie en OM

De coördinerend officier van Justitie mensensmokkel houdt momenteel een nulmeting bij alle arrondissementsparketten om beter zicht te krijgen op de situatie en mogelijke knelpunten met betrekking tot de aanpak van mensensmokkel. Als parallel van deze aanpak wordt een soortgelijke ronde met vertegenwoordigers van alle politieregio's en de Koninklijke Marechaussee gehouden. Dat laatste traject wordt inmiddels door een commissaris van politie uitgevoerd. De werkwijze richt zich op de aanpak van mensensmokkel in het algemeen en de problematiek van de AMA's in het bijzonder. De inventarisatie moet vervolgens leiden tot een aanpak waarin tot betere communicatie, snellere en betere informatiestromen en vervolgens tot een verhoogde en verbeterde aanpak van mensensmokkel wordt gekomen, zodat het in het begin van deze brief genoemde minimum aantal mensensmokkelzaken gehaald wordt.

Uitbreiding actieplan terrorismebestrijding

In het actieplan terrorismebestrijding is onder meer in uitbreiding voor de relatie met mensensmokkel voorzien. De Unit mensensmokkel (UMS), het IAM, de GOC's, de analysecapaciteit van de Koninklijke Marechaussee en het Openbaar Ministerie worden uitgebreid. Dat zal meer onderzoeken opleveren, zowel op het zwaarste (kernteamwaardige) niveau door de versterking van de UMS als op het middelzware niveau door de extra inzet van GOC capaciteit volgens het model zoals ik dat hiervoor uiteen heb gezet. De analysecapaciteit van de Koninklijke Marechaussee zal vooral benut worden om informatie die verkregen wordt tijdens het Mobiel Toezicht vreemdelingen te verzamelen en analyseren op aspecten van mensensmokkel. De informatie die op die wijze beschikbaar komt zal, in samenwerking met of door tussenkomst van het IAM, ook leiden tot extra opsporingsindicaties en -onderzoeken.

Het mag duidelijk zijn dat met de hiervoor geschetste inspanningen inmiddels vele extra impulsen aan de versterking van de aanpak van mensensmokkel zijn gegeven en dat de aanpak van dit delict nog verder versterkt wordt. Voor zover dat nu mogelijk is heb ik daarbij de resultaten aangegeven, voor een ander deel vergt de nadere concretisering, zoals u zult begrijpen, nog enige tijd.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven