27 194
Bepalingen inzake rechtspersoonlijkheid, privileges en immuniteiten van de Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden (Wet HCNM)

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2000

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (zie bijlage) om informatie over de discussie die binnen de OVSE gevoerd wordt over het verlenen c.q. toekennen van rechtspersoonlijkheid privileges en immuniteiten aan deze organisatie kan ik u het volgende meedelen.

In feite wordt al sinds 1993 getracht de OVSE te schoeien op de leest van een internationale organisatie met internationale rechtspersoonlijkheid. Consensus daarover is in Wenen tot nu toe onmogelijk gebleken. Enkele maanden terug is de discussie binnen de OVSE over dit onderwerp nieuw leven ingeblazen, mede met het oog op de komende OVSE ministeriële bijeenkomst op 27 en 28 november a.s.. Nederland heeft daar actief aan bijgedragen. De standpunten van de verschillende landen zijn elkaar echter onvoldoende genaderd om binnen afzienbare termijn een besluit te kunnen verwachten. Aan de OVSE ministeriële zal dan ook worden voorgesteld de besprekingen in het komende jaar voort te zetten.

Gezien de problemen die uit het bovenstaande voortvloeiden voor de status van het in Den Haag gevestigde HCNM kantoor is eerder besloten het afronden van de discussie binnen de OVSE niet af te wachten en een wetsvoorstel voor te bereiden op grond waarvan de HCNM rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht zou worden verleend, alsmede privileges en immuniteiten ten behoeve van een ongehinderde functie-uitoefening.

In het licht van het voortduren van de onzekerheid of een OVSE-brede regeling binnen afzienbare tijd tot stand kan worden gebracht, wil ik u dan ook in overweging geven de behandeling van het voorliggende wetsontwerp voort te zetten.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

BIJLAGE

Den Haag, 20 oktober 2000

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Onlangs is door de regering het wetvoorstel inzake rechtspersoonlijkheid, privileges en immuniteiten van de Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden (Kamerstuk 27 194) bij de Tweede Kamer ingediend. Naar verluidt is binnen het verband van de OVSE een regeling in voorbereiding die zeer sterke gelijkenis vertoont met de inhoud van het wetsvoorstel. In de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, die belast is met het voorbereidend onderzoek, is dan ook de vraag gerezen naar de opportuniteit op dit moment van het wetsvoorstel. Namens de commissie verzoek ik u aan te geven hoe de stand van zaken is met de betreffende regeling in de OVSE en welke gevolgen een en ander heeft voor het wetsvoorstel. In afwachting van uw reactie heeft de commissie de voorbereiding van het wetsvoorstel voorlopig opgeschort.

De griffier van de commissie,

Hommes

Naar boven