nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID HINDRIKS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 71
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I vervalt in artikel 18A telkens de zinsnede «van een
aanvrager».
II
In artikel II, onderdeel E, wordt artikel 23b als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid vervalt de zinsnede «van een aanvrager van
een octrooi of van een certificaat».
B. In het tweede lid vervalt de zinsnede «van een aanvrager».
C. In het derde lid vervalt telkens de zinsnede «van een aanvrager».
III
In artikel II, onderdeel E, vervalt in artikel 23m, eerste lid, de zinsnede
«van een aanvrager».
IV
In artikel II, onderdeel E, wordt artikel 23n, tweede lid, als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel b vervalt de zinsnede «van een aanvrager».
B. In onderdeel c vervalt telkens de zinsnede «van een aanvrager».
V
In artikel II, onderdeel E, wordt artikel 23u, eerste lid, als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel c vervalt de zinsnede «van een aanvrager».
B. In onderdeel d vervalt de zinsnede «van een aanvrager».
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe om een ieder die zich voor het bureau en voor
de Octrooiraad willen laten vertegenwoordigen, en niet slechts de aanvrager,
in alle situaties te blijven beschermen door deze vertegenwoordiging slechts
open te stellen voor octrooigemachtigden en andere in de wet genoemde deskundige
gemachtigden.
De gecompliceerdheid van de materie, de te volgen procedure en de grote
financiële belangen die met octrooiprocedures gemoeid zijn maken voor
de gebruikers, aanvragers van en rechthebbenden op octrooien, deskundige begeleiding
noodzakelijk. Er is alle reden om voor degenen die ten overstaan van het bureau
met gecompliceerde materie, octrooiprocedures en grote financiële belangen
worden geconfronteerd, een deskundige begeleiding te verzekeren. Er is geen
rechtvaardiging voor een regeling waarbij men als aanvrager slechts een als
zodanig toegelaten gemachtigde zou kunnen gebruiken en als octrooihouder,
waar de procedures feitelijk dezelfde zijn en er sprake is van nog grotere
belangen, zich door een ieder zou kunnen laten vertegenwoordigen. De belangrijkste
andere personen dan een aanvrager om octrooi, die zich tot het bureau kunnen
richten en zich derhalve door een gemachtigde kunnen laten vertegenwoordigen,
zijn een octrooihouder, bijvoorbeeld wanneer deze herstel in de vorige toestand
verzoekt (art. 23 ROW 1995) of reageert op een verzoek om advies over de geldigheid
van zijn octrooi (art. 85 ROW 1995), een verzoeker om advies over de geldigheid
van een octrooi (art. 84 ROW 1995) en een aanvrager om bescherming voor een
topografie van een halfgeleider.
Voor het optreden voor de Octrooiraad (art. 18A ROW) geldt hetzelfde.
In een oppositieprocedure zou volgens de voorgestelde wijziging een aanvrager
zich alleen door een erkend gemachtigde kunnen laten vertegenwoordigen, terwijl
de opposant elke persoon voor zich kan laten optreden. De ratio achter dit
verschil ontbreekt. Deskundigheid en aanspreekbaarheid van de vertegenwoordiging
van beide partijen is onverminderd belangrijk.
Vertegenwoordiging is niet voorgeschreven bij alle handelingen. In het
Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 zal gepreciseerd worden voor welke
administratieve handelingen vertegenwoordiging niet is voorgeschreven. Gedacht
kan worden aan het betalen van de taksen of het indienen van een (verbeterde)
vertaling.
Tenslotte zorgt dit amendement er voor dat aansluiting wordt gevonden
bij de regelingen die het Duitse Patentamt kent en dat er overeenstemming
is met artikel 134 van het Europees Octrooiverdrag.
Hindriks