27 181
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de modernisering van de organisatie en de instelling van een bestuur bij de gerechten (Wet organisatie en bestuur gerechten)

nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID VAN WIJMEN

Ontvangen 17 mei 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2.2.1.2, vijfde lid, wordt vervangen door:

5. De voorzitter van het bestuur wordt bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister voor het leven benoemd. De overige bestuursleden worden bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister voor een periode van zes jaar benoemd. Zij kunnen worden herbenoemd.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd de benoeming van de voorzitter van het bestuur van het gerecht niet voor zes jaar maar voor het leven te doen plaatshebben. Hiermee wordt de onafhankelijkheid van de voorzitter bevorderd. Een tijdelijke benoeming past niet bij deze functie. Voorkomen wordt dat de voorzitters zich na zes jaar bezig moeten gaan houden met hun herbenoeming. Dit is niet overeenkomstig de onafhankelijke en onbevooroordeelde positie die zij in dienen te nemen. Bijkomend argument is dat een benoeming voor de duur van zes jaren het ambt minder aantrekkelijk maakt. Indien een voorzitter niet functioneert zijn er in de wet mogelijkheden om betrokkene uit zijn ambt te zetten.

Van Wijmen

Naar boven