nr. 11
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VERBUGT EN VAN WIJMEN
Ontvangen 19 december 2001
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel F, wordt de aanhef «Aan artikel 56 wordt
een lid toegevoegd, luidende:» vervangen door:
Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd.
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. In afwijking van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan
beroep worden ingesteld tegen een concrete beleidsbeslissing of een herziening
of intrekking daarvan als bedoeld in artikel 54, tweede lid, onder a,
a. door degene die tijdig zijn zienswijzen omtrent het ontwerp van de
concrete beleidsbeslissing kenbaar heeft gemaakt of zijn bedenkingen daartegen
heeft ingebracht;
b. voor zover bij de vaststelling van de concrete beleidsbeslissing daarin
wijziging is aangebracht ten opzichte van het ontwerp, door een ieder;
c. door een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in
staat is geweest tijdig zienswijzen of bedenkingen, als bedoeld onder a, in
te brengen.
2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende: .
II
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVa
Ten aanzien van plannen als bedoeld in de artikelen 2a, 4a of 36c,
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening waarvan het ontwerp ter inzage is gelegd
voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft artikel 56, eerste
lid, zoals dat voor dat tijdstip luidde, van toepassing.
Toelichting
De kring van beroepsgerechtigden tegen een concrete beleidsbeslissing
in een PKB is niet getrapt. Het amendement heeft als doel om bij de bepaling
van de kring van beroepsgerechtigden in casu een getrapt systeem in te voeren.
In principe wordt uitgegaan van een ieder, maar vervolgens wordt een trechter
ingebouwd ter voorkoming van dubbelop en telkens opnieuw.
Het gaat dus om stroomlijning. De trechter werkt analoog als in de procedure
voor bestemmingsplannen. Er is een overgangsregeling opgenomen.
Verbugt
Van Wijmen