27 178
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met de invoering van een rijksprojectenprocedure (rijksprojectenprocedure)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID DEPLA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 81

Ontvangen 6 december 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, artikel 39b vervalt tussen de onderdelen a en b, het woord «en», wordt de punt aan het eind van onderdeel b vervangen door: «, en» en wordt een onderdeel c toegevoegd, luidende:

c. de wijze waarop de inpassing van het betrokken project zal geschieden en, waar deze in redelijkheid niet kan worden verlangd, de compenserende maatregelen, die zullen worden getroffen.

II

In artikel I, onderdeel B, artikel 39j, wordt na het tweede lid, een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Indien voor een project of categorie van projecten, bedoeld in artikel 39a, is bepaald dat uitsluitend de procedure van paragraaf 3 van deze afdeling van toepassing is, geeft Onze projectminister bij de gecoördineerde voorbereiding, bedoeld in het eerste lid, aan op welke wijze de inpassing van het betrokken project bevorderd kan worden en, waar deze in redelijkheid niet kan worden verlangd, de compenserende maatregelen die kunnen worden getroffen.

Toelichting

Bij de besluitvorming over Rijksprojecten dient inpassing, in bebouwd en onbebouwd gebied, een integraal onderdeel te zijn van het betreffende Rijksproject. Gezien de verschillende aard van de Rijksprojecten zal hieraan per project invulling gegeven moeten worden. Op deze manier wordt invulling gegeven aan de uitgangspunten die de regering heeft geformuleerd op pagina 5 van de Memorie van Toelichting. Het betreft de uitgangspunten: «een zorgvuldige maatschappelijke voorbereiding van investeringsbeslissingen» en «een goede ruimtelijke afweging van het te realiseren project in combinatie met een beheersbaar tempo van besluitvorming.»

Conform de EU-Habitatrichtlijn mag er geen inbreuk op natuurwaarden plaatsvinden, tenzij er dringende redenen van groot openbaar belang zijn en dan uitsluitend met gelijktijdige compensatie. Zijn die dringende redenen er dan moet compensatie en inpassing integraal worden opgenomen in het Rijksproject.

Mocht het zo zijn dat het Rijksproject in een gebied wordt ontwikkeld dat niet onder de Habitatrichtlijnen valt dan dient inpassing integraal in de procedure plaats te vinden, mocht dit niet voldoende effect hebben dan dient ook compensatie integraal in de procedure plaats te vinden.

Het kan voorkomen dat voor een Rijksprojectprocedure direct de uitvoeringsmodule wordt gestart. De noordzaak van inpassing en compensatie is dan niet minder urgent en noodzakelijk. Deze uitvoeringsbesluiten worden voorbereid en genomen volgens hun eigen wettelijke stelsels. Het kan dan zijn dat óf de wettelijke stelsels waarop de uitvoeringsbesluiten zijn gebaseerd ruimte laten om de inpassing te regelen, óf juist niet.

De coördinerend minister heeft niet een soort eigenstandige bevoegdheid om een op rechtsgevolg gericht besluit te nemen, op basis van dit nieuwe derde lid van artikel 39j. De besluitvorming over de uitvoeringsbesluiten dient zich dus binnen de reikwijdte van de desbetreffende regelgeving af te spelen. De Projectminister heeft daarom bij de gecoordineerde voorbereiding de taak inpassing en compensatie te bevorderen

Depla


XNoot
1

Vervanging i.v.m. een wijziging in de toelichting.

Naar boven