27 171
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2000 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 18
AMENDEMENT VAN DE LEDEN BARTH EN LAMBRECHTS

Ontvangen 28 juni 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 18.01 Personele uitgaven worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met f 85 000 000.

II

In artikel 18.05 Overige uitgaven worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met f 10 000 000.

III

In artikel 19.06 Personele en materiële uitgaven worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met f 5 000 000.

IV

In artikel 26.08 Centraal beheerde middelen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met f 100 000 000.

Toelichting

Dit amendement dient ertoe om het (MOA-) Schoolbudget in het primair onderwijs te verhogen met f 75 miljoen, zodat scholen meer ruimte krijgen voor arbeidsmarktbeleid, bijvoorbeeld het inzetten van onderwijsassistenten, conciërges en systeembeheer. Daarnaast wordt f 15 miljoen ingezet voor de nascholing van het personeel in het primair- en voortgezet onderwijs (f 10 miljoen voor het primair onderwijs en f 5 miljoen voor het voortgezet onderwijs), met name voor het leren werken met kinderen met achterstandsproblemen. Ten slotte wordt f 10 miljoen extra geïnvesteerd in voor- en vroegschoolse educatie. Dit ten behoeve van een intakeregeling voor gemeenten die vanaf de eerste tranche in september 2000 mee willen doen. De dekking voor dit amendement wordt gevonden door het verlagen van de uitgaven aan het «revolving fund» met f 100 miljoen.

Barth

Lambrechts

Naar boven