27 170
Regels inzake het aanhouden van voorraden aardolieproducten (Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001)

nr. 16
MOTIE VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA

Voorgesteld 1 februari 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de beoogde aanpassing van de systematiek van de voorraadverplichting volgens de memorie van toelichting in een tijdsbestek van 5 tot 7 jaar een kostendaling van 50 mln. op zou kunnen leveren;

overwegende, dat het bedrag van de kostendaling gebruikt zou moeten worden om de voorraadheffing te verlagen;

overwegende, dat het kostenvoordeel uiteindelijk bij de consument terecht zou moeten komen;

van oordeel, dat het kostenvoordeel bij de consument nauwelijks merkbaar zal zijn en dat in het verleden gebleken is dat niet uit te sluiten is dat vergelijkbare kostenvoordelen niet bij de consument terechtkomen, maar toegevoegd worden aan de contributiemarge;

van mening, dat de conventionele energievoorziening zou moeten bijdragen aan de overgang naar een duurzame energievoorziening;

verzoekt de regering om de voorraadheffing niet te verlagen, maar de eventuele kostenvoordelen ten goede te laten komen van energiebesparing en de toepassing en ontwikkeling van duurzame energie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Witteveen-Hevinga

Naar boven