27 109
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2000 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

Uitgaven

1. Aangekondigde verhoging in de Voorjaarsnota 2000  
Hoofdstuk XIII:+ 454,8
2. Mutatie onderhavig wetsvoorstel+ 429,8
Verschil+  25,0
Af: Amendement Hindriks – Van Walsem–  25,0
  0,0

Het verschil van NLG 25 mln betreft het amendement Hindriks – Van Walsem (Kamerstukken II 1999/2000, 26 800 XIII, nr. 27), dat geen onderdeel uitmaakt van de stand Miljoenennota 2000, maar wel is opgenomen in de stand vastgestelde begroting 2000 van EZ.

Na het onderhavige wijzigingsvoorstel komt het totaal van de uitgavenbegroting 2000 van EZ er als volgt uit te zien (bedragen in miljoenen guldens):

Vastgestelde begroting 20003 708,1 
bij: Eerste suppletore begroting 2000+   429,8 
Totaal beschikbaar4 137,9  
   
Ontvangsten  
1. Aangekondigde verhoging in de Voorjaarsnota 2000  
Hoofdstuk XIII: + 892,1
2. Mutatie onderhavig wetsvoorstel + 867,1
Verschil +  25,0
Af: Amendement Hindriks – Van Walsem –  25,0
  0,0

Het verschil van NLG 25 mln betreft het amendement Hindriks – Van Walsem (Kamerstukken II 1999/2000, 26 800 XIII, nr. 27), dat geen onderdeel uitmaakt van de stand Miljoenennota 2000, maar wel is opgenomen in de stand vastgestelde begroting 2000 van EZ.

Na het onderhavige wijzigingsvoorstel komt het totaal van de ontvangstenbegroting 2000 van EZ er als volgt uit te zien (bedragen in miljoenen guldens):

Vastgestelde begroting 20003 751,4 
Bij: Eerste suppletore begroting 2000+ 867,1 
Totaal beschikbaar4 618,5 

Totaaloverzicht van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

De eerste suppletore begroting bevat mutaties op de vastgestelde begroting 2000. In deze suppletore begroting wordt voorgesteld de verplichtingen- en uitgavenraming voor 2000 met respectievelijk NLG 884,8 mln en NLG 429,8 mln te verhogen. Daarnaast wordt voorgesteld de ontvangstenraming voor 2000 met NLG 867,1 mln te verhogen. De grootste posten (vanaf NLG 10,0 mln) zijn in de onderstaande tabel gespecificeerd. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting. De betreffende artikelnummers zijn in de tabel vermeld.

Bedragen (x NLG 1 mln)verplichtingenuitgavenontvangsten
Apparaatsuitgaven EZ (01.01)– 28,4– 28,0 
Loonbijstelling (01.03)27,227,2  
Prijsbijstelling (01.04)22,322,3  
Bijdrage aan het agentschap Senter(01.55 en O01.41)16,116,44,7
Specifieke bedrijfsgerichte technologiestimulering (02.02)13,6– 2,6  
Internationale en algemene technologiestimulering (02.03)22,036,8  
Syntens (02.05)66,2 
Bevordering van de vliegtuigindustrie en ruimtevaart (02.08) 24,652,7  
Speur- en ontwikkelingswerk (02.09 en O02.02)20,0– 4,3– 25,0
Projecten gefinancierd uit het Fes (02.13 en O02.05)11,616,6
Nedcar BV (03.08 en O03.03)9,4206,9224,7
Bevord. investeringen voor regionale structuurversterking (04.08)– 10,0– 7,2  
Regio-programma's (04.09)172,225,7  
Investeren in stedelijke en regionale econ. ontwikk. (04.10)367,8– 30,1  
Stimulering exportactiviteiten (07.03)131,416,7  
Economische hulp Oost-Europa (07.05)– 22,9  
Econ. samenwerking en kennisoverdracht (07.07)– 10,0– 0,6 
Investeringsbijdragen en investeringstoeslagen (08.01 en O08.01)15,0– 5,0
Energiebesparingstechnologie (09.01)17,0– 5,7  
Energievoorzieningsonderzoek (09.03)4,259,8  
CO2-reductie (09.07)32,0  
Ontvangsten staalindustrie (O03.01)  – 16,1
Diverse ontv. ruimtelijk econ. beleid (O04.03)  45,0
Opbrengst casino's (O05.12)  – 18,0
Inkomsten uit aardgas (O09.01)  644,0
Overige mutaties19,28,1– 3,8
Totaal mutaties eerste suppletore begroting 2000884,8429,8867,1

Niet in bovenstaande tabel zijn vermeld de middelen die bij Voorjaarsnota/eerste suppletore begroting 2000 voor het jaar 2000 vooralsnog binnen een aanvullende post op de Rijksbegroting zijn gereserveerd voor intensiveringen op de EZ-begroting in het kader van kennis en innovatie. Deze middelen zullen, inclusief hun meerjarige doorwerking, naar verwachting bij Miljoenennota/ontwerpbegroting 2001 aan de EZ-begroting worden toegevoegd en van een nadere uitwerking worden voorzien.

Begrotingspresentatie

Ten behoeve van de over- en inzichtelijkheid van de artikelsgewijze toelichting wordt een vaste structuur gehanteerd bij de toelichting van mutaties. Afhankelijk van de beleidsmatige relevantie (primair criterium) en omvang (secundair criterium) w ren mutaties apart zichtbaar gemaakt en toegelicht. Deze aanpak bevordert een uniforme en compacte presentatie van relevante begrotingswijzigingen. De gehanteerde lijn is als volgt:

• Mutaties die beleidsmatig relevant zijn of die groter zijn dan NLG 0,5 mln worden separaat gepresenteerd in de opbouwtabel bij de artikelen en zo nodig nog nader toegelicht, waarbij mutaties groter dan NLG 2,5 mln in ieder geval nader worden toegelicht.

• De overige mutaties worden geclusterd gepresenteerd en alleen nader toegelicht wanneer het saldo van het cluster groter is dan NLG 2,5 mln.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Wetsartikel 1 (Uitgaven)

01.00 Algemeen

Artikel 01.01 Apparaatsuitgaven EZ

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000701 860703 270
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 28 393– 27 956
specificatie mutatie eerste suppletore:   
1: Overgang ECD naar Financiën– 37 664– 37 664
2: Verwerving TenneT+ 5 000+ 5 000
3: VBTB+ 2 231+ 2 231
4: Nationale Millennium Viering (naar OC&W)– 1 000– 1 000
5: Uitvoeringskosten BIT (naar 01.55)– 1 000– 1 000
6: Materieel Kernministerie+ 970+ 970
7: Trainee-project (van BZK, 0,7 mln in 2001)+ 927+ 927
8: ACTAL-secretariaat+ 655+ 655
9: Diverse beleidsmatig-niet relevante mutaties+ 1 488+ 1 925
Stand na eerste suppletore begroting 2000 673 467675 314
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000305 606306 444

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Per 1 september 1999 is de ECD overgegaan naar het Ministerie van Financiën (Belastingdienst). In de tweede suppletore begroting van vorig jaar zijn de middelen van de ECD voor 1999 overgeheveld. De huidige mutatie betreft het saldo van de structurele overheveling van -NLG 40,564 mln en een binnen de EZ-begroting vrijgemaakte aanvulling ad NLG 2,9 mln.

Ad 2

In de liberalisering van de elektriciteitswet speelt de onafhankelijke positie van het landelijk hoogspanningsnet een belangrijke rol. Het landelijk hoogspanningsnet is bij Tennet ondergebracht. Teneinde het onafhankelijk functioneren van het landelijk hoogspanningsnet op structurele wijze te waarborgen wordt de Elektriciteitswet op een aantal punten aangescherpt. Daarnaast heeft de regering zich bereid verklaard om tijdelijk te participeren in het aandelenkapitaal van TenneT. Deze participatie vormt een extra waarborg voor het onafhankelijk functioneren van het landelijk hoogspanningsnet gedurende de transitiefase waarin de elektriciteitsmarkt zich bevindt. Bij de verwerving van deze participatie is externe ondersteuning nodig. De kosten hiervan bedragen ca. NLG 5 mln waarvoor middelen aan de EZ-begroting worden toegevoegd.

Ad 3

Betreft aan de EZ-begroting toegevoegde middelen die nodig zijn voor de invoering van de nieuwe VBTB-begroting. Het gaat daarbij om zowel personele als materiële uitgaven.

Ad 8

Aan de EZ-begroting zijn middelen toegevoegd voor het personele budget van het Adviescollege Terugdringing Administratieve Lasten. Dit is een onafhankelijk rijksbreed adviescollege voor de toetsing van voorgenomen regelgeving op de gevolgen voor administratieve lasten.

Artikel 01.03 Loonbijstelling

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 20001 4981 498
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 27 209+ 27 209
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Uitdeling loonbijstelling+ 27 209+ 27 209
Stand na eerste suppletore begroting 2000 28 70728 707
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100013 02713 027

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Betreft de loonbijstelling tranche 2000 die bij Voorjaarsnota door het Ministerie van Financiën is uitgedeeld voor de loongevoelige uitgaven op de EZ-begroting.

Artikel 01.04 Prijsbijstelling

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 200010 58910 589
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 22 329+ 22 329
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. uitdeling prijsbijstelling+ 24 829+ 24 829
2. overboeking naar BZK– 2 500– 2 500
Stand na eerste suppletore begroting 200032 91832 918
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 14 93814 938

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Betreft de prijsbijstelling tranche 2000 die bij Voorjaarsnota door het Ministerie van Financiën is uitgedeeld voor de prijsgevoelige uitgaven op de EZ-begroting.

Ad 2

Betreft een bijdrage van EZ aan BZK voor de veiligheidsmaatregelen die in verband met het EK 2000 worden getroffen.

Artikel 01.15 Adviescolleges

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 20001 7851 773
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 1 355+ 1 355
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Claim AcTAL+ 1 355+ 1 355
Stand na eerste suppletore begroting 20003 1403 128
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 1 4251 419

Betreft een toevoeging aan de EZ-begroting voor het materiële budget van het Adviescollege Terugdringing Administratieve Lasten (AcTAL), een onafhankelijk adviescollege voor de toetsing van voorgenomen regelgeving op de gevolgen voor administratieve lasten.

Artikel 01.55 Bijdrage aan het agentschap Senter

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 200057 16357 752
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 16 055+ 16 435
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Van 07.07 voor uitvoeringskosten PSO+ 10 500+ 10 500
2. Hogere uitvoeringskosten EIA+ 5 000+ 5 000
3. Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties+ 555+ 935
Stand na eerste suppletore begroting 200073 21874 187
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100033 22533 665

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Betreft structurele compensatie van artikel 07.07 voor de uitvoeringskosten van het Programma Samenwerking Oost-Europa (PSO). Deze kosten werden voorheen altijd jaarlijks overgeboekt.

Ad 2

De oorsprong van de aan de EZ-begroting toegevoegde hogere uitvoeringskosten van de regeling Energie investeringsaftrek ligt in 1999: een strenger controleregiem (deze maatregel moet zichzelf terugverdienen), het – met het oog op Brussel – meer generiek maken van de regeling en een budgetuitbreiding in het kader van de «positieve prikkels».

02.00 Industrieel en Algemeen Technologiebeleid

Artikel 02.02 Specifieke bedrijfsgerichte technologiestimulering

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000393 055360 313
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 13 613– 2 583
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Naar 02.09 voor aanvulling TOK budget– 25 000– 875
2. Overloop Electronische Snelwegen+ 15 000– 695
3. Temporisatie regeling Milieureferentieprojecten+ 10 000
4. Uitgaven innovatief aanbesteden+ 8 500+ 8 500
5. Bijdrage FES voor EET+ 5 405+ 5 000
6. Besluitvorming VJN– 10 000
7. Compensatie overschrijding kas 1999– 6 021
8. Van VROM: Kathalys en schoner produceren+ 1 478
9. Naar SoZaWe voor virtueel loket– 1 360
10. Van V&W voor SMO regeling+ 724
11. Actualisatie kasramingen+ 600
12. Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties– 292+ 66
Stand na eerste suppletore begroting 2000406 668357 730
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000184 538162 331

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Betreft de overboeking naar artikel 02.09 ten gunste van een ophoging van het budget voor de TOK.

Ad 2

Vanwege de langer dan verwachte (inter)departementale voorbereidings- en verwerkingstijd van de projectvoorstellen voor het Nationaal Actie Programma Electronische Snelwegen, wordt een deel van de projecten uit 1999 in 2000 verplicht.

Ad 3

In verband met het later dan geraamd commiteren voor de regeling Milieureferentieprojecten wordt verplichtingenruimte uit 1999 doorgeschoven naar 2000.

Ad 4

Betreft het actieplan Professioneel Inkopen en Aanbesteden. Dit is met name gericht op een verandering in de aanbestedingspraktijk bij de rijksoverheid die innovatieve aanbiedingen uitlokt. Tevens behoren het in 2000 voldoen aan de Europese aanbestedingsrichtlijnen en het in 2002 elektronisch publiceren van alle Europese aanbestedingen tot de doelstellingen. Met het plan is in totaal NLG 25 mln aan uitgaven geraamd voor de periode 2000–2002.

Ad 5

De Fes-bijdrage 1999 voor het programma Economie, Ecologie en Technologie is voor NLG 5,0 mln (kasmiddelen) niet in 1999 uitgegeven en wordt daarom doorgeschoven naar 2000. Zie ook ontvangstenartikel 02.05.

Ad 6

Betreft een ramingsbijstelling op dit artikel ten behoeve van het geheel van intensiveringen, mee- en tegenvallers op de EZ-begroting waarover bij Voorjaarsnota is besloten. Bij het huidige inzicht in het kasverloop 2000 geldt dat de voorgestelde kasverlaging geen beleidsmatige gevolgen hoeft te hebben.

Ad 7

Betreft de compensatie van de bij slotwet 1999 geconstateerde overschrijding van de uitgaven begroting 1999. Bij het huidige inzicht in het kasverloop 2000 geldt dat de voorgestelde kasverlaging geen beleidsmatige gevolgen hoeft te hebben.

Artikel 02.03 Internationale en algemene technologiestimulering

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000116 109102 417
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 22 000+ 36 838
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Temporisatie MEDEA en ITEA+ 22 000+ 22 000
2. Actualisatie kasraming + 14 838
Stand na eerste suppletore begroting 2000 138 109139 255
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100062 67163 191

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Betreft een versnelling van verplichtingen en uitgaven uit 2001 en 2002 in verband met de samenloop van de uitloop van het MEDEA-programma (halfgeleidertechnologie) en de opstart van het ITEA-programma (softwareplatforms).

Ad 2

Betreft de actualisatie van de uitfinanciering van in het verleden aangegane verplichtingen. Naar verwachting is op dit artikel ruim NLG 14,8 mln extra kasruimte nodig in 2000, met name vanwege snellere betalingen bij het onderdeel micro-electronica.

Artikel 02.05 Syntens

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 200065 45166 224
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 66 224
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Temporisatie Syntens+ 66 224
Stand na eerste suppletore begroting 2000131 67566 224
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100059 75230 051

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Omdat de begroting 2000 van Syntens eind 1999 niet volledig voldeed aan de eisen die EZ daaraan stelt, kon de subsidie voor het jaar 2000 niet meer worden toegezegd in 1999. Daarom is het toe te zeggen budget 2000 voor Syntens bij tweede suppletore begroting 1999 doorgeschoven naar 2000.

Artikel 02.08 Bevordering van de vliegtuigindustrie en ruimtevaart

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 200060 00060 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 24 640+ 52 740
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Temporisatie A3XX/Airbus+ 32 000– 14 900
2. Temporisatie JSF– 13 000+ 49 000
3. Van Defensie voor JSF + 13 000
4. Nader te verdelen binnen artikel+ 5 640+ 5 640
Stand na eerste suppletore begroting 200084 640112 740
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100038 40851 159

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

In verband met de vertraagde start van de regeling voor Civiele Vliegtuigontwikkeling (A3XX/Airbus) zullen de verplichtingen die eerst gepland stonden voor 1999, ter grootte van NLG 23 mln, in 2000 worden aangegaan. Omdat naar verwachting in 2000 een groot aantal aanvragen zal worden ingediend, is tevens budget uit latere jaren, ter grootte van NLG 9 mln, naar 2000 gehaald. Aangezien de CVO-projecten later van start gaan, is er in 2000 NLG 14,9 mln minder kasbudget nodig dan oorspronkelijk was geraamd.

Ad 2

In 1999 is het gehele JSF-budget van NLG 180 mln in één keer gecommiteerd. Daarvoor is bij tweede suppletore begroting 1999 het verplichtingenbudget uit 2000 (van NLG 13 mln) en latere jaren in totaal NLG 93,5 mln naar 1999 verschoven. Omdat verwacht wordt dat een groot deel van de kosten van deze projecten tot uitbetaling zal komen, is het kasbudget voor 2000 met NLG 49 mln verhoogd.

Ad 3

Betreft de bijdrage van het Ministerie van Defensie ten behoeve van de Joint-Strike-Fighter.

Ad 4

Aangezien de uitvoeringskosten van het NIVR in 1999 gedekt konden worden uit het revolving fund, valt dit budget in 2000 vrij voor nadere aanwending binnen het artikel. Naar aanleiding van de dan ingediende CVO-projecten en eventueel nog te honoreren JSF-aanvragen wordt bij tweede suppletore begroting 2000 dit budget nader verdeeld.

Artikel 02.09 Speur- en ontwikkelingswerk

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 Verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 200099 97196 635
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 20 000– 4 250
specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Van 02.02 voor aanvulling TOK-budget+ 20 000+ 1 750
2. Compensatie overschrijding kas 1999 – 6 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000119 97192 385
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100054 44041 922

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Betreft de ophoging van het budget voor de TOK ten laste van artikel 02.02. Deze ophoging is nodig omdat het aantal en de omvang van TOK-aanvragen sterk gestegen zijn.

Ad 2

Betreft een onderdeel van de dekking van de bij Voorlopige Rekening 1999 geconstateerde overschrijding van de uitgavenbegroting 1999. Bij het huidige inzicht in het kasverloop 2000 hoeft deze verlaging geen beleidsmatige consequenties te hebben.

(Bedragen in verplichtingen x f 1 mln)artikel(-sub)Raming 20002000Mutatie:
2000 TOK begr. 20001e suppl. Begr.-suppl.
RAMINGSKENGETALLEN    
1. Aantallen (= gehonoreerde projecten TOK groot) 132
2. Bedrag per eenheid (=kredietaanvraag TOK groot) 25,00013,400– 11,6
3. Aantal (= gehonoreerde aanvragen TOK klein)0 209-11054606
4. Bedrag per eenheid 0,9250,913– 0,012
5. Toegelicht begrotingsbedrag 74,97194,97120
DOELMATIGHEIDSKENGETALLEN    
1. Aantal prestaties (= behandelde projecten) 1001088
2. Kosten prestaties (per project * f 1 000)) 9,3368,644– 0,692
3. Aantal prestaties (=dossiers in beheer) 6006000
4. Kosten per prestatie (X 1 000) 2,3762,3760
5. Overige uitvoeringskosten 1,2831,2830
6. Toegelicht begrotingsbedrag (= uitv.kosten Senter)0 155-0103,6433,6430
7. Uitvoerend personeel in fte (= Senter) 16,916,90

Artikel 02.12 Technologische infrastructuur

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000143 434108 314
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 4 100+ 3 162
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Temporisatie innovatieve onderzoeksclusters+ 2 600+ 1 428
2 Temporisatie AXIS+ 1 500– 766
3. Overige beleidsmatig niet-relevante mutaties + 2 500
Stand na eerste suppletore begroting 2000147 534111 476
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100066 94850 586

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Het opstarten van de innovatieve onderzoeksclusters neemt meer tijd in beslag dan voorzien. Bij tweede suppletore begroting 1999 is het voor dat jaar beschikbare bedrag grotendeels overgeheveld naar 2000 en latere jaren.

Artikel 02.13 Projecten gefinancierd uit het Fonds economische structuurversterking

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 200038 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 11 620
specificatie mutatie eerste suppletore:  
Bijdrage FES voor Gigaport en kennisimpuls + 11 620
Stand na eerste suppletore begroting 200049 620
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100022 517

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

De Fes-bijdrage wordt voor 2000 met NLG 11,620 mln verhoogd. Dit betreft voor NLG 10,5 mln het project Gigaport vanwege lagere uitgaven in 1999. De overige NLG 1,120 mln betreft het project Kennis Impuls, eveneens vanwege lagere uitgaven in 1999. De ontvangsten op artikel 02.05, ontvangsten uit het Fonds Economische Structuurversterking, zijn hiervoor tevens met NLG 11,620 mln verhoogd.

03.00 Industrie- en Dienstenbeleid

Artikel 03.08 Bijdrage auto-ontwikkeling Nedcar B.V.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 9 410+ 206 940
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Uitstel vervroegde aflossing V400+ 9 410+ 206 940
Stand na eerste suppletore begroting 20009 410206 940
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10004 27093 905

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Als gevolg van vertraging in de besluitvorming over de versnelde beëindiging van de financiële relaties tussen de Staat en Nedcar B.V., is de voorziene aflossing van de schuld van de Staat aan Nedcar B.V. inzake het verlies op de V400, niet in 1999 geëffectueerd.

Met deze mutatie worden de middelen voor de transactie doorgeschoven naar 2000. Zie ook ontvangsten artikel 03.03.

04.00 Ruimtelijk Economisch Beleid

Artikel 04.05 Structuurversterkende projecten in het kader van de BRT-compensatie

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 20005 508
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 – 3 508
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Verschuiving gelden BRT-Eelde naar 2000 – 3 508
Stand na eerste suppletore begroting 20002 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000908

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Omdat de besluitvorming over de start- en landingsbaan van het vliegveld Eelde in 1999 niet afgerond kon worden, wordt het budget voor dit project doorgeschoven naar de begroting voor het jaar 2001. Bij deze suppletore begroting wordt het aanvankelijke voor 2000 voorziene kaseffect naar latere jaren doorgeschoven. De verschuiving van het verplichtingenbedrag naar 2001 wordt bij de ontwerpbegroting 2001 gepresenteerd.

Artikel 04.08 Bevordering investeringen voor regionale structuurversterking

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000193 871101 572
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 10 000– 7 200
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Versnelling IPR– 10 000– 7 200
Stand na eerste suppletore begroting 2000183 87194 372
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100083 43742 824

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Om het grote beroep op de Investeringspremieregeling centraal (IPR) in 1999 op te kunnen vangen, is in 1999 onder meer NLG 10 mln aan verplichtingenruimte uit 2000 naar voren gehaald voor het commiteren van IPR-projecten in 1999. Dit houdt de volgende aanpassing van kengetallen in:

Kengetallen IPR-centraal

Bedragen in verplichtingen x f 1 mln.Begroting 20001e suppl. 2000Verschil
1. Toegezegde subsidies (aantallen)8102,0
2. Gemiddeld bedrag per toezegging5,63,5– 2,1
3. Toegezegde subsidies44,934,9– 10,0
Doeltreffendheidskengetallen   
1. Te realiseren arbeidsplaatsen (in aantallen)1 4351 115– 320
2. Premie per arbeidsplaats0,0310,031
3. Investeringen560436– 124
4. Premiepercentage (in%) (subsidie/ investeringen)8,08,0

Artikel 04.09 Regio-programmas

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 200087 698
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 172 200+ 25 671
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Temporisatie Born+ 172 200+ 25 671
Stand na eerste suppletore begroting 2000172 200113 369
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100078 14151 445

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Betreft de plannen voor de aanleg van de infrastructuur en het bedrijventerrein bij Born, die in 1999 niet meer gerealiseerd zijn. Verwacht wordt dat het overleg met de provincie Limburg over de oprichting van de rechtspersoon die het bedrijventerrein tot ontwikkeling brengt en de vormgeving van de subsidierelatie in 2000 worden afgerond en de verplichting ook in dit jaar aangegaan wordt. Daartoe is het in 1999 vrijgevallen verplichtingenbedrag van NLG 172,2 mln doorgeschoven naar 2000. Daarmee samenhangend wordt ook de uitgavenraming verhoogd.

Artikel 04.10 Investeren in stedelijke en regionale economische ontwikkeling

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000163 005126 228
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 367 823– 30 084
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Verschuiving GSB-budget naar 2000+ 368 600 
2. Amendement Hindriks-Van Walsem – 25 000
3. Compensatie eindejaarsmarge 1999 – 6 000
4. Overige beleidsmatig niet-relevante mutaties– 777+ 916
Stand na eerste suppletore begroting 2000530 82896 144
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000240 87943 628

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Nu de convenanten met de G30 eind december 1999 zijn getekend, zal het Ministerie van Economische Zaken, na de afronding van de ISV-wet en de stadseconomieregeling, in 2000 de verplichtingen in het kader van het Grote Steden Beleid (Stadseconomie-budget) administratief vastleggen. Daartoe is het budget van 1999 overgeheveld naar 2000.

Ad 2

In de vastgestelde begroting 2000 is het amendement Hindriks/Van Walsem (Kamerstukken II 1999–2000, 26 800 XIII, nr. 27) verwerkt. Dit amendement beoogt met een financiële impuls van NLG 100 mln de herstructurering van bedrijventerreinen in de grote steden te stimuleren. De dekking van de kasuitgaven (in het amendement geraamd op jaarlijks NLG 25 mln in de periode 2000 tot en met 2003) zou moeten geschieden uit een overeenkomstige verhoging van de TOK-ontvangsten (op ontvangstenartikel 02.02). Inmiddels is duidelijk geworden dat de hogere TOK-ontvangsten zich naar alle waarschijnlijkheid niet zullen voordoen. Om de impuls toch te kunnen uitvoeren, heeft het kabinet besloten de uitgaven te financieren uit het Fes. De in het Fes gereserveerde bedragen zullen aan de EZ-begroting worden toegevoegd in die jaren waarin de kasuitgaven naar verwachting zullen plaatsvinden. Alhoewel de beleidsvoorbereiding reeds gestart is, worden de eerste kasuitgaven niet eerder voorzien dan in het jaar 2001. Daarom wordt de kasraming op dit artikel met NLG 25 mln, zijnde het bedrag van de kasuitgaven 2000 uit het amendement, verlaagd.

Naar huidige inzichten zullen wel de met de beoogde herstructurering samenhangende verplichtingen (ad NLG 100 mln) worden aangegaan. Omdat deze NLG 100 mln reeds in de begroting verwerkt is, hoeft de raming daar niet voor aangepast te worden.

Ad 3

Betreft een deel van de compensatie voor de overschrijding van de uitgavenbegroting 1999. Bij de huidige inschatting van het uitgavenverloop voor 2000, behoeft deze compensatie geen beleidsmatige gevolgen te hebben.

Artikel 04.11 Toeristisch beleid

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 200049 35850 118
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 5 000– 250
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Doorschuiven budget Rotterdam, culturele hoofdstad+ 5 000– 250
Stand na eerste suppletore begroting 200054 35849 868
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100024 66722 629

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Betreft uit 1999 doorgeschoven budget voor de geplande activiteiten voor «Rotterdam, culturele hoofdstad», die in 2000 hun beslag zullen krijgen. Nadat het bedrijfsplan gereed is, zal het budget in 2000 worden overgeheveld naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

05.00 Ondernemerschap en Marktwerking

Artikel 05.21 Marktwerking

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 20005 3014 936
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 5 190+ 5 190
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Marktwerking en administratieve lasten+ 5 190+ 5 190
Stand na eerste suppletore begroting 200010 49110 126
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10004 7614 595

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Om de administratieve lasten met 15% te verminderen, dienen binnen de overheid de administratieve lasten van wet- en regelgeving stelselmatig in beeld gebracht te worden en dienen minder belastende alternatieven onderzocht te worden. De Commissie De Slechte heeft daartoe een aantal aanbevelingen gedaan. Voor de uitvoering van deze aanbevelingen is in 2000 NLG 7,2 mln vrijgemaakt. Daarvan is NLG 2 mln bestemd voor het AdviesCollege Terugdringing Administratieve Lasten (zie de uitgavenartikelen 01.01 en 01.15) en is NLG 5,2 mln op dit artikel opgenomen voor monitoring-instrumentarium en ICT-toepassingen.

07.00 Buitenlandse Economische Betrekkingen en Exportbevordering

Artikel 07.01 Internationale organisaties

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 200016 06616 066
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 381– 919
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties+ 381– 919
Stand na eerste suppletore begroting 200016 44715 147
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10007 4636 873

Artikel 07.02 Bevorderingen van de buitenlandse economische betrekkingen

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 200060 28135 290
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 701+ 3 391
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Desaldering premie-ontvangsten IFOM+ 1 080+ 1 080
2. Actualisatie kasraming + 1 651
3. Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties– 1 781+ 660
Stand na eerste suppletore begroting 200059 58038 681
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100027 03617 553

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

EZ staat middels de IFOM gedeeltelijk borg voor de achtergestelde kredieten die de NIB verstrekt aan bedrijven die investeren in opkomende markten. Deze risicos werden tot nu toe volledig afgedekt. Risico-analyse heeft geleerd dat, mede gelet op een doelmatige aanwending van de middelen, het niet langer nodig is de risicos van de IFOM volledig af te dekken. Voorgesteld wordt om de verhouding tussen reservering en borgstelling te verruimen van 1:1 naar 1:2. De voorgestelde verruiming leidt niet tot een aanpassing van de begroting, maar resulteert in een uitbreiding van de ruimte voor het verstrekken van borgstellingen ter grootte van de tot nu toe gevormde reserve ad circa NLG 250 mln.

Artikel 07.03 Stimulering exportactiviteiten

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000205 000146 888
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 131 420+ 16 723
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Verhoging budget GOM+ 40 000+ 20 000
2. Verhoging verplichtingenruimte SENO/GOM+ 75 000 
3. Verhoging verplichtingenruimte EFI+ 15 000+ 500
4. Actualisatie kasraming – 5 197
5. Desaldering premie-ontvangst garanties+ 1 420+ 1 420
Stand na eerste suppletore begroting 2000336 420163 611
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000152 66174 243

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

In verband met het verwachte verhoogde beroep op de Garantiefaciliteit Opkomende Markten (GOM) wordt de verplichtingenraming verhoogd met NLG 20 mln. Op grond van de afspraken bij dit instrument worden bovendien de aangegane verplichtingen volledig afgedekt door middel van een storting in de interne reserve (NLG 20 mln kas en verplichtingen). Deze verhoging wordt gedekt binnen de EZ-begroting.

Ad 2

Met de instelling van de interne reserve in 1999 wordt het volledige obligo als garantieverplichting geregistreerd op de EZ-begroting. Dit is nog niet verwerkt in de verplichtingenraming. Op basis van de beschikbare kas en de verwachte aanvragen in 2000 wordt de verplichtenraming met NLG 75 mln verhoogd.

Het effect van deze mutaties is dat voor het jaar 2000 voor SENO NLG 60 mln beschikbaar is voor stijging van het obligo en voor de GOM NLG 50 mln.

Ad 3

Met ingang van 2000 is het programma Export Financieringsarrangementen Indonesië opgenomen in het ORET-programma van Ontwikkelingssamenwerking. Voor EFI is aanvullende verplichtingenruimte van NLG 15 mln benodigd voor de afwikkeling van de tot en met 1999 gedane subsidietoezeggingen ten laste van de EZ-begroting. De benodigde ruimte wordt opgevangen binnen de voor EZ-beschikbare ODA-ruimte.

Ad 4

Betreft de naar verwachting lagere uitfinanciering van in het verleden aangegane verplichtingen.

Artikel 07.04 Economische voorlichting en exportpromotie

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 200027 88127 881
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 4 773+ 399
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Overig beleidsmatig niet-relevantie mutaties+ 4 773+ 399
Stand na eerste suppletore begroting 200032 65428 280
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100014 81812 833

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Deze mutatie wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de verhoging van de verplichtingen-ruimte zonder aanvullende kasdekking. Dit is mogelijk omdat uit ervaringscijfers blijkt dat een deel van de door de EVD geïnitieerde activiteiten niet volledig wordt uitgevoerd, waardoor uitbetaling achterwege kan blijven.

Artikel 07.05 Economische hulp Oost-Europa

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000145 145
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 22 932
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Actualisatie kasraming – 22 932
Stand na eerste suppletore begroting 2000122 213
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100055 458

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Betreft een aanpassing van de kasraming als gevolg van het trager tot betaling komen van in het verleden aangegane verplichtingen.

Artikel 07.07 Economische samenwerking en kennisoverdracht

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000157 50016 425
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 10 000– 575
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Naar 01.55 voor uitvoeringskosten PSO– 11 667– 525
2. Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties+ 1 667– 50
Stand na eerste suppletore begroting 2000147 50015 850
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100066 9337 192

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Betreft het leveren van compensatie voor de uitvoeringskosten PSO.

08.00 Wet Investeringsrekening

Artikel 08.01 Investeringsbijdragen en investeringstoeslagen

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenuitgaven
Stand vastgestelde begroting 200080 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 15 000
Stand na eerste suppletore begroting 200095 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100043 109

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

De raming wordt enerzijds met NLG 20 mln verhoogd in verband met het verrekenen van teveel desinvesteringsbetalingen die in 1999 op het ontvangstenartikel (08.01 Ontvangsten WIR) waren geboekt.

Anderzijds wordt de raming met NLG 5 mln verlaagd. Dit is het saldo van een reductie van de raming vóór aftrek van het effect van de temporiseringsmaatregel (WIR-knip) met NLG 15 mln en een verhoging van het saldo-effect van deze maatregel ter grootte van NLG 10 mln als gevolg van de doorwerking van het groter dan geraamde effect van de WIR-knip in 1999.

09.00 Energiebeleid

Energiebeleid vanaf 1996

Artikel 09.01 Energiebesparingstechnologie

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 2000159 099219 491
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 17 000– 5 686
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Doorschuiven budget 1999 naar 2000+ 18 000– 2 220
2. Naar VROM voor Nieuwe Innovatieve Technieken (Rgd)– 1 000– 1 000
3. Compensatie eindejaarsmarge 1999 – 2 466
Stand na eerste suppletore begroting 2000176 099213 805
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100079 91097 020

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

De verschuiving betreft voor NLG 10 mln verplichtingenruimte voor het programma lange termijn gebouwde omgeving (LTGO). Voor NLG 8 mln vindt overheveling van verplichtingenruimte plaats voor het programma NETTO.

Ad 3

Betreft een deel van de compensatie voor de overschrijding van de uitgavenbegroting 1999. Bij de huidige inzichten in het uitgavenverloop 2000 behoeft deze compensatie geen beleidsmatige gevolgen te hebben.

Artikel 09.02 Duurzame energie

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 200038 46993 587
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 1 000– 1 000
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Naar VROM voor Nieuwe Innovatieve Technieken (Rgd)– 1 000– 1 000
Stand na eerste suppletore begroting 200037 46992 587
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100017 00342 014

Artikel 09.03 Energievoorzieningsonderzoek

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 200076 40018 923
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 4 200+ 59 755
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
1. Overloop naar 2000, IOP EMVT+ 4 200– 420
2. Bijdrage 2000–2003 HFR Petten + 57 300
3. Koersverschil bijdrage HFR Petten + 3 375
4. Naar VROM voor Schoon Fossiel – 500
Stand na eerste suppletore begroting 200080 60078 678
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100036 57535 703

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Van de verplichtingenruimte 1999 voor Nieuwe Elektriciteitstechnologieën is NLG 4,2 mln doorgeschoven naar 2000. De exacte bestemming van dit bedrag is afhankelijk van de uitkomsten van het IOP-onderzoek op het gebied van EMVT (Elektro Magnetische Vermogens Techniek).

Ad 2

De activiteiten van de HFR vallen onder een programma van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de EG. Dit programma wordt eens in de vier jaar door de EG vastgesteld. In de periode 2000–2003 moet Nederland EUR 34 mln (NLG 74,9 mln) bijdragen. Tot nu toe werd de bijdrage altijd in vier gelijke jaarlijkse delen uitbetaald. De bijdrage 2000–2003 wordt echter geheel in 2000 betaald. Dit levert de EG een financieringsvoordeel op. Bij de vaststelling van de Nederlandse bijdrage is hiermee rekening gehouden.

Ad 3

Betreft een technische aanpassing van de geraamde bijdrage aan het aanvullend Euratomprogramma Hoge Flux Reactor (HFR). Deze bijdrage wordt in guldens gecommiteerd, maar in Euros uitbetaald. De destijds bepaalde meerjarenraming ging uit van een inmiddels achterhaalde koersverhouding tussen de Euro en de gulden.

Artikel 09.04 Beleidsondersteuning en overige uitgaven

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 VerplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 20009 1139 609
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 25
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
Overige beleidsmatig niet-relevante mutaties + 25
Stand na eerste suppletore begroting 20009 1139 634
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10004 1354 372

Artikel 09.07 CO2-reductie

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 verplichtingenUitgaven
Stand vastgestelde begroting 200052 63225 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 32 000
Specificatie mutatie eerste suppletore:  
CO2-reductieplan+ 32 000
Stand na eerste suppletore begroting 200052 63257 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100023 88325 865

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

De verplichtingen- en kasruimte voor het CO2-beleid wordt afhankelijk van de budgettaire behoefte aan de EZ-begroting toegevoegd. Dit gebeurt uit de aanvullende post «Nader te bepalen» op de Rijksbegroting. Voor 2000 wordt nu NLG 32 mln kas opgevraagd.

Wetsartikel 2 (Ontvangsten)

01.00 Algemeen

Artikel 01.21 Ontvangsten Centraal Planbureau

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 20002 830
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 30
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Desaldering met uitgaven 01.01 (apparaat EZ)+ 30
Stand na eerste suppletore begroting 20002 860
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10001 298

Artikel 01.41 Terugontvangen bijdragen van Senter

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 20002 342
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 4 681
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Terugontvangsten Senter+ 4 681
Stand na eerste suppletore begroting 20007 023
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10003 187

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Betreft terug ontvangen middelen van Senter uit hoofde van winstuitkeringen 1998/1999 (zie toelichting bij wetsartikel 3).

02.00 Industrieel en Algemeen Technologiebeleid

Artikel 02.02 Ontvangsten technische ontwikkelingskredieten

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 2000115 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 25 000
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Amendement Hindriks–Van Walsem– 25 000
Stand na eerste suppletore begroting 200090 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100040 840

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

In de vastgestelde begroting 2000 is het amendement Hindriks / van Walsum (Kamerstukken II 1999–2000, 26 800 XIII, nr. 27) verwerkt. Dit amendement beoogt met een financiële impuls van NLG 100 mln de herstructurering van bedrijventerreinen in de grote steden te stimuleren. De dekking van de kasuitgaven (in het amendement geraamd op jaarlijks NLG 25 mln in de periode 2000 t/m 2003) zou moeten geschieden uit een overeenkomstige ophoging van de TOK-ontvangsten. Inmiddels is duidelijk geworden dat de hogere TOK-ontvangsten zich naar alle waarschijnlijkheid niet zullen voordoen. De door middel van het genoemde amendement aangebrachte verhoging van de raming van de TOK-ontvangsten wordt daarom teruggedraaid. Om de impuls toch te kunnen uitvoeren, heeft het kabinet besloten de uitgaven te financieren uit het Fes (zie de toelichting bij uitgaven artikel 04.10).

Artikel 02.05 Ontvangsten uit het Fonds economische structuurversterking

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 200049 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 16 621
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Bijdrage Fes voor Gigaport en kennisimpuls+ 11 621
Bijdrage Fes voor EET+ 5 000
Stand na eerste suppletore begroting 200065 621
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100029 778

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Ad 1

Het doorschuiven van de Fes-bijdrage uit 1999 voor Gigaport bedraagt NLG 10,5 mln en voor kennisimpuls NLG 1,121 mln. Zie uitgavenartikel 02.13.

Ad 2

Betreft het doorschuiven van de Fes-bijdrage voor EET uit 1999. Zie uitgavenartikel 02.02.

03.00 Industriebeleid

Artikel 03.01 Ontvangsten staalindustrie

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 200016 080
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 16 080
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Dividend Corus– 16 080
Stand na eerste suppletore begroting 2000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Door de in 1999 gerealiseerde verkoop van het Staatsbelang in Corus (voorheen Hoogovens) vervalt de geraamde dividendontvangst.

Artikel 03.03 Ontvangsten uit bijdragen aan de industrie

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 200033 700
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 224 700
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Uitstel versnelde aflossing V400+ 224 700
Stand na eerste suppletore begroting 2000258 400
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000117 257

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Betreft het doorschuiven naar 2000 van de ontvangsten die verband houden met de versnelde afbouw van de relatie van de Staat met Nedcar B.V. Zie ook uitgavenartikel 03.08. Het gaat om een versnelde aflossing door Nedcar op de door de Staat verstrekte lening voor project-financiering (NLG 188 mln) en ontvangsten uit hoofde van verkoop van reserve-onderdelen (NLG 36,7 mln).

04.00 Ruimtelijk Economisch Beleid

Artikel 04.03 Diverse ontvangsten ruimtelijk economisch beleid

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 200024 500
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 45 000
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Versnelling terugbetaling lening kunstvezelproject+ 45 000
Stand na eerste suppletore begroting 200069 500
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100031 538

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Bij de ontwerpbegroting 2000 was terugbetaling van een aan de NOM verstrekte lening voor de ontwikkeling van een kunstvezelproject voorzien voor de periode 2000 tot en met 2004. Begin 2000 bleek het echter mogelijk om de terugbetaling aan de Staat volledig in 2000 te effectueren. Daarom worden de ontvangsten, die geraamd stonden voor de jaren 2001 tot en met 2003 in de begroting voor het jaar 2000 verwerkt.

05.00 Ondernemerschap en Marktwerking

Artikel 05.12 Opbrengst van casinos

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 2000171 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 18 000
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Aanpassing raming ontvangsten Holland Casino– 18 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000153 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100069 428

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting

Als gevolg van investeringen in nieuwbouw van een tweetal casino's en investeringen die op termijn tot efficiencywinst zullen leiden (HC-computercentrum), voorziet Holland Casino in 2000 en 2001 een lager bedrijfsresultaat en zal daarom minder afdragen, dan eerder in de begroting was geraamd. In verband met de genoemde investeringen zijn de ontvangsten-ramingen voor latere jaren verhoogd.

07.00 Buitenlandse Economische Betrekkingen en Exportbevordering

Artikel 07.01 Ontvangsten BEB

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 Ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 20004 079
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 4 921
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
1. Incidentele ontvangst+ 2 500
2. Desalderingen premie-ontvangsten IFOM en garanties SENO/GOM+ 2 500
3. Geen ontvangst van Inpres 8-premie in 2000– 1 079
4. Structurele verhoging gemende kredieten op basis van ervaringscijfers+ 1 000
Stand na eerste suppletore begroting 20009 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10004 084

Ad 1

Betreft een verwachte incidentele ontvangst op het artikelonderdeel overige ontvangsten.

Ad 2

Betreft de desaldering van de premie-ontvangsten IFOM (NLG 1,08 mln), zie ook uitgavenartikel 07.02 en de desaldering van de premie-ontvangst garanties SENO/GOM (NLG 1,42 mln), zie ook uitgavenartikel 07.03.

08.00 Wet Investeringsrekening

Artikel 08.01 Ontvangsten WIR

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 200010 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 5 000
Stand na eerste suppletore begroting 20005 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10002 269

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting:

De mutatie betreft een aanpassing aan het actuele beeld.

09.00 Energiebeleid

Artikel 09.01 Inkomsten uit aardgas

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 Ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 20002 836 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000+ 644 000
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Actualisatie ramingen+ 644 000
Stand na eerste suppletore begroting 20003 480 000
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR10001 579 155

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting:

De raming van de gasbaten wordt bijgesteld op grond van actuele gegevens over olieprijs, dollarkoers en afzet. Voor 2000 wordt nu uitgegaan van een olieprijs van $24,5 per vat en een dollarkoers van NLG 2,15. De totale afzet daalt van 83,3 mld m3 naar 81,5 mld m3.

ramingkengetallen aardgas

 RamingRamingVerschil
 Ontwerpbegroting 20001e suppletore 2000 
Prijsgegevens   
Dollarkoers1,952,150,2
Olieprijs in dollar per vat18,0 24,5 6,5
Hoeveelheidgegevens (mld m3)   
Afzet binnenland43,6 41,7 – 1,9
Afzet export39,7 39,8 0,1
Totaal83,3 81,5 – 1,8
Ontvangsten aardgasbaten (mld hfl)   
Niet belasting middelen   
– EZ-begroting2,6323,2760,644
– niet belasting middelen FES1,8682,3240,456
Vennootschapsbelasting2,5002,7000,200
Totaal7,0008,3001,300

Naast de reguliere baten is in 2000 sprake van een incidentele ontvangst van NLG 204 miljoen. Dit is een betaling van NAM voortvloeiend uit de uitspraak in de arbitrageprocedure tussen NAM en Brigitta over het Groningengasveld in het grensgebied Eemsmonding (de zogenaamde Common Area).

Artikel 09.04 Dividend Ultra-Centrifuge Nederland N.V.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)

 ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 200045 000
Mutatie eerste suppletore begroting 2000– 8 800
Specificatie mutatie eerste suppletore: 
Actualisatie raming– 8 800
Stand na eerste suppletore begroting 200036 200
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR100016 427

Toelichting mutatie eerste suppletore begroting:

De dividenduitkering UCN aan EZ is lager dan oorspronkelijk geraamd omdat nog geen rekening was gehouden met de gebruikelijke uitkering op preferente aandelen die in bezit zijn van derden.

Toelichting mutaties eerste suppletore begroting 2000 Agentschap Senter

In deze toelichting bij de eerste suppletore begroting worden de volgende wijzigingen ten opzichte van de begroting 2000–2004 besproken:

– Conversie van het Agentschapsvermogen;

– Maximale exploitatiereserve en afbouw

Conversie van het Agentschapsvermogen

In de Miljoenennota 2000 is de wijziging van de financiering van de agentschappen beschreven. Deze wijziging is vastgelegd in de regeling Vermogensvoorschriften Agentschappen 2000.

De financiering van Senter wordt gewijzigd op basis van de in de jaarrekening 1999 gepresenteerde balanscijfers per 31 december 1999.

In de begroting 2000–2004 is in het kasstroomoverzicht (regel eenmalige uitkering aan moederdepartement) bij het jaar 2000, het bedrag opgenomen van het verschil tussen de boekwaarde van de materiële vaste activa en de langlopende schulden en voorzieningen (zgn. conversie-lening).

Daarnaast is in het kasstroomoverzicht uitgegaan van het beroep op de leenfaciliteit voor nieuwe investeringen en de daarmee verband houdende aflossingen.

Op grond van de jaarrekening 1999 is gebleken dat de waarde van de langlopende schulden en voorzieningen de boekwaarde van de materiele vaste activa overtreft, waardoor geen conversie-lening noodzakelijk is.

Daarnaast maakt Senter bij nader inzien vooralsnog geen gebruik van de leenfaciliteit voor nieuwe investeringen.

Bovenstaande wijzingen leiden tot het volgende aangepaste kasstroomoverzicht. De oorspronkelijke cijfers in de kolom 1999 zijn aangepast aan de realisatie over 1999.

Herziene Tabel 3 Kasstroomoverzicht (x NLG 1 000)

 199819991999200020002001200220032004
 realisatieontwerp-realisatie EURO    
  begroting  
Rekening Courant RHB1 januari13 16512 50031 75729 84013 54125 26923 83713 67813 101
          
Totaal operationele kasstroom22 09991 300– 6081 7502 4902 7683 0113 5392 986
          
– totaal investeringen– 3 507– 1 800– 1 309– 1 640– 744– 1 689– 10 889– 1 792– 1 846
+ totaal boekwaarde desinvesteringen
          
Totaal investeringskasstroom– 3 507– 1 800– 1 309– 1 640– 744– 1 689– 10 889– 1 792– 1 846
          
– eenmalige uitkering aan moederdepartement– 4 681– 2 124– 2 511– 2 282– 2 323– 1 828
+ eenmalige storting door het moederdepartement
– aflossingen op leningen
+ beroep op leenfaciliteit
          
Totaal financieringskasstroom000– 4 681– 2 124– 2 511– 2 282– 2 323– 1 828
          
Rekening Courant RHB 31 december31 75712 00029 84025 26913 16223 83713 67813 10112 413

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement in 2000 betreft de nog te betalen uitkering uit de resultaatsbestemming 1998 (NLG 2,500 mln) en 1999 (NLG 2,181 mln). De vanaf 2001 opgenomen bedragen betreffen de teruggaven van het resultaat van het voorafgaande boekjaar als gevolg van de maximering van de exploitatiereserve op 5% van de gemiddelde omzet over drie jaar.

In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het saldo van de rekening-courant bij de RHB in 2002 fors daalt. Dit is het gevolg van de geplande investeringen in verband met de voorgenomen verhuizing naar een ander kantoorgebouw van de Haagse vestiging. Deze investeringen worden gefinancierd vanuit de hiervoor reeds gevormde egalisatierekening.

Maximale exploitatiereserve en afbouw

In verband met deze wijziging van de financiering van de agentschappen is de benaming van de algemene reserve gewijzigd in exploitatiereserve.

Vanaf 2000 is de exploitatiereserve gemaximeerd tot 5% van de gemiddelde totale omzet (inclusief out of pocketkosten), berekend over de afgelopen 3 jaren. Bij Senter is sprake van een overschrijding van de exploitatiereserve, die maximaal is toegestaan.

Als gevolg van deze overschrijding is NLG 1,886 mln geconverteerd van eigen naar vreemd vermogen, wat in de jaarrekening 1999 als af te dragen reserves is opgenomen onder de overige schulden en nog te betalen kosten. De wijze waarop deze afbouw zal worden vormgegeven, via tariefsverlaging dan wel eenmalige uitkering aan het moederdepartement, zal nader worden uitgewerkt.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven