Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27109 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27109 nr. 2 |
1. Aangekondigde verhoging in de Voorjaarsnota 2000 | |
---|---|
Hoofdstuk XIII: | + 454,8 |
2. Mutatie onderhavig wetsvoorstel | + 429,8 |
Verschil | + 25,0 |
Af: Amendement Hindriks – Van Walsem | – 25,0 |
0,0 |
Het verschil van NLG 25 mln betreft het amendement Hindriks – Van Walsem (Kamerstukken II 1999/2000, 26 800 XIII, nr. 27), dat geen onderdeel uitmaakt van de stand Miljoenennota 2000, maar wel is opgenomen in de stand vastgestelde begroting 2000 van EZ.
Na het onderhavige wijzigingsvoorstel komt het totaal van de uitgavenbegroting 2000 van EZ er als volgt uit te zien (bedragen in miljoenen guldens):
Vastgestelde begroting 2000 | 3 708,1 | |
---|---|---|
bij: Eerste suppletore begroting 2000 | + 429,8 | |
Totaal beschikbaar | 4 137,9 | |
Ontvangsten | ||
1. Aangekondigde verhoging in de Voorjaarsnota 2000 | ||
Hoofdstuk XIII: | + 892,1 | |
2. Mutatie onderhavig wetsvoorstel | + 867,1 | |
Verschil | + 25,0 | |
Af: Amendement Hindriks – Van Walsem | – 25,0 | |
0,0 |
Het verschil van NLG 25 mln betreft het amendement Hindriks – Van Walsem (Kamerstukken II 1999/2000, 26 800 XIII, nr. 27), dat geen onderdeel uitmaakt van de stand Miljoenennota 2000, maar wel is opgenomen in de stand vastgestelde begroting 2000 van EZ.
Na het onderhavige wijzigingsvoorstel komt het totaal van de ontvangstenbegroting 2000 van EZ er als volgt uit te zien (bedragen in miljoenen guldens):
Vastgestelde begroting 2000 | 3 751,4 | |
---|---|---|
Bij: Eerste suppletore begroting 2000 | + 867,1 | |
Totaal beschikbaar | 4 618,5 |
Totaaloverzicht van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
De eerste suppletore begroting bevat mutaties op de vastgestelde begroting 2000. In deze suppletore begroting wordt voorgesteld de verplichtingen- en uitgavenraming voor 2000 met respectievelijk NLG 884,8 mln en NLG 429,8 mln te verhogen. Daarnaast wordt voorgesteld de ontvangstenraming voor 2000 met NLG 867,1 mln te verhogen. De grootste posten (vanaf NLG 10,0 mln) zijn in de onderstaande tabel gespecificeerd. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting. De betreffende artikelnummers zijn in de tabel vermeld.
Bedragen (x NLG 1 mln) | verplichtingen | uitgaven | ontvangsten |
---|---|---|---|
Apparaatsuitgaven EZ (01.01) | – 28,4 | – 28,0 | |
Loonbijstelling (01.03) | 27,2 | 27,2 | |
Prijsbijstelling (01.04) | 22,3 | 22,3 | |
Bijdrage aan het agentschap Senter(01.55 en O01.41) | 16,1 | 16,4 | 4,7 |
Specifieke bedrijfsgerichte technologiestimulering (02.02) | 13,6 | – 2,6 | |
Internationale en algemene technologiestimulering (02.03) | 22,0 | 36,8 | |
Syntens (02.05) | 66,2 | – | |
Bevordering van de vliegtuigindustrie en ruimtevaart (02.08) | 24,6 | 52,7 | |
Speur- en ontwikkelingswerk (02.09 en O02.02) | 20,0 | – 4,3 | – 25,0 |
Projecten gefinancierd uit het Fes (02.13 en O02.05) | – | 11,6 | 16,6 |
Nedcar BV (03.08 en O03.03) | 9,4 | 206,9 | 224,7 |
Bevord. investeringen voor regionale structuurversterking (04.08) | – 10,0 | – 7,2 | |
Regio-programma's (04.09) | 172,2 | 25,7 | |
Investeren in stedelijke en regionale econ. ontwikk. (04.10) | 367,8 | – 30,1 | |
Stimulering exportactiviteiten (07.03) | 131,4 | 16,7 | |
Economische hulp Oost-Europa (07.05) | – | – 22,9 | |
Econ. samenwerking en kennisoverdracht (07.07) | – 10,0 | – 0,6 | |
Investeringsbijdragen en investeringstoeslagen (08.01 en O08.01) | – | 15,0 | – 5,0 |
Energiebesparingstechnologie (09.01) | 17,0 | – 5,7 | |
Energievoorzieningsonderzoek (09.03) | 4,2 | 59,8 | |
CO2-reductie (09.07) | – | 32,0 | |
Ontvangsten staalindustrie (O03.01) | – 16,1 | ||
Diverse ontv. ruimtelijk econ. beleid (O04.03) | 45,0 | ||
Opbrengst casino's (O05.12) | – 18,0 | ||
Inkomsten uit aardgas (O09.01) | 644,0 | ||
Overige mutaties | 19,2 | 8,1 | – 3,8 |
Totaal mutaties eerste suppletore begroting 2000 | 884,8 | 429,8 | 867,1 |
Niet in bovenstaande tabel zijn vermeld de middelen die bij Voorjaarsnota/eerste suppletore begroting 2000 voor het jaar 2000 vooralsnog binnen een aanvullende post op de Rijksbegroting zijn gereserveerd voor intensiveringen op de EZ-begroting in het kader van kennis en innovatie. Deze middelen zullen, inclusief hun meerjarige doorwerking, naar verwachting bij Miljoenennota/ontwerpbegroting 2001 aan de EZ-begroting worden toegevoegd en van een nadere uitwerking worden voorzien.
Ten behoeve van de over- en inzichtelijkheid van de artikelsgewijze toelichting wordt een vaste structuur gehanteerd bij de toelichting van mutaties. Afhankelijk van de beleidsmatige relevantie (primair criterium) en omvang (secundair criterium) w ren mutaties apart zichtbaar gemaakt en toegelicht. Deze aanpak bevordert een uniforme en compacte presentatie van relevante begrotingswijzigingen. De gehanteerde lijn is als volgt:
• Mutaties die beleidsmatig relevant zijn of die groter zijn dan NLG 0,5 mln worden separaat gepresenteerd in de opbouwtabel bij de artikelen en zo nodig nog nader toegelicht, waarbij mutaties groter dan NLG 2,5 mln in ieder geval nader worden toegelicht.
• De overige mutaties worden geclusterd gepresenteerd en alleen nader toegelicht wanneer het saldo van het cluster groter is dan NLG 2,5 mln.
Artikel 01.01 Apparaatsuitgaven EZ
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 701 860 | 703 270 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 28 393 | – 27 956 |
specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1: Overgang ECD naar Financiën | – 37 664 | – 37 664 |
2: Verwerving TenneT | + 5 000 | + 5 000 |
3: VBTB | + 2 231 | + 2 231 |
4: Nationale Millennium Viering (naar OC&W) | – 1 000 | – 1 000 |
5: Uitvoeringskosten BIT (naar 01.55) | – 1 000 | – 1 000 |
6: Materieel Kernministerie | + 970 | + 970 |
7: Trainee-project (van BZK, 0,7 mln in 2001) | + 927 | + 927 |
8: ACTAL-secretariaat | + 655 | + 655 |
9: Diverse beleidsmatig-niet relevante mutaties | + 1 488 | + 1 925 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 673 467 | 675 314 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 305 606 | 306 444 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Per 1 september 1999 is de ECD overgegaan naar het Ministerie van Financiën (Belastingdienst). In de tweede suppletore begroting van vorig jaar zijn de middelen van de ECD voor 1999 overgeheveld. De huidige mutatie betreft het saldo van de structurele overheveling van -NLG 40,564 mln en een binnen de EZ-begroting vrijgemaakte aanvulling ad NLG 2,9 mln.
Ad 2
In de liberalisering van de elektriciteitswet speelt de onafhankelijke positie van het landelijk hoogspanningsnet een belangrijke rol. Het landelijk hoogspanningsnet is bij Tennet ondergebracht. Teneinde het onafhankelijk functioneren van het landelijk hoogspanningsnet op structurele wijze te waarborgen wordt de Elektriciteitswet op een aantal punten aangescherpt. Daarnaast heeft de regering zich bereid verklaard om tijdelijk te participeren in het aandelenkapitaal van TenneT. Deze participatie vormt een extra waarborg voor het onafhankelijk functioneren van het landelijk hoogspanningsnet gedurende de transitiefase waarin de elektriciteitsmarkt zich bevindt. Bij de verwerving van deze participatie is externe ondersteuning nodig. De kosten hiervan bedragen ca. NLG 5 mln waarvoor middelen aan de EZ-begroting worden toegevoegd.
Ad 3
Betreft aan de EZ-begroting toegevoegde middelen die nodig zijn voor de invoering van de nieuwe VBTB-begroting. Het gaat daarbij om zowel personele als materiële uitgaven.
Ad 8
Aan de EZ-begroting zijn middelen toegevoegd voor het personele budget van het Adviescollege Terugdringing Administratieve Lasten. Dit is een onafhankelijk rijksbreed adviescollege voor de toetsing van voorgenomen regelgeving op de gevolgen voor administratieve lasten.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 1 498 | 1 498 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 27 209 | + 27 209 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Uitdeling loonbijstelling | + 27 209 | + 27 209 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 28 707 | 28 707 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 13 027 | 13 027 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft de loonbijstelling tranche 2000 die bij Voorjaarsnota door het Ministerie van Financiën is uitgedeeld voor de loongevoelige uitgaven op de EZ-begroting.
Artikel 01.04 Prijsbijstelling
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 10 589 | 10 589 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 22 329 | + 22 329 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. uitdeling prijsbijstelling | + 24 829 | + 24 829 |
2. overboeking naar BZK | – 2 500 | – 2 500 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 32 918 | 32 918 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 14 938 | 14 938 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Betreft de prijsbijstelling tranche 2000 die bij Voorjaarsnota door het Ministerie van Financiën is uitgedeeld voor de prijsgevoelige uitgaven op de EZ-begroting.
Ad 2
Betreft een bijdrage van EZ aan BZK voor de veiligheidsmaatregelen die in verband met het EK 2000 worden getroffen.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 1 785 | 1 773 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 1 355 | + 1 355 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Claim AcTAL | + 1 355 | + 1 355 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 3 140 | 3 128 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 1 425 | 1 419 |
Betreft een toevoeging aan de EZ-begroting voor het materiële budget van het Adviescollege Terugdringing Administratieve Lasten (AcTAL), een onafhankelijk adviescollege voor de toetsing van voorgenomen regelgeving op de gevolgen voor administratieve lasten.
Artikel 01.55 Bijdrage aan het agentschap Senter
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 57 163 | 57 752 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 16 055 | + 16 435 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Van 07.07 voor uitvoeringskosten PSO | + 10 500 | + 10 500 |
2. Hogere uitvoeringskosten EIA | + 5 000 | + 5 000 |
3. Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties | + 555 | + 935 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 73 218 | 74 187 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 33 225 | 33 665 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Betreft structurele compensatie van artikel 07.07 voor de uitvoeringskosten van het Programma Samenwerking Oost-Europa (PSO). Deze kosten werden voorheen altijd jaarlijks overgeboekt.
Ad 2
De oorsprong van de aan de EZ-begroting toegevoegde hogere uitvoeringskosten van de regeling Energie investeringsaftrek ligt in 1999: een strenger controleregiem (deze maatregel moet zichzelf terugverdienen), het – met het oog op Brussel – meer generiek maken van de regeling en een budgetuitbreiding in het kader van de «positieve prikkels».
02.00 Industrieel en Algemeen Technologiebeleid
Artikel 02.02 Specifieke bedrijfsgerichte technologiestimulering
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 393 055 | 360 313 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 13 613 | – 2 583 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Naar 02.09 voor aanvulling TOK budget | – 25 000 | – 875 |
2. Overloop Electronische Snelwegen | + 15 000 | – 695 |
3. Temporisatie regeling Milieureferentieprojecten | + 10 000 | – |
4. Uitgaven innovatief aanbesteden | + 8 500 | + 8 500 |
5. Bijdrage FES voor EET | + 5 405 | + 5 000 |
6. Besluitvorming VJN | – | – 10 000 |
7. Compensatie overschrijding kas 1999 | – | – 6 021 |
8. Van VROM: Kathalys en schoner produceren | – | + 1 478 |
9. Naar SoZaWe voor virtueel loket | – | – 1 360 |
10. Van V&W voor SMO regeling | – | + 724 |
11. Actualisatie kasramingen | – | + 600 |
12. Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties | – 292 | + 66 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 406 668 | 357 730 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 184 538 | 162 331 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Betreft de overboeking naar artikel 02.09 ten gunste van een ophoging van het budget voor de TOK.
Ad 2
Vanwege de langer dan verwachte (inter)departementale voorbereidings- en verwerkingstijd van de projectvoorstellen voor het Nationaal Actie Programma Electronische Snelwegen, wordt een deel van de projecten uit 1999 in 2000 verplicht.
Ad 3
In verband met het later dan geraamd commiteren voor de regeling Milieureferentieprojecten wordt verplichtingenruimte uit 1999 doorgeschoven naar 2000.
Ad 4
Betreft het actieplan Professioneel Inkopen en Aanbesteden. Dit is met name gericht op een verandering in de aanbestedingspraktijk bij de rijksoverheid die innovatieve aanbiedingen uitlokt. Tevens behoren het in 2000 voldoen aan de Europese aanbestedingsrichtlijnen en het in 2002 elektronisch publiceren van alle Europese aanbestedingen tot de doelstellingen. Met het plan is in totaal NLG 25 mln aan uitgaven geraamd voor de periode 2000–2002.
Ad 5
De Fes-bijdrage 1999 voor het programma Economie, Ecologie en Technologie is voor NLG 5,0 mln (kasmiddelen) niet in 1999 uitgegeven en wordt daarom doorgeschoven naar 2000. Zie ook ontvangstenartikel 02.05.
Ad 6
Betreft een ramingsbijstelling op dit artikel ten behoeve van het geheel van intensiveringen, mee- en tegenvallers op de EZ-begroting waarover bij Voorjaarsnota is besloten. Bij het huidige inzicht in het kasverloop 2000 geldt dat de voorgestelde kasverlaging geen beleidsmatige gevolgen hoeft te hebben.
Ad 7
Betreft de compensatie van de bij slotwet 1999 geconstateerde overschrijding van de uitgaven begroting 1999. Bij het huidige inzicht in het kasverloop 2000 geldt dat de voorgestelde kasverlaging geen beleidsmatige gevolgen hoeft te hebben.
Artikel 02.03 Internationale en algemene technologiestimulering
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 116 109 | 102 417 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 22 000 | + 36 838 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Temporisatie MEDEA en ITEA | + 22 000 | + 22 000 |
2. Actualisatie kasraming | + 14 838 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 138 109 | 139 255 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 62 671 | 63 191 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Betreft een versnelling van verplichtingen en uitgaven uit 2001 en 2002 in verband met de samenloop van de uitloop van het MEDEA-programma (halfgeleidertechnologie) en de opstart van het ITEA-programma (softwareplatforms).
Ad 2
Betreft de actualisatie van de uitfinanciering van in het verleden aangegane verplichtingen. Naar verwachting is op dit artikel ruim NLG 14,8 mln extra kasruimte nodig in 2000, met name vanwege snellere betalingen bij het onderdeel micro-electronica.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 65 451 | 66 224 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 66 224 | – |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Temporisatie Syntens | + 66 224 | – |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 131 675 | 66 224 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 59 752 | 30 051 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Omdat de begroting 2000 van Syntens eind 1999 niet volledig voldeed aan de eisen die EZ daaraan stelt, kon de subsidie voor het jaar 2000 niet meer worden toegezegd in 1999. Daarom is het toe te zeggen budget 2000 voor Syntens bij tweede suppletore begroting 1999 doorgeschoven naar 2000.
Artikel 02.08 Bevordering van de vliegtuigindustrie en ruimtevaart
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 60 000 | 60 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 24 640 | + 52 740 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Temporisatie A3XX/Airbus | + 32 000 | – 14 900 |
2. Temporisatie JSF | – 13 000 | + 49 000 |
3. Van Defensie voor JSF | + 13 000 | |
4. Nader te verdelen binnen artikel | + 5 640 | + 5 640 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 84 640 | 112 740 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 38 408 | 51 159 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
In verband met de vertraagde start van de regeling voor Civiele Vliegtuigontwikkeling (A3XX/Airbus) zullen de verplichtingen die eerst gepland stonden voor 1999, ter grootte van NLG 23 mln, in 2000 worden aangegaan. Omdat naar verwachting in 2000 een groot aantal aanvragen zal worden ingediend, is tevens budget uit latere jaren, ter grootte van NLG 9 mln, naar 2000 gehaald. Aangezien de CVO-projecten later van start gaan, is er in 2000 NLG 14,9 mln minder kasbudget nodig dan oorspronkelijk was geraamd.
Ad 2
In 1999 is het gehele JSF-budget van NLG 180 mln in één keer gecommiteerd. Daarvoor is bij tweede suppletore begroting 1999 het verplichtingenbudget uit 2000 (van NLG 13 mln) en latere jaren in totaal NLG 93,5 mln naar 1999 verschoven. Omdat verwacht wordt dat een groot deel van de kosten van deze projecten tot uitbetaling zal komen, is het kasbudget voor 2000 met NLG 49 mln verhoogd.
Ad 3
Betreft de bijdrage van het Ministerie van Defensie ten behoeve van de Joint-Strike-Fighter.
Ad 4
Aangezien de uitvoeringskosten van het NIVR in 1999 gedekt konden worden uit het revolving fund, valt dit budget in 2000 vrij voor nadere aanwending binnen het artikel. Naar aanleiding van de dan ingediende CVO-projecten en eventueel nog te honoreren JSF-aanvragen wordt bij tweede suppletore begroting 2000 dit budget nader verdeeld.
Artikel 02.09 Speur- en ontwikkelingswerk
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 99 971 | 96 635 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 20 000 | – 4 250 |
specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Van 02.02 voor aanvulling TOK-budget | + 20 000 | + 1 750 |
2. Compensatie overschrijding kas 1999 | – 6 000 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 119 971 | 92 385 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 54 440 | 41 922 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Betreft de ophoging van het budget voor de TOK ten laste van artikel 02.02. Deze ophoging is nodig omdat het aantal en de omvang van TOK-aanvragen sterk gestegen zijn.
Ad 2
Betreft een onderdeel van de dekking van de bij Voorlopige Rekening 1999 geconstateerde overschrijding van de uitgavenbegroting 1999. Bij het huidige inzicht in het kasverloop 2000 hoeft deze verlaging geen beleidsmatige consequenties te hebben.
(Bedragen in verplichtingen x f 1 mln) | artikel(-sub) | Raming 2000 | 2000 | Mutatie: |
---|---|---|---|---|
2000 TOK | begr. 2000 | 1e suppl. | Begr.-suppl. | |
RAMINGSKENGETALLEN | ||||
1. Aantallen (= gehonoreerde projecten TOK groot) | 1 | 3 | 2 | |
2. Bedrag per eenheid (=kredietaanvraag TOK groot) | 25,000 | 13,400 | – 11,6 | |
3. Aantal (= gehonoreerde aanvragen TOK klein) | 0 209-110 | 54 | 60 | 6 |
4. Bedrag per eenheid | 0,925 | 0,913 | – 0,012 | |
5. Toegelicht begrotingsbedrag | 74,971 | 94,971 | 20 | |
DOELMATIGHEIDSKENGETALLEN | ||||
1. Aantal prestaties (= behandelde projecten) | 100 | 108 | 8 | |
2. Kosten prestaties (per project * f 1 000)) | 9,336 | 8,644 | – 0,692 | |
3. Aantal prestaties (=dossiers in beheer) | 600 | 600 | 0 | |
4. Kosten per prestatie (X 1 000) | 2,376 | 2,376 | 0 | |
5. Overige uitvoeringskosten | 1,283 | 1,283 | 0 | |
6. Toegelicht begrotingsbedrag (= uitv.kosten Senter) | 0 155-010 | 3,643 | 3,643 | 0 |
7. Uitvoerend personeel in fte (= Senter) | 16,9 | 16,9 | 0 |
Artikel 02.12 Technologische infrastructuur
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 143 434 | 108 314 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 4 100 | + 3 162 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Temporisatie innovatieve onderzoeksclusters | + 2 600 | + 1 428 |
2 Temporisatie AXIS | + 1 500 | – 766 |
3. Overige beleidsmatig niet-relevante mutaties | + 2 500 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 147 534 | 111 476 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 66 948 | 50 586 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Het opstarten van de innovatieve onderzoeksclusters neemt meer tijd in beslag dan voorzien. Bij tweede suppletore begroting 1999 is het voor dat jaar beschikbare bedrag grotendeels overgeheveld naar 2000 en latere jaren.
Artikel 02.13 Projecten gefinancierd uit het Fonds economische structuurversterking
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | – | 38 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – | + 11 620 |
specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Bijdrage FES voor Gigaport en kennisimpuls | + 11 620 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | – | 49 620 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | – | 22 517 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
De Fes-bijdrage wordt voor 2000 met NLG 11,620 mln verhoogd. Dit betreft voor NLG 10,5 mln het project Gigaport vanwege lagere uitgaven in 1999. De overige NLG 1,120 mln betreft het project Kennis Impuls, eveneens vanwege lagere uitgaven in 1999. De ontvangsten op artikel 02.05, ontvangsten uit het Fonds Economische Structuurversterking, zijn hiervoor tevens met NLG 11,620 mln verhoogd.
03.00 Industrie- en Dienstenbeleid
Artikel 03.08 Bijdrage auto-ontwikkeling Nedcar B.V.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | – | – |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 9 410 | + 206 940 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Uitstel vervroegde aflossing V400 | + 9 410 | + 206 940 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 9 410 | 206 940 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 4 270 | 93 905 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Als gevolg van vertraging in de besluitvorming over de versnelde beëindiging van de financiële relaties tussen de Staat en Nedcar B.V., is de voorziene aflossing van de schuld van de Staat aan Nedcar B.V. inzake het verlies op de V400, niet in 1999 geëffectueerd.
Met deze mutatie worden de middelen voor de transactie doorgeschoven naar 2000. Zie ook ontvangsten artikel 03.03.
04.00 Ruimtelijk Economisch Beleid
Artikel 04.05 Structuurversterkende projecten in het kader van de BRT-compensatie
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | – | 5 508 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 3 508 | |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Verschuiving gelden BRT-Eelde naar 2000 | – 3 508 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | – | 2 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | – | 908 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Omdat de besluitvorming over de start- en landingsbaan van het vliegveld Eelde in 1999 niet afgerond kon worden, wordt het budget voor dit project doorgeschoven naar de begroting voor het jaar 2001. Bij deze suppletore begroting wordt het aanvankelijke voor 2000 voorziene kaseffect naar latere jaren doorgeschoven. De verschuiving van het verplichtingenbedrag naar 2001 wordt bij de ontwerpbegroting 2001 gepresenteerd.
Artikel 04.08 Bevordering investeringen voor regionale structuurversterking
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 193 871 | 101 572 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 10 000 | – 7 200 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Versnelling IPR | – 10 000 | – 7 200 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 183 871 | 94 372 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 83 437 | 42 824 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Om het grote beroep op de Investeringspremieregeling centraal (IPR) in 1999 op te kunnen vangen, is in 1999 onder meer NLG 10 mln aan verplichtingenruimte uit 2000 naar voren gehaald voor het commiteren van IPR-projecten in 1999. Dit houdt de volgende aanpassing van kengetallen in:
Bedragen in verplichtingen x f 1 mln. | Begroting 2000 | 1e suppl. 2000 | Verschil |
---|---|---|---|
1. Toegezegde subsidies (aantallen) | 8 | 10 | 2,0 |
2. Gemiddeld bedrag per toezegging | 5,6 | 3,5 | – 2,1 |
3. Toegezegde subsidies | 44,9 | 34,9 | – 10,0 |
Doeltreffendheidskengetallen | |||
1. Te realiseren arbeidsplaatsen (in aantallen) | 1 435 | 1 115 | – 320 |
2. Premie per arbeidsplaats | 0,031 | 0,031 | – |
3. Investeringen | 560 | 436 | – 124 |
4. Premiepercentage (in%) (subsidie/ investeringen) | 8,0 | 8,0 | – |
Artikel 04.09 Regio-programmas
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | – | 87 698 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 172 200 | + 25 671 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Temporisatie Born | + 172 200 | + 25 671 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 172 200 | 113 369 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 78 141 | 51 445 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft de plannen voor de aanleg van de infrastructuur en het bedrijventerrein bij Born, die in 1999 niet meer gerealiseerd zijn. Verwacht wordt dat het overleg met de provincie Limburg over de oprichting van de rechtspersoon die het bedrijventerrein tot ontwikkeling brengt en de vormgeving van de subsidierelatie in 2000 worden afgerond en de verplichting ook in dit jaar aangegaan wordt. Daartoe is het in 1999 vrijgevallen verplichtingenbedrag van NLG 172,2 mln doorgeschoven naar 2000. Daarmee samenhangend wordt ook de uitgavenraming verhoogd.
Artikel 04.10 Investeren in stedelijke en regionale economische ontwikkeling
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 163 005 | 126 228 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 367 823 | – 30 084 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Verschuiving GSB-budget naar 2000 | + 368 600 | |
2. Amendement Hindriks-Van Walsem | – 25 000 | |
3. Compensatie eindejaarsmarge 1999 | – 6 000 | |
4. Overige beleidsmatig niet-relevante mutaties | – 777 | + 916 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 530 828 | 96 144 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 240 879 | 43 628 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Nu de convenanten met de G30 eind december 1999 zijn getekend, zal het Ministerie van Economische Zaken, na de afronding van de ISV-wet en de stadseconomieregeling, in 2000 de verplichtingen in het kader van het Grote Steden Beleid (Stadseconomie-budget) administratief vastleggen. Daartoe is het budget van 1999 overgeheveld naar 2000.
Ad 2
In de vastgestelde begroting 2000 is het amendement Hindriks/Van Walsem (Kamerstukken II 1999–2000, 26 800 XIII, nr. 27) verwerkt. Dit amendement beoogt met een financiële impuls van NLG 100 mln de herstructurering van bedrijventerreinen in de grote steden te stimuleren. De dekking van de kasuitgaven (in het amendement geraamd op jaarlijks NLG 25 mln in de periode 2000 tot en met 2003) zou moeten geschieden uit een overeenkomstige verhoging van de TOK-ontvangsten (op ontvangstenartikel 02.02). Inmiddels is duidelijk geworden dat de hogere TOK-ontvangsten zich naar alle waarschijnlijkheid niet zullen voordoen. Om de impuls toch te kunnen uitvoeren, heeft het kabinet besloten de uitgaven te financieren uit het Fes. De in het Fes gereserveerde bedragen zullen aan de EZ-begroting worden toegevoegd in die jaren waarin de kasuitgaven naar verwachting zullen plaatsvinden. Alhoewel de beleidsvoorbereiding reeds gestart is, worden de eerste kasuitgaven niet eerder voorzien dan in het jaar 2001. Daarom wordt de kasraming op dit artikel met NLG 25 mln, zijnde het bedrag van de kasuitgaven 2000 uit het amendement, verlaagd.
Naar huidige inzichten zullen wel de met de beoogde herstructurering samenhangende verplichtingen (ad NLG 100 mln) worden aangegaan. Omdat deze NLG 100 mln reeds in de begroting verwerkt is, hoeft de raming daar niet voor aangepast te worden.
Ad 3
Betreft een deel van de compensatie voor de overschrijding van de uitgavenbegroting 1999. Bij de huidige inschatting van het uitgavenverloop voor 2000, behoeft deze compensatie geen beleidsmatige gevolgen te hebben.
Artikel 04.11 Toeristisch beleid
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 49 358 | 50 118 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 5 000 | – 250 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Doorschuiven budget Rotterdam, culturele hoofdstad | + 5 000 | – 250 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 54 358 | 49 868 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 24 667 | 22 629 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft uit 1999 doorgeschoven budget voor de geplande activiteiten voor «Rotterdam, culturele hoofdstad», die in 2000 hun beslag zullen krijgen. Nadat het bedrijfsplan gereed is, zal het budget in 2000 worden overgeheveld naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
05.00 Ondernemerschap en Marktwerking
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 5 301 | 4 936 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 5 190 | + 5 190 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Marktwerking en administratieve lasten | + 5 190 | + 5 190 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 10 491 | 10 126 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 4 761 | 4 595 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Om de administratieve lasten met 15% te verminderen, dienen binnen de overheid de administratieve lasten van wet- en regelgeving stelselmatig in beeld gebracht te worden en dienen minder belastende alternatieven onderzocht te worden. De Commissie De Slechte heeft daartoe een aantal aanbevelingen gedaan. Voor de uitvoering van deze aanbevelingen is in 2000 NLG 7,2 mln vrijgemaakt. Daarvan is NLG 2 mln bestemd voor het AdviesCollege Terugdringing Administratieve Lasten (zie de uitgavenartikelen 01.01 en 01.15) en is NLG 5,2 mln op dit artikel opgenomen voor monitoring-instrumentarium en ICT-toepassingen.
07.00 Buitenlandse Economische Betrekkingen en Exportbevordering
Artikel 07.01 Internationale organisaties
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 16 066 | 16 066 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 381 | – 919 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties | + 381 | – 919 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 16 447 | 15 147 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 7 463 | 6 873 |
Artikel 07.02 Bevorderingen van de buitenlandse economische betrekkingen
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 60 281 | 35 290 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 701 | + 3 391 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Desaldering premie-ontvangsten IFOM | + 1 080 | + 1 080 |
2. Actualisatie kasraming | + 1 651 | |
3. Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties | – 1 781 | + 660 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 59 580 | 38 681 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 27 036 | 17 553 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
EZ staat middels de IFOM gedeeltelijk borg voor de achtergestelde kredieten die de NIB verstrekt aan bedrijven die investeren in opkomende markten. Deze risicos werden tot nu toe volledig afgedekt. Risico-analyse heeft geleerd dat, mede gelet op een doelmatige aanwending van de middelen, het niet langer nodig is de risicos van de IFOM volledig af te dekken. Voorgesteld wordt om de verhouding tussen reservering en borgstelling te verruimen van 1:1 naar 1:2. De voorgestelde verruiming leidt niet tot een aanpassing van de begroting, maar resulteert in een uitbreiding van de ruimte voor het verstrekken van borgstellingen ter grootte van de tot nu toe gevormde reserve ad circa NLG 250 mln.
Artikel 07.03 Stimulering exportactiviteiten
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 205 000 | 146 888 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 131 420 | + 16 723 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Verhoging budget GOM | + 40 000 | + 20 000 |
2. Verhoging verplichtingenruimte SENO/GOM | + 75 000 | |
3. Verhoging verplichtingenruimte EFI | + 15 000 | + 500 |
4. Actualisatie kasraming | – 5 197 | |
5. Desaldering premie-ontvangst garanties | + 1 420 | + 1 420 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 336 420 | 163 611 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 152 661 | 74 243 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
In verband met het verwachte verhoogde beroep op de Garantiefaciliteit Opkomende Markten (GOM) wordt de verplichtingenraming verhoogd met NLG 20 mln. Op grond van de afspraken bij dit instrument worden bovendien de aangegane verplichtingen volledig afgedekt door middel van een storting in de interne reserve (NLG 20 mln kas en verplichtingen). Deze verhoging wordt gedekt binnen de EZ-begroting.
Ad 2
Met de instelling van de interne reserve in 1999 wordt het volledige obligo als garantieverplichting geregistreerd op de EZ-begroting. Dit is nog niet verwerkt in de verplichtingenraming. Op basis van de beschikbare kas en de verwachte aanvragen in 2000 wordt de verplichtenraming met NLG 75 mln verhoogd.
Het effect van deze mutaties is dat voor het jaar 2000 voor SENO NLG 60 mln beschikbaar is voor stijging van het obligo en voor de GOM NLG 50 mln.
Ad 3
Met ingang van 2000 is het programma Export Financieringsarrangementen Indonesië opgenomen in het ORET-programma van Ontwikkelingssamenwerking. Voor EFI is aanvullende verplichtingenruimte van NLG 15 mln benodigd voor de afwikkeling van de tot en met 1999 gedane subsidietoezeggingen ten laste van de EZ-begroting. De benodigde ruimte wordt opgevangen binnen de voor EZ-beschikbare ODA-ruimte.
Ad 4
Betreft de naar verwachting lagere uitfinanciering van in het verleden aangegane verplichtingen.
Artikel 07.04 Economische voorlichting en exportpromotie
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 27 881 | 27 881 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 4 773 | + 399 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Overig beleidsmatig niet-relevantie mutaties | + 4 773 | + 399 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 32 654 | 28 280 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 14 818 | 12 833 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Deze mutatie wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de verhoging van de verplichtingen-ruimte zonder aanvullende kasdekking. Dit is mogelijk omdat uit ervaringscijfers blijkt dat een deel van de door de EVD geïnitieerde activiteiten niet volledig wordt uitgevoerd, waardoor uitbetaling achterwege kan blijven.
Artikel 07.05 Economische hulp Oost-Europa
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | – | 145 145 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – | – 22 932 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Actualisatie kasraming | – 22 932 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | – | 122 213 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | – | 55 458 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft een aanpassing van de kasraming als gevolg van het trager tot betaling komen van in het verleden aangegane verplichtingen.
Artikel 07.07 Economische samenwerking en kennisoverdracht
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 157 500 | 16 425 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 10 000 | – 575 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Naar 01.55 voor uitvoeringskosten PSO | – 11 667 | – 525 |
2. Overig beleidsmatig niet-relevante mutaties | + 1 667 | – 50 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 147 500 | 15 850 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 66 933 | 7 192 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Betreft het leveren van compensatie voor de uitvoeringskosten PSO.
08.00 Wet Investeringsrekening
Artikel 08.01 Investeringsbijdragen en investeringstoeslagen
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | – | 80 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – | + 15 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | – | 95 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | – | 43 109 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
De raming wordt enerzijds met NLG 20 mln verhoogd in verband met het verrekenen van teveel desinvesteringsbetalingen die in 1999 op het ontvangstenartikel (08.01 Ontvangsten WIR) waren geboekt.
Anderzijds wordt de raming met NLG 5 mln verlaagd. Dit is het saldo van een reductie van de raming vóór aftrek van het effect van de temporiseringsmaatregel (WIR-knip) met NLG 15 mln en een verhoging van het saldo-effect van deze maatregel ter grootte van NLG 10 mln als gevolg van de doorwerking van het groter dan geraamde effect van de WIR-knip in 1999.
Artikel 09.01 Energiebesparingstechnologie
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 159 099 | 219 491 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 17 000 | – 5 686 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Doorschuiven budget 1999 naar 2000 | + 18 000 | – 2 220 |
2. Naar VROM voor Nieuwe Innovatieve Technieken (Rgd) | – 1 000 | – 1 000 |
3. Compensatie eindejaarsmarge 1999 | – 2 466 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 176 099 | 213 805 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 79 910 | 97 020 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
De verschuiving betreft voor NLG 10 mln verplichtingenruimte voor het programma lange termijn gebouwde omgeving (LTGO). Voor NLG 8 mln vindt overheveling van verplichtingenruimte plaats voor het programma NETTO.
Ad 3
Betreft een deel van de compensatie voor de overschrijding van de uitgavenbegroting 1999. Bij de huidige inzichten in het uitgavenverloop 2000 behoeft deze compensatie geen beleidsmatige gevolgen te hebben.
Artikel 09.02 Duurzame energie
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 38 469 | 93 587 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 1 000 | – 1 000 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Naar VROM voor Nieuwe Innovatieve Technieken (Rgd) | – 1 000 | – 1 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 37 469 | 92 587 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 17 003 | 42 014 |
Artikel 09.03 Energievoorzieningsonderzoek
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 76 400 | 18 923 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 4 200 | + 59 755 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
1. Overloop naar 2000, IOP EMVT | + 4 200 | – 420 |
2. Bijdrage 2000–2003 HFR Petten | + 57 300 | |
3. Koersverschil bijdrage HFR Petten | + 3 375 | |
4. Naar VROM voor Schoon Fossiel | – 500 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 80 600 | 78 678 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 36 575 | 35 703 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Van de verplichtingenruimte 1999 voor Nieuwe Elektriciteitstechnologieën is NLG 4,2 mln doorgeschoven naar 2000. De exacte bestemming van dit bedrag is afhankelijk van de uitkomsten van het IOP-onderzoek op het gebied van EMVT (Elektro Magnetische Vermogens Techniek).
Ad 2
De activiteiten van de HFR vallen onder een programma van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de EG. Dit programma wordt eens in de vier jaar door de EG vastgesteld. In de periode 2000–2003 moet Nederland EUR 34 mln (NLG 74,9 mln) bijdragen. Tot nu toe werd de bijdrage altijd in vier gelijke jaarlijkse delen uitbetaald. De bijdrage 2000–2003 wordt echter geheel in 2000 betaald. Dit levert de EG een financieringsvoordeel op. Bij de vaststelling van de Nederlandse bijdrage is hiermee rekening gehouden.
Ad 3
Betreft een technische aanpassing van de geraamde bijdrage aan het aanvullend Euratomprogramma Hoge Flux Reactor (HFR). Deze bijdrage wordt in guldens gecommiteerd, maar in Euros uitbetaald. De destijds bepaalde meerjarenraming ging uit van een inmiddels achterhaalde koersverhouding tussen de Euro en de gulden.
Artikel 09.04 Beleidsondersteuning en overige uitgaven
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 9 113 | 9 609 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – | + 25 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
Overige beleidsmatig niet-relevante mutaties | + 25 | |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 9 113 | 9 634 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 4 135 | 4 372 |
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 52 632 | 25 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – | + 32 000 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | ||
CO2-reductieplan | – | + 32 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 52 632 | 57 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 23 883 | 25 865 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
De verplichtingen- en kasruimte voor het CO2-beleid wordt afhankelijk van de budgettaire behoefte aan de EZ-begroting toegevoegd. Dit gebeurt uit de aanvullende post «Nader te bepalen» op de Rijksbegroting. Voor 2000 wordt nu NLG 32 mln kas opgevraagd.
Artikel 01.21 Ontvangsten Centraal Planbureau
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 2 830 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 30 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Desaldering met uitgaven 01.01 (apparaat EZ) | + 30 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 2 860 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 1 298 |
Artikel 01.41 Terugontvangen bijdragen van Senter
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 2 342 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 4 681 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Terugontvangsten Senter | + 4 681 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 7 023 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 3 187 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft terug ontvangen middelen van Senter uit hoofde van winstuitkeringen 1998/1999 (zie toelichting bij wetsartikel 3).
02.00 Industrieel en Algemeen Technologiebeleid
Artikel 02.02 Ontvangsten technische ontwikkelingskredieten
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 115 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 25 000 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Amendement Hindriks–Van Walsem | – 25 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 90 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 40 840 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
In de vastgestelde begroting 2000 is het amendement Hindriks / van Walsum (Kamerstukken II 1999–2000, 26 800 XIII, nr. 27) verwerkt. Dit amendement beoogt met een financiële impuls van NLG 100 mln de herstructurering van bedrijventerreinen in de grote steden te stimuleren. De dekking van de kasuitgaven (in het amendement geraamd op jaarlijks NLG 25 mln in de periode 2000 t/m 2003) zou moeten geschieden uit een overeenkomstige ophoging van de TOK-ontvangsten. Inmiddels is duidelijk geworden dat de hogere TOK-ontvangsten zich naar alle waarschijnlijkheid niet zullen voordoen. De door middel van het genoemde amendement aangebrachte verhoging van de raming van de TOK-ontvangsten wordt daarom teruggedraaid. Om de impuls toch te kunnen uitvoeren, heeft het kabinet besloten de uitgaven te financieren uit het Fes (zie de toelichting bij uitgaven artikel 04.10).
Artikel 02.05 Ontvangsten uit het Fonds economische structuurversterking
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 49 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 16 621 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Bijdrage Fes voor Gigaport en kennisimpuls | + 11 621 |
Bijdrage Fes voor EET | + 5 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 65 621 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 29 778 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Ad 1
Het doorschuiven van de Fes-bijdrage uit 1999 voor Gigaport bedraagt NLG 10,5 mln en voor kennisimpuls NLG 1,121 mln. Zie uitgavenartikel 02.13.
Ad 2
Betreft het doorschuiven van de Fes-bijdrage voor EET uit 1999. Zie uitgavenartikel 02.02.
Artikel 03.01 Ontvangsten staalindustrie
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 16 080 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 16 080 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Dividend Corus | – 16 080 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | – |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | – |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Door de in 1999 gerealiseerde verkoop van het Staatsbelang in Corus (voorheen Hoogovens) vervalt de geraamde dividendontvangst.
Artikel 03.03 Ontvangsten uit bijdragen aan de industrie
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 33 700 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 224 700 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Uitstel versnelde aflossing V400 | + 224 700 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 258 400 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 117 257 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Betreft het doorschuiven naar 2000 van de ontvangsten die verband houden met de versnelde afbouw van de relatie van de Staat met Nedcar B.V. Zie ook uitgavenartikel 03.08. Het gaat om een versnelde aflossing door Nedcar op de door de Staat verstrekte lening voor project-financiering (NLG 188 mln) en ontvangsten uit hoofde van verkoop van reserve-onderdelen (NLG 36,7 mln).
04.00 Ruimtelijk Economisch Beleid
Artikel 04.03 Diverse ontvangsten ruimtelijk economisch beleid
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 24 500 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 45 000 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Versnelling terugbetaling lening kunstvezelproject | + 45 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 69 500 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 31 538 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Bij de ontwerpbegroting 2000 was terugbetaling van een aan de NOM verstrekte lening voor de ontwikkeling van een kunstvezelproject voorzien voor de periode 2000 tot en met 2004. Begin 2000 bleek het echter mogelijk om de terugbetaling aan de Staat volledig in 2000 te effectueren. Daarom worden de ontvangsten, die geraamd stonden voor de jaren 2001 tot en met 2003 in de begroting voor het jaar 2000 verwerkt.
05.00 Ondernemerschap en Marktwerking
Artikel 05.12 Opbrengst van casinos
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 171 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 18 000 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Aanpassing raming ontvangsten Holland Casino | – 18 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 153 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 69 428 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting
Als gevolg van investeringen in nieuwbouw van een tweetal casino's en investeringen die op termijn tot efficiencywinst zullen leiden (HC-computercentrum), voorziet Holland Casino in 2000 en 2001 een lager bedrijfsresultaat en zal daarom minder afdragen, dan eerder in de begroting was geraamd. In verband met de genoemde investeringen zijn de ontvangsten-ramingen voor latere jaren verhoogd.
07.00 Buitenlandse Economische Betrekkingen en Exportbevordering
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 4 079 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 4 921 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
1. Incidentele ontvangst | + 2 500 |
2. Desalderingen premie-ontvangsten IFOM en garanties SENO/GOM | + 2 500 |
3. Geen ontvangst van Inpres 8-premie in 2000 | – 1 079 |
4. Structurele verhoging gemende kredieten op basis van ervaringscijfers | + 1 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 9 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 4 084 |
Ad 1
Betreft een verwachte incidentele ontvangst op het artikelonderdeel overige ontvangsten.
Ad 2
Betreft de desaldering van de premie-ontvangsten IFOM (NLG 1,08 mln), zie ook uitgavenartikel 07.02 en de desaldering van de premie-ontvangst garanties SENO/GOM (NLG 1,42 mln), zie ook uitgavenartikel 07.03.
08.00 Wet Investeringsrekening
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 10 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 5 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 5 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 2 269 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting:
De mutatie betreft een aanpassing aan het actuele beeld.
Artikel 09.01 Inkomsten uit aardgas
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
Ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 2 836 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | + 644 000 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Actualisatie ramingen | + 644 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 3 480 000 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 1 579 155 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting:
De raming van de gasbaten wordt bijgesteld op grond van actuele gegevens over olieprijs, dollarkoers en afzet. Voor 2000 wordt nu uitgegaan van een olieprijs van $24,5 per vat en een dollarkoers van NLG 2,15. De totale afzet daalt van 83,3 mld m3 naar 81,5 mld m3.
Raming | Raming | Verschil | |
---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2000 | 1e suppletore 2000 | ||
Prijsgegevens | |||
Dollarkoers | 1,95 | 2,15 | 0,2 |
Olieprijs in dollar per vat | 18,0 | 24,5 | 6,5 |
Hoeveelheidgegevens (mld m3) | |||
Afzet binnenland | 43,6 | 41,7 | – 1,9 |
Afzet export | 39,7 | 39,8 | 0,1 |
Totaal | 83,3 | 81,5 | – 1,8 |
Ontvangsten aardgasbaten (mld hfl) | |||
Niet belasting middelen | |||
– EZ-begroting | 2,632 | 3,276 | 0,644 |
– niet belasting middelen FES | 1,868 | 2,324 | 0,456 |
Vennootschapsbelasting | 2,500 | 2,700 | 0,200 |
Totaal | 7,000 | 8,300 | 1,300 |
Naast de reguliere baten is in 2000 sprake van een incidentele ontvangst van NLG 204 miljoen. Dit is een betaling van NAM voortvloeiend uit de uitspraak in de arbitrageprocedure tussen NAM en Brigitta over het Groningengasveld in het grensgebied Eemsmonding (de zogenaamde Common Area).
Artikel 09.04 Dividend Ultra-Centrifuge Nederland N.V.
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand vastgestelde begroting (in NLG1000)
ontvangsten | |
---|---|
Stand vastgestelde begroting 2000 | 45 000 |
Mutatie eerste suppletore begroting 2000 | – 8 800 |
Specificatie mutatie eerste suppletore: | |
Actualisatie raming | – 8 800 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 | 36 200 |
Stand na eerste suppletore begroting 2000 in EUR1000 | 16 427 |
Toelichting mutatie eerste suppletore begroting:
De dividenduitkering UCN aan EZ is lager dan oorspronkelijk geraamd omdat nog geen rekening was gehouden met de gebruikelijke uitkering op preferente aandelen die in bezit zijn van derden.
Toelichting mutaties eerste suppletore begroting 2000 Agentschap Senter
In deze toelichting bij de eerste suppletore begroting worden de volgende wijzigingen ten opzichte van de begroting 2000–2004 besproken:
– Conversie van het Agentschapsvermogen;
– Maximale exploitatiereserve en afbouw
Conversie van het Agentschapsvermogen
In de Miljoenennota 2000 is de wijziging van de financiering van de agentschappen beschreven. Deze wijziging is vastgelegd in de regeling Vermogensvoorschriften Agentschappen 2000.
De financiering van Senter wordt gewijzigd op basis van de in de jaarrekening 1999 gepresenteerde balanscijfers per 31 december 1999.
In de begroting 2000–2004 is in het kasstroomoverzicht (regel eenmalige uitkering aan moederdepartement) bij het jaar 2000, het bedrag opgenomen van het verschil tussen de boekwaarde van de materiële vaste activa en de langlopende schulden en voorzieningen (zgn. conversie-lening).
Daarnaast is in het kasstroomoverzicht uitgegaan van het beroep op de leenfaciliteit voor nieuwe investeringen en de daarmee verband houdende aflossingen.
Op grond van de jaarrekening 1999 is gebleken dat de waarde van de langlopende schulden en voorzieningen de boekwaarde van de materiele vaste activa overtreft, waardoor geen conversie-lening noodzakelijk is.
Daarnaast maakt Senter bij nader inzien vooralsnog geen gebruik van de leenfaciliteit voor nieuwe investeringen.
Bovenstaande wijzingen leiden tot het volgende aangepaste kasstroomoverzicht. De oorspronkelijke cijfers in de kolom 1999 zijn aangepast aan de realisatie over 1999.
Herziene Tabel 3 Kasstroomoverzicht (x NLG 1 000)
1998 | 1999 | 1999 | 2000 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
realisatie | ontwerp- | realisatie | EURO | ||||||
begroting | |||||||||
Rekening Courant RHB1 januari | 13 165 | 12 500 | 31 757 | 29 840 | 13 541 | 25 269 | 23 837 | 13 678 | 13 101 |
Totaal operationele kasstroom | 22 0999 | 1 300 | – 608 | 1 750 | 2 490 | 2 768 | 3 011 | 3 539 | 2 986 |
– totaal investeringen | – 3 507 | – 1 800 | – 1 309 | – 1 640 | – 744 | – 1 689 | – 10 889 | – 1 792 | – 1 846 |
+ totaal boekwaarde desinvesteringen | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
Totaal investeringskasstroom | – 3 507 | – 1 800 | – 1 309 | – 1 640 | – 744 | – 1 689 | – 10 889 | – 1 792 | – 1 846 |
– eenmalige uitkering aan moederdepartement | – | – | – | – 4 681 | – 2 124 | – 2 511 | – 2 282 | – 2 323 | – 1 828 |
+ eenmalige storting door het moederdepartement | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
– aflossingen op leningen | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
+ beroep op leenfaciliteit | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 | – 4 681 | – 2 124 | – 2 511 | – 2 282 | – 2 323 | – 1 828 |
Rekening Courant RHB 31 december | 31 757 | 12 000 | 29 840 | 25 269 | 13 162 | 23 837 | 13 678 | 13 101 | 12 413 |
De eenmalige uitkering aan het moederdepartement in 2000 betreft de nog te betalen uitkering uit de resultaatsbestemming 1998 (NLG 2,500 mln) en 1999 (NLG 2,181 mln). De vanaf 2001 opgenomen bedragen betreffen de teruggaven van het resultaat van het voorafgaande boekjaar als gevolg van de maximering van de exploitatiereserve op 5% van de gemiddelde omzet over drie jaar.
In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het saldo van de rekening-courant bij de RHB in 2002 fors daalt. Dit is het gevolg van de geplande investeringen in verband met de voorgenomen verhuizing naar een ander kantoorgebouw van de Haagse vestiging. Deze investeringen worden gefinancierd vanuit de hiervoor reeds gevormde egalisatierekening.
Maximale exploitatiereserve en afbouw
In verband met deze wijziging van de financiering van de agentschappen is de benaming van de algemene reserve gewijzigd in exploitatiereserve.
Vanaf 2000 is de exploitatiereserve gemaximeerd tot 5% van de gemiddelde totale omzet (inclusief out of pocketkosten), berekend over de afgelopen 3 jaren. Bij Senter is sprake van een overschrijding van de exploitatiereserve, die maximaal is toegestaan.
Als gevolg van deze overschrijding is NLG 1,886 mln geconverteerd van eigen naar vreemd vermogen, wat in de jaarrekening 1999 als af te dragen reserves is opgenomen onder de overige schulden en nog te betalen kosten. De wijze waarop deze afbouw zal worden vormgegeven, via tariefsverlaging dan wel eenmalige uitkering aan het moederdepartement, zal nader worden uitgewerkt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27109-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.