nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de Staten van de Nederlandse
Antillen Aan de Staten van Aruba
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van rijkswet houdende
goedkeuring van het op 17 juni 1999 te Genève tot stand gekomen Verdrag
betreffende het verbod en de onmiddellijke actie voor de uitbanning van de
ergste vormen van kinderarbeid (Verdrag nr. 182 aangenomen door de Internationale
Arbeidsconferentie in haar zevenentachtigste zitting)
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
8 mei 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 17 juni 1999 te Genève
tot stand gekomen Verdrag betreffende het verbod en de onmiddellijke actie
voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid (Verdrag nr. 182
aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar zevenentachtigste
zitting), ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring
van de Staten-Generaal behoeft alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden
gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 17 juni 1999 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende
het verbod en de onmiddellijke actie voor de uitbanning van de ergste vormen
van kinderarbeid (Verdrag nr. 182 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie
in haar zevenentachtigste zitting), waarvan de tekst is geplaatst in Tractatenblad
1999, 177, en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 2000, .., wordt
goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.
Artikel 2
Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
De Minister van Justitie,