27 091
Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Technische verbeteringen en aanpassingen)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 30 mei 2000

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van het wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Indien de regering de vragen en opmerkingen genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging voldoende voorbereid.

Algemeen

Uit het advies van de Raad van State blijkt dat de Europese Commissie een inbreukprocedure is gestart, omdat Nederland onvoldoende uitvoering geeft aan de voorkeur voor een interne Arbodienst. Stelt de regering niet wat al te gemakkelijk dat Nederlandse regelgeving leidt tot een hoger beschermingsniveau, zo vragen de leden van de CDA-fractie. De commissie lijkt er juist van uit te gaan dat een interne Arbodienst leidt tot een hoger beschermingsniveau, omdat het hebben van een interne Arbodienst een zwaarder criterium is voor werkgevers om aan te voldoen. Welke consequenties zijn te verwachten van dit verschil in inzicht tussen de Nederlandse regering en de Europese Commissie?

De leden van de D66-fractie hebben met instemming kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij kunnen zich vinden in de tekstuele verduidelijkingen en de technische aanpassingen. Ook hebben zij met interesse kennis genomen van de aanpasingen van de inhoudelijke onvolkomenheden die naar voren zijn gekomen bij de verdere uitwerking van het handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie na aanvaarding van het wetsvoorstel Arbeidsomstandighedenwet 1998, en bij de uitvoering van het handhavingsbeleid na inwerkingtreding van de wet.

In dat kader zouden zij graag willen weten hoeveel bestuurlijke boetes inmiddels zijn opgelegd na inwerkingtreding van de wet. Hoe beoordeelt de regering de effectiviteit van het gehanteerde boetesysteem?

Daarnaast hebben deze leden met interesse kennis genomen van de aanpassingen van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 om tegemoet te komen aan de wensen van de Europese commissie. Het derde kritiekpunt van de Europese Commissie dat zich richt op het gegeven dat de wet geen voorrang kent voor een interne arbodienst boven inschakeling van een externe arbodienst heeft geleid tot een vraag van de Raad van State om nadere uitleg. Deze leden kunnen zich vinden in de uitleg van de regering. Wel zouden zij graag op de hoogte gehouden willen worden van de reactie van de Commissie op deze uitleg. Is zo'n reactie inmiddels al binnen? Zo nee, wanneer wordt deze verwacht?

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel en beoordelen de wijzigingen in grote lijnen positief. Op een aantal punten hebben zij echter nog opmerkingen en vragen.

Artikelsgewijze opmerkingen

Onderdeel A

In onderdeel A van het wetsvoorstel wordt de term «arbeidsongeval» gedefinieerd. In de memorie van toelichting wordt daarbij opgemerkt dat ongevallen tijdens het woon-werkverkeer daar niet onder vallen. Moet daaruit opgemaakt worden dat een werkgever geen verantwoordelijkheden heeft ten aanzien van het woon-werkverkeer? De leden van de CDA-fractie vragen zich met name af, of het terecht is ongevallen tijdens het woon-werkverkeer niet als arbeidsongevallen te kwalificeren, indien het woon-werkverkeer met vervoer van de werkgever geschiedt. Met name in de bouw en installatietechniek is vervoer door de werkgever zeer gebruikelijk. Het lijkt redelijk dat in voorkomende gevallen de werkgever verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn vervoersmiddelen.

Onderdeel P

De leden van de SP-fractie merken op dat deze aanpassing een gevaarlijk hiaat in de oorspronkelijke wet dicht. Zij juichen deze aanpassing daarom toe.

Onderdeel R + S

Wil de regering inzicht geven in het soort ervaringen van de Arbeidsinspectie die hebben geleid tot het aanpassen van onderdeel S en R, zo vragen de leden van de fractie van D66. In hoeveel gevallen heeft de Arbeidsinspectie een boete niet kunnen opleggen vanwege het verstrijken van de termijn waarbinnen zo'n bestuurlijke boete moet zijn opgelegd? In hoeveel gevallen werd een bevel tot stillegging van het werk door de Arbeidsinspectie niet nagekomen door het betreffende bedrijf?

Onderdeel S

De leden van de SP-fractie onderschrijven het belang van een gedegen onderzoek en het betrachten van zorgvuldigheid. Zij vrezen echter dat het verlengen van de standaardtermijn in het geval van een arbeidsongeval tot 16 weken minder noopt tot doortastend optreden. Deze leden willen het belang van het lik-op-stukbeleid nogmaals benadrukken en vragen de regering of verlenging van de termijn niet zal leiden tot een gemiddeld trager strafrechtelijk regime.

De voorzitter van de commissie,

Terpstra

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Verburg (CDA), Smits (PvdA), Spoelman (PvdA), Van der Staaij (SGP), Örgü (VVD), Harrewijn (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Balkenende (CDA), Wilders (VVD), Santi (PvdA) en Snijder-Hazelhoff (VVD).

Plv. Leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der, Hoeven (CDA), Giskes (D66), Van der Hoek (PvdA), Dankers (CDA), Hamer (PvdA), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Van Blerck-Woerdman, (VVD), Van Middelkoop (GPV), Van Vliet (D66), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Eisses-Timmerman (CDA), Schoenmakers (PvdA), Middel (PvdA), Van Walsem (D66), Weekers (VVD), Vendrik (GroenLinks), Rosenmöller (GroenLinks), Wagenaar (PvdA), Mosterd (CDA), De Vries (VVD), Oudkerk (PvdA) en Klein Molekamp (VVD).

Naar boven